Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
- nationaliteit, identiteit en herkomst;
- de homoseksuele gerichtheid van eiser;
- problemen met een bende vanwege zijn seksuele geaardheid.
Verweerder acht eisers nationaliteit, identiteit en herkomst geloofwaardig. Eisers homoseksuele geaardheid wordt echter niet geloofwaardig geacht, met name vanwege de afwezigheid van een bewustwordingsproces en een proces van zelfacceptatie. Ook de door eiser gestelde problemen met een bende vanwege zijn seksuele gerichtheid, worden niet geloofwaardig geacht. Eiser komt daarom niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, Vw.
Ter zitting heeft eiser hieraan toegevoegd dat uit het bestreden besluit niet blijkt dat verweerder bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers verklaring rekening heeft gehouden met eisers beperkingen.
Uit informatie van het FMMU, het medisch rapport d.d. 10 oktober 2016, blijkt dat eiser spanningsklachten ervaart en hierdoor last kan krijgen van concentratieproblemen alsmede problemen met het reproduceren van data en gebeurtenissen. Voorts kan eiser tijdens een gehoor mogelijk emotioneel reageren. Een pauze tijdens het gehoor zou verlichting moeten brengen. Tijdens de gehoren is met de klachten rekening gehouden, zo is regelmatig gepauzeerd en zijn er korte vragen gesteld. Ook zijn de vragen herhaaldelijk herhaald en toegelicht. Ten aanzien van de in de correcties en aanvullingen door eiser verstrekte informatie dat hij zich wil laten onderzoeken omdat hij het gevoel heeft dat hij zich vanwege een vroeger opgelopen hoofdwond niet alles kan herinneren, wordt overwogen dat hiervan tijden het gehoor niet is gebleken. Bovendien is de vraagstelling meer gericht geweest op feitelijkheden en meer gevoelsmatige kwesties, dan op exacte feiten uit het verleden.
Verweerder heeft ten slotte in het verweerschrift gesteld dat in het voornemen onder referentiekader is verwezen naar het FMMU rapport en naar de wijze waarop hier tijdens de gehoren rekening mee is gehouden. Voorts blijkt niet uit de beroepsgronden waarom de medische problemen van eiser dan wel de wijze waarop verweerder daarmee is omgegaan, afbreuk doen aan het bestreden besluit.
Eiser heeft in het nader gehoor als volgt verklaard (pagina 8):
Op pagina 16 van het nader gehoor:
Op pagina 20 verklaart eiser:
en:
“Ik heb zelf ook moeite met het formuleren van antwoorden, het komt er niet vlot uit. Dat komt door mijn medische toestand. Het is alsof iets mij weerhoudt.”
“Dat is iets wat ik mij hiervan herinner, maar dat is niet alles. Ik herinner mij niet alles. Ik doe mijn best, maar na het incident waarbij ik een fles op mijn hoofd kreeg, is het erg moeilijk voor mij om te functioneren. Ik probeer het grootste deel van de tijd te rusten. Het spijt mij erg voor dit ongemak. Normaal gesproken als je iemand een vraag stelt dan krijg je direct antwoord, ik kan niet meteen antwoord geven. Ik schaam mij daarvoor. Ik weet niet of jullie dat kunnen begrijpen.”
De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat verweerder niet kan worden gevolgd in zijn standpunt dat eiser tijdens het gehoor niet kenbaar heeft gemaakt dat hij zich vanwege een vroeger opgelopen hoofdwond niet alles kan herinneren.
Evenmin blijkt uit het voornemen of uit het bestreden besluit hoe verweerder deze beperking bij eiser bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers verklaringen heeft meegewogen en of dit aanleiding heeft gegeven om bepaalde vaagheden dan wel tegenstrijdigheden niet tegen te werpen. De rechtbank verwijst in dit verband naar de door verweerder gehanteerde Werkinstructie 2014/10 waarin in paragraaf 3.2. is vermeld:
Verweerder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een proces van zelfacceptatie heeft doorgemaakt. Van iemand die homoseksueel is in een land waar dit niet wordt geaccepteerd en waar dit mogelijk strafbaar is gesteld, mag in alle redelijkheid worden verwacht dat het proces van bewustwording en acceptatie met meer gevoelens gepaard is gegaan dan dat het enkel als 'normaal' is ervaren. Voorts heeft eiser verklaard dat zijn seksuele gerichtheid niet wordt geaccepteerd door de maatschappij, de politie, en God. Daarbij geeft eiser aan dat de maatschappij LHBT’s niet accepteert en LHBT’s worden gedood. Dit verhoudt zich niet met de verklaring die eiser vervolgens doet aangaande zijn zelfacceptatieproces. Eiser geeft immers aan te denken dat het normaal is om homoseksueel te zijn. Derhalve had het in de rede gelegen dat eiser op zijn minst bij zichzelf was nagegaan of het wel 'normaal' was en dat hij hier nader over had kunnen verklaren. Hiervan is niet gebleken. Eiser vervalt hieromtrent in algemeenheden.
