ECLI:NL:RBDHA:2016:3211
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.B. Terlouw
- J.J. Penning
- L. van Gijn
- Rechtspraak.nl
Bepaling gebruikelijke verblijfplaats van staatloze Palestijnen in asielprocedure
In deze zaak gaat het om twee staatloze Palestijnen die asiel aanvragen in Nederland. De rechtbank Den Haag heeft op 7 januari 2016 uitspraak gedaan in de meervoudige kamer over de gebruikelijke verblijfplaats van eisers, die voorafgaand aan hun vertrek in Libië woonden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had de aanvragen van eisers afgewezen, waarbij de Palestijnse gebieden als gebruikelijke verblijfplaats werden aangemerkt. De rechtbank overweegt dat de gebruikelijke verblijfplaats feitelijk moet worden vastgesteld, waarbij gekeken moet worden naar het centrum van activiteiten van de vreemdeling, zoals werk, wonen en familie. De rechtbank concludeert dat eiser, die zijn hele leven in Libië heeft gewoond, ten onrechte als gebruikelijke verblijfplaats de Palestijnse gebieden is aangemerkt. Voor eiseres, die in Gaza heeft gewoond, wordt de Palestijnse gebieden als gebruikelijke verblijfplaats bevestigd. De rechtbank vernietigt de besluiten van de IND en oordeelt dat de rechtsgevolgen voor eiseres in stand blijven. De rechtbank veroordeelt de IND tot betaling van proceskosten aan eisers.