3.4De beoordeling van de tenlastelegging
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij in [land] door haar vader aan verdachte is verkocht toen zij zes of zeven jaar oud was. Zij is door verdachte meegenomen naar Nederland, moest in de woning van verdachte in [plaats 1] huishoudelijke werkzaamheden verrichten en was belast met de verzorging van [betrokkene 1] , de gehandicapte dochter van verdachte. Zij deed alle werkzaamheden in de woning van verdachte, zoals schoonmaken, vegen en afstoffen. Zij was niet vrij om te gaan en staan waar zij wilde. Zij mocht alleen in de keuken staan. Zij moest elke dag om zeven uur opstaan en dan [betrokkene 1] helpen met opstaan, douchen en aankleden. Zij moest elke dag schoonmaken, waarbij zij onder meer de keuken met ammoniak moest schoonmaken. Vervolgens moest [slachtoffer] boodschappen doen en koken. Zij is gedurende de ruim zeven jaren dat zij bij verdachte verbleef niet naar school gegaan. Zij kreeg geen vergoeding voor haar werkzaamheden. Tegen haar is gezegd dat als zij buiten de politie tegenkwam, zij zou worden teruggestuurd naar [land] . [slachtoffer] was niet in het bezit van enige officiële documenten, zoals haar paspoort. Ook is haar medische zorg, zoals een bezoek aan de tandarts, onthouden. [slachtoffer] is in oktober 2012 weggelopen en heeft in januari 2013 aangifte gedaan van mensenhandel, aldus [slachtoffer] .
De verklaring van [slachtoffer] vindt, zowel wat betreft het vertrek vanuit [land] als het verrichten van de werkzaamheden, steun in de navolgende bewijsmiddelen.
Als getuige is gehoord [getuige 1] , de vrouw van [betrokkene 2] , de vader van [slachtoffer] . Zij is naar eigen zeggen in [land] benaderd met de vraag of zij een jong meisje kende dat van haar ouders naar Nederland zou mogen vertrekken, tegen een vergoeding per maand, om in de woning van verdachte als dienstmeid/werkster aan de slag te gaan en te zorgen voor de gehandicapte dochter van verdachte, genaamd [betrokkene 1] . [getuige 1] heeft dit met de vader van [slachtoffer] besproken en heeft hem voorgesteld om [slachtoffer] hiervoor naar Nederland te laten gaan. De bedoeling van het vertrek van [slachtoffer] naar Nederland was dat [slachtoffer] bij verdachte zou gaan werken als dienstmeid/werkster, schoonmaak werkzaamheden zou verrichten en de gehandicapte dochter van verdachte zou verzorgen. De vader van [slachtoffer] is vervolgens akkoord gegaan met dit voorstel.
De vader van [slachtoffer] heeft verklaard dat hij en verdachte elkaar in [land] hebben ontmoet. Verdachte heeft de vader van [slachtoffer] toestemming gevraagd om [slachtoffer] tegen een vergoeding mee te nemen naar Nederland, zodat [slachtoffer] bij haar zou kunnen werken in de huishouding en zou kunnen zorgen voor haar gehandicapte dochter. Bij het vertrek van [slachtoffer] naar Nederland heeft de vader van [slachtoffer] vervolgens een geldbedrag van verdachte ontvangen en in de maanden daarna werd er meermalen een geldbedrag door verdachte naar de vader van [slachtoffer] overgemaakt.
Verdachte heeft de beschikking gehad over een thuiszorgmedewerkster, genaamd [getuige 2] . Deze mevrouw is door de politie als getuige gehoord. Haar is een foto getoond van [slachtoffer] . Mevrouw [getuige 2] heeft [slachtoffer] herkend als het meisje dat bij verdachte woonde.Zij is gedurende een langere periode één keer per week werkzaam geweest in de woning van verdachte. Zij heeft verklaard dat het meisje alles deed voor de gehandicapte dochter van verdachte. Het meisje ging met haar mee naar de wc en assisteerde haar bij dokters. Als zij in de woning van verdachte was, hoorde zij dat verdachte het meisje op een commanderende toon aansprak. Als mevrouw [getuige 2] bij verdachte in de woning kwam, viel het haar op dat het hele huis al schoon was en hoefde zij eigenlijk niets meer te doen. Zij kreeg hierdoor de indruk dat het meisje het hele huis al had schoongemaakt. Ook heeft het meisje haar geholpen met schoonmaken, terwijl zij dan tegen het meisje zei dat dit niet hoefde. Mevrouw [getuige 2] moest van verdachte alle kamers van het huis schoonmaken, met uitzondering van de kamer van het meisje. Ook zag de kamer van het meisje er volgens mevrouw [getuige 2] anders uit dan de kamer van de gehandicapte dochter, het meisje had namelijk veel minder spullen in haar kamer staan.
