2.2.Aan deze vordering heeft NBG Monuglass – voor zover thans van belang en zakelijk weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd.
2.2.1.NBG Monuglass is gelieerd aan NBG. NBG Monuglass is in