ECLI:NL:RBDHA:2016:253
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag in het licht van verblijfsstatus echtgenoot
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 januari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen over de toekenning van kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag voor het jaar 2013. Eiseres, die in 2013 een voorschot kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag had aangevraagd, zag haar echtgenoot zijn verblijfsstatus verliezen op grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag. Dit leidde tot de vraag of eiseres recht had op kinderopvangtoeslag, aangezien haar echtgenoot niet voldeed aan de werkeis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp). De rechtbank oordeelde dat de echtgenoot om sociale redenen niet in staat was om voor het kind van eiseres te zorgen, en dat eiseres zich in dat geval tot de gemeente moest wenden voor een tegemoetkoming in de kinderopvang op basis van een sociaal-medische indicatie.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, omdat verweerder had aangegeven alsnog voor het hele jaar 2013 kindgebonden budget toe te zullen kennen. Echter, met betrekking tot de kinderopvangtoeslag oordeelde de rechtbank dat verweerder terecht had geweigerd om vanaf 4 september 2013 een voorschot kinderopvangtoeslag toe te kennen, omdat de echtgenoot niet voldeed aan de werkeis. De rechtbank benadrukte dat de wetgever bewust had gekozen om alleen ouders die arbeid en zorg combineren recht te geven op kinderopvangtoeslag. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar handhaafde de rechtsgevolgen voor de kinderopvangtoeslag.
De rechtbank veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.232 en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.