De heer [getuige 3] is gedurende de ten laste gelegde periode ook vaker bij verdachte thuis geweest. Zo heeft hij verschillende keren haren geknipt in de woning van verdachte. Hij heeft [slachtoffer] op de door de politie getoonde foto herkend als zijnde het meisje waar hij in zijn verklaring over spreekt. Het meisje was volgens hem altijd bezig om het huis mooi te houden. Hij zag het meisje soms stofzuigen en zag haar ook weleens helpen in de keuken.
De complexbeheerder van de woning waar verdachte in [plaats 1] heeft gewoond, de heer [getuige 4] , heeft verklaard dat het meisje alleen maar aan het schoonmaken was. Hij zag haar de ramen zemen, boodschappen doen, de keuken soppen en stofzuigen. Hij zag ook dat het meisje de gehandicapte dochter van verdachte verzorgde. Hij zag het meisje nooit alleen naar buiten gaan en had het gevoel dat het meisje door verdachte als slaaf werd gebruikt. Als hem door de politie de foto van [slachtoffer] wordt getoond, zegt hij dat dit het meisje betreft waarover hij heeft verklaard.
Voorts hebben verschillende buurtbewoners van de woning van verdachte in [plaats 1] bevestigd dat [slachtoffer] in de ten laste gelegde periode woonachtig was bij verdachte en aldaar huishoudelijke werkzaamheden verrichtte. Zo heeft een buurvrouw, mevrouw [getuige 5] , verklaard dat er eerst een ander meisje bij verdachte heeft gewoond, welk meisje ramen zeemde en dat zij ervan uitgaat dat ook dit meisje ook de ramen zeemde. Ook heeft zij weleens gezien dat het meisje boodschappen deed.Meneer [getuige 6] , een buurman, heeft gezien dat het meisje vaak matten aan het kloppen was en de boodschappen deed. Ook zag hij het meisje nooit alleen buiten. Hij zag het meisje veel met de gehandicapte dochter van verdachte en kreeg hierdoor de indruk dat het meisje een soort oppas of bezigheidsvriendinnetje was voor de gehandicapte dochter. Het meisje maakte op hem de indruk van een ‘bang kippetje’. In zijn beleving deed het meisje niets anders dan huishoudelijk werk. Hij twijfelde eraan of het meisje daar vrijwillig verbleef. Hij had de indruk dat het meisje een veredelde huishoudelijke hulp was.Mevrouw [getuige 7] , een andere buurvrouw, heeft voorts verklaard dat zij heeft gezien dat het meisje weleens de galerij veegde. Ook zag zij het meisje wel eens de ramen zemen en de boodschappen doen.
Behalve deze getuigenverklaringen bevindingen zich in het dossier ook vele getuigenverklaringen met de strekking dat [slachtoffer] liefdevol door verdachte werd behandeld als een dochter. Deze getuigen betreffen familieleden of kennissen/vrienden van de zijde van verdachte, waarbij een aantal van hen maar zeer sporadisch bij verdachte thuis kwam. Voor zover deze getuigenverklaringen de hiervoor weergegeven verklaringen weerspreken, overweegt de rechtbank dat zij meer waarde hecht aan de hiervoor weergegeven verklaringen, omdat dat objectieve getuigen betreffen die geen belang hadden bij hun verklaringen.
De rechtbank concludeert dat [slachtoffer] in haar verschillende verklaringen op essentiële punten consistent heeft verklaard, zodat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen. Dat [slachtoffer] soms aanvullend of op bepaalde, minder essentiële, onderdelen terugkwam op haar eerder afgelegde verklaringen - naar eigen zeggen om bepaalde personen in haar omgeving te beschermen - maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders. Voorts wordt de aangifte in voldoende mate ondersteund door overige bewijsmiddelen.