Ten aanzien van zijn proces van zelfacceptatie moet worden geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt een proces van zelfacceptatie te hebben doorgemaakt. Eiser geeft blijk van interesse in en gedaan onderzoek naar de homoseksuele gemeenschap dan wel opvattingen over homoseksualiteit. Zo heeft eiser verklaard dat hij meerdere boeken heeft bestudeerd aangaande homoseksualiteit en hoe hier in verschillende (oude) culturen mee om wordt gegaan. Deze kennis heeft er voor gezorgd dat eiser tot de conclusie is gekomen dat homoseksualiteit als een verloren gegane cultuur aangemerkt moet worden en niet als iets slechts of een taboe. Echter eiser is herhaaldelijk bevraagd naar zijn persoonlijke ervaringen en niet naar algemene opvattingen en theorieën waarmee hij antwoord. Eiser kan niet concreet verklaren aangaande zijn persoonlijke proces van zelfacceptatie en vervalt in algemeenheden en onpersoonlijke concepten. Aldus moet worden geconstateerd dat eiser niet kan verklaren aangaande een doorgemaakt proces van zelfacceptatie.
(…)
“Wat is het moment geweest waarop u begreep dat wat u voor andere jongens voelde niet zo maar een fijne gewaarwording was, maar dat u zich realiseerde dat u homoseksueel was ?Dat moet kort nadat ik mijn basisschool had afgerond zijn geweest. Ik ging een relatie aan met een andere jongen die ook homoseksueel was. Toen besefte ik dat ik zo was, homoseksueel.”
“
Wat is er toen gebeurd waardoor u zich bewust werd van uw geaardheid, in tegenstelling tot daarvoor ?Als er intimiteiten waren, dan voelde dat voor mijn lichaam als aangenaam. Als normaal.”
“U zei dat u zich tijdens de relatie na de basisschool realiseerde dat u homoseksueel was. Hoe voelde u zich daarbij?Ik vind het heel moeilijk om hierop antwoord te geven.
Was u misschien opgelucht, juist bang of iets heel anders?Niemand heeft mij ooit deze vragen gesteld, het is alsof ik terug moet naar ABC. Ik heb hier nog nooit zo over gesproken [betrokkene lacht]. Het is heel moeilijk uit te leggen, maar ik voelde mij alsof ik mij helemaal kon openen. Zoals een nieuw begin.”
(…)
“Ergens in de geest, diep van binnen, zijn wij allemaal wezens die in en uit ademen. In die wezens bestaat niet echt een geslacht. Het lichaam is slechts een uiting, slechts iets fysieks. De geest zit op een ander niveau. Voor mij is homoseksueel zijn in evenwicht zijn en hetero zijn is dat voor mij niet.”
(…)
“Echt een twijfel is het niet geweest hoor. Je weet er alleen zo weinig van, pas na verloop van tijd kom je pas tot het besef.
Wat dat besef heeft gebracht, was de relatie na de basisschool met uw vriendje als ik u goed begreep.Dat was er onderdeel van ja.
Wat nog meer?Het andere deel was meer de zoektocht in mijzelf, het meer nadenken. Heel wat mensen weten niet waar homoseksualiteit daadwerkelijk over gaat, wat het inhoudt.
(…)
“Zoals ik zei, na de basisschool begon ik met intimiteiten met mijn vriendje. Ik begon het besef te krijgen van wat ik was, dat ik homoseksueel ben. Maar ook het dieper nadenken over andere zaken zoals hoe ik ben opgegroeid, hoe ik mij als kind gedroeg, hebben daaraan bijgedragen. Ik ben gaan lezen over wat ik deed en wat dat betekende. Al deze concepten hebben eraan bijgedragen dat ik mij als tiener bewust werd van mijn geaardheid.”
