Uitspraak
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG
Connexxion Nederland B.V.,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. O. van der Burg, de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, op grond van vermeende partijdigheid. De wrakingskamer heeft op 8 februari 2016 het verzoek behandeld, waarbij verzoekster aanwezig was, maar de kantonrechter en de belanghebbende, Connexxion Nederland B.V., zich schriftelijk hebben afgemeld. Verzoekster stelde dat de kantonrechter tijdens de comparitie van partijen niet voldoende aandacht had voor haar standpunt en een overwerkte indruk maakte. De kantonrechter heeft echter betwist dat hij partijdig was en verwees naar het proces-verbaal van de comparitie, waaruit bleek dat verzoekster voldoende gelegenheid had gekregen om haar standpunt toe te lichten. De belanghebbende steunde de kantonrechter en stelde dat deze aan beide partijen voldoende ruimte had geboden.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor partijdigheid van de kantonrechter. Het verzoek tot wraking is afgewezen, en het proces in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 februari 2016.