Werven, vervoeren, huisvesten en opnemen
Uit het voorgaande blijkt dat verdachte [slachtoffer] vanuit [land] naar Nederland heeft overgebracht en naar [plaats 1] heeft vervoerd. Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer] in de periode vanaf 1 januari 2005 tot 1 oktober 2012 in haar gezin opgenomen en gehuisvest in haar woning in [plaats 1] , terwijl [slachtoffer] illegaal in Nederland verbleef.
Met het oogmerk van uitbuiting
Om te kunnen spreken van een oogmerk tot uitbuiting geldt dat vereist is dat het handelen van verdachte, naar zij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door haar gewild gevolg meebracht dat de ander, in casus [slachtoffer] , door haar werd of zou kunnen worden uitgebuit. Met andere woorden: of de activiteiten van verdachte gericht waren op de verwezenlijking van het einddoel uitbuiting.
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte naar [land] is gegaan om op zoek te gaan naar een meisje dat zij mee zou kunnen nemen naar Nederland en als ‘hulp’ in de huishouding en als verzorgster van [betrokkene 1] zou kunnen gebruiken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat verdachte [slachtoffer] met dit doel heeft meegenomen vanuit [land] naar Nederland. [slachtoffer] is in Nederland vervolgens in een volstrekt afhankelijke en geïsoleerde positie terechtgekomen. Zij was zeer jong, illegaal in Nederland, beschikte niet over een paspoort, kende niemand in Nederland, sprak de Nederlandse taal niet en ging niet naar school. [slachtoffer] bevond zich hierdoor in een uiterst kwetsbare positie, waardoor zij redelijkerwijs geen andere keuze had dan om in de toestand van uitbuiting te geraken en zich beschikbaar te stellen en te houden voor het verrichten van de huishoudelijke werkzaamheden en de verzorging van [betrokkene 1] . De rechtbank stelt vast dat de werkzaamheden die [slachtoffer] moest verrichten veel verder gingen dan de werkzaamheden die een lid van een gezin in de huishouding normaliter zou verrichten. Het betroffen werkzaamheden, zowel in aard als intensiteit, die van een gemiddeld kind van haar leeftijd niet mochten worden verwacht. Verdachte moet hebben beseft dat haar handelen jegens [slachtoffer] als noodzakelijk en door haar gewild gevolg meebracht dat [slachtoffer] door haar werd uitgebuit. Verdachte moet zich bewust zijn geweest van de uitbuitingssituatie waarin [slachtoffer] zich bevond.
Voorts heeft verdachte voordeel getrokken van de uitbuiting, aangezien zij enkel voor kost en inwoning iemand in huis had die te allen tijde inzetbaar was voor de huishouding en verzorging van [betrokkene 1] .
Terwijl de leeftijd van achttien jaar niet is bereikt
Ten tijde van het onderzoek door de politie is er contact geweest met de moeder van [slachtoffer] in [land] . De moeder heeft de politie in Nederland een origineel uittreksel van het geboorteregister van [slachtoffer] toegezonden. De geboorteakte is vertaald in de Nederlandse taal en hieruit is gebleken dat [slachtoffer] geboren is op [geboortedag 2] 1995.Ten name van [slachtoffer] is vervolgens een [land] identiteitsbewijs uitgegeven, waarop eveneens als haar geboortedatum staat vermeld [geboortedag 2] 1995.De rechtbank neemt de juistheid van de, door de [land] autoriteiten afgegeven, documenten als uitgangspunt. De rechtbank gaat bij de beoordeling van het ten laste gelegde feit dan ook uit van de juistheid van de op de geboorteakte en het identiteitsbewijs vermelde geboortedatum. Dit betekent dat [slachtoffer] op [geboortedag 2] 2013 achttien jaar oud is geworden en zij gedurende de gehele ten laste gelegde periode jonger dan achttien jaar oud was.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte [slachtoffer] omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot 1 oktober 2012 naar [plaats 1] heeft overgebracht en vervoerd en haar vervolgens heeft gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting, terwijl [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt.
Voorts is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken van die uitbuiting van [slachtoffer] .
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te kunnen vaststellen dat verdachte het voorgaande tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. Zij zal dan ook van dat onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.