Gelet op deze verklaringen kan verweerder niet worden gevolgd in het standpunt dat eiser geen blijk heeft gegeven van een bewustwordingsproces omtrent zijn homoseksuele geaardheid. Evenmin kan verweerder worden gevolgd in de conclusie dat eiser er nog helemaal niet uit is wat zijn seksuele gerichtheid is. Blijkens pagina 12 van het nader gehoor is eiser gevraagd hoe hij zich identificeert. Eiser heeft daarop geantwoord “als homoseksueel”. En op pagina 35 heeft eiser verklaard “Maar ik ben homoseksueel en mensen weten da[t]. Zij hebben dat gezien. Daarom begonnen de problemen”. De omstandigheid dat eiser ook heeft verklaard dat hij er over nadenkt om “transgender” te worden omdat hij altijd al borsten en heupen heeft willen hebben, kan aan het voorgaande niet afdoen. Dit is immers niet hetzelfde als de seksuele geaardheid van een persoon.
Wat heeft ervoor gezorgd dat u zichzelf direct heeft kunnen accepteren?Ik ging op een zoektocht binnen mijzelf, en ontdekte daar het evenwicht.
(…)
Ik ben een beetje op zoek naar woorden. Ik vind het een hele moeilijke vraag en heb nooit zo’n type antwoord moeten formuleren. Ik heb gekeken naar verschillende culturen om naar het volgende niveau van bewustzijn kunnen gaan. Homoseksualiteit is een cultuur die verloren gegaan is, vergeten is. Het is niet iets slechts of verkeerds, niet iets dat niet gedaan had moeten worden.”
Eiser heeft ten aanzien van zijn kennis van de naam [naam 2] als volgt verklaard tijdens het nader gehoor (pagina 17):
Hij woonde bij mij in de buurt, vlakbij. Wij speelden vaak samen. [naam 2] is de naam waarmee ik hem kende, ik heb hem nooit zijn naam gevraagd.”
Ter zitting heeft eiser hierop aangevuld dat iedereen in de buurt hem [naam 2] noemde. Hij en [naam 2] waren nog erg jong op het moment dat zij de relatie hadden. Ze gedroegen zich niet als volwassenen. Hij kende hem als [naam 2] en [naam 2] kende eiser alleen als [eiser] .
Ten aanzien van het moment waarop eiser een relatie met [naam 2] kreeg en de duur van de relatie heeft eiser als volgt verklaard (pagina 13):
En op pagina 15 van het nader gehoor:
“Het was een vakantieliefde, ik was aan het wachten op mijn schoolresultaten om naar de middelbare school te gaan. Voordat ik naar de middelbare school ging was het alweer over.”
Eiser heeft ter onderbouwing meerdere documenten overgelegd. Hieraan kan echter niet de waarde worden toegekend die eiser aan de documenten wenst toe te kennen. De overgelegde documenten maken dan wel melding van incidenten en ziekenhuisbezoeken, er blijkt geen enkel verband uit tussen de informatie uit de stukken en de gestelde homoseksuele gerichtheid en de problemen met de onbekende bende. Nog los daarvan komt daar nog bij dat de authenticiteit van de politierapporten evenmin is vast te stellen, aangezien een groot deel daarvan met de hand is geschreven. Dit kan derhalve door eenieder met de hand worden ingevuld. Vast blijft staan dat het in geval van een aangifte gaat om het verhaal van degene die de aangifte doet. Dit verhaal wordt immers opgenomen in de aangifte. Indien niet is gebleken van onderzoeksresultaten of een proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van de aangifte, kan de aangifte niet dienen als bewijs dat daadwerkelijk is gebeurd wat in de aangifte is opgenomen. Nu eiser geen document heeft overgelegd waaruit resultaten van enig onderzoek na de aangifte blijken of een proces-verbaal van bevindingen heeft overgelegd, heeft hij met de politierapporten de gestelde problemen niet aannemelijk gemaakt. Een nader onderzoek van deze documenten op authenticiteit ligt daarom niet in de rede. Dat de geconstateerde littekens niet zijn meegenomen in het voornemen leidt niet tot aanpassing van het voornemen. Eiser heeft op geen enkele wijze nader gemotiveerd dan wel geconcretiseerd hoe de littekens verband houden met zijn homoseksuele gerichtheid, dan wel met de gestelde problemen.
