ECLI:NL:RBDHA:2016:17145
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake overdracht aan Bulgaarse autoriteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 december 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiseres, een Iraakse nationaliteit hebbende vrouw, in beroep ging tegen een besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris had op 27 mei 2016 eiseres geïnformeerd over de voorgenomen overdracht aan de Bulgaarse autoriteiten, welke overdracht op 8 juni 2016 zou plaatsvinden. Eiseres heeft hiertegen op 7 juni 2016 bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft dit verzoek op 8 juni 2016 afgewezen. Eiseres heeft vervolgens op 22 juni 2016 een beroepschrift ingediend nadat haar bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard.
Tijdens de openbare behandeling op 22 november 2016 is eiseres, noch haar gemachtigde, verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 8 juni 2016 met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is geweest met haar gemachtigde. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres geen belang meer heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit van 22 juni 2016. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een kostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel beschikbaar voor hoger beroep binnen vier weken na verzending van de uitspraak.