In het verweerschrift heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat uit de overgelegde ‘verkorte verklaring van onderzoek documenten’ van 1 december 2016 blijkt dat de authenticiteit van de stukken die eiser heeft overgelegd, bij het ontbreken van voldoende betrouwbaar referentiemateriaal niet kan worden vastgesteld.
Eiser heeft blijkens pagina 10 van het nader gehoor als volgt verklaard:
“Wat kunt u vertellen over deze bende?Toen ik nog in [naam wijk] woonde, sprak mijn moeder af en toe met de leden van deze bende. Ik heb nooit met hen gesproken, maar zij vroegen wel aan mijn moeder waarom ik nooit met hen sprak. Een van deze bendeleden die heeft een broer die politieagent is. De bende heeft ook banden met andere bendes in andere delen van Trinidad. De meesten van hen die werken niet, ze rijden gewoon rond in hun auto’s, drinken bier en roken wiet. Zij hebben ook connecties in Venezuela. Die gebruiken zij voor het verkrijgen van wapens en drugs.
Gaat deze bende door met een naam?Ik weet dat niet, ik ken geen naam. Ik herken wel hun gezichten.”
De beroepsgrond slaagt.
Dat is geen antwoord op de vraag. Wat is de reden dat u er nu pas mee komt dat u ook daadwerkelijk transgender wilt worden? Dit is toch wel een vrij essentieel onderdeel van uw asielrelaas.De reden dat ik het niet eerder heb verteld, is omdat ik niet echt de mogelijkheid kreeg bij de vragen om dat te vertellen.”
De rechtbank ziet de verklaring van eiser dat hij de eerste dag wel heeft willen vertellen over het transgender worden maar dat hij daartoe niet echt de mogelijkheid kreeg, bevestigd in het verslag van het nader gehoor. Eiser heeft op de eerste dag van het nader gehoor (pagina 13) als volgt verklaard, waarna hij door de gehoormedewerker is onderbroken:
Ik onderbreek u even. Ik wil het allereerst met u hebben over uw geaardheid, het gevoel dat u heeft voor mannen.(…)”
U noemt twee verschillende dingen die los van elkaar kunnen staan, enerzijds homoseksualiteit en anderzijds dat u graag vrouwelijke kenmerken wilde hebben. Wat is voor u het verband tussen deze twee?Je moet dat niet mixen. In een relatie heb je iemand die neemt en iemand die geeft. Ik heb soms het gevoel dat ik graag meer vrouwelijk wil zijn, in een relatie ook.”
En dan weer op pagina 17 van het nader gehoor, zijnde ook op de eerste dag, op de vraag hoe hij zijn jeugd heeft ervaren in relatie tot zijn geaardheid:
Waar schaamde u zich dan voor?Iedereen op school was op een bepaalde manier gekleed, zo waren bij de meisjes de kousen opgetrokken tot de knieën. Mijn moeder deed dat ook, en ook kamde ze mijn haren als bij een meisje. Maar op die leeftijd wil je zijn als andere jongens, dus ik schaamde mij daarvoor.”
Gelet op het voorgaande heeft verweerder ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij pas op de tweede dag van het nader gehoor heeft verklaard dat hij overweegt om transgender 'te worden'.
Voorts heeft eiser aangegeven dat hij er nog niet over uit is of hij transgender wil worden, zodat verweerder zonder nadere toelichting niet kan tegenwerpen dat eiser niet concreter heeft kunnen verklaren over zijn persoonlijke ervaringen als transgender. Eiser heeft immers nog geen persoonlijke ervaringen als transgender. Daarbij weegt de rechtbank mee dat eiser wel een en ander over zijn persoonlijke ervaring heeft kunnen vertellen namelijk (pagina 31 en volgende van het nader gehoor):
En hoe identificeert u zich dan? Van binnen?De ziel heeft geen geslacht, het is niet mannelijk of vrouwelijk. Die is helemaal in balans. Zo is het van binnen.
(…)
Voordat wij met pauze gingen vroeg ik u hoe u zich van binnen identificeert. Kunt u dat nog vertellen?Van binnen voel ik een vrouwelijke entiteit. Maar de ziel heeft geen geslacht. Ik weet dat ik er fysiek als een man uitzie, maar ik wil graag dat de mannelijkheid in balans gebracht wordt door het worden van een transgender.”
De rechtbank is van oordeel dat de beroepsgrond slaagt.
Beslissing
van deze uitspraak;
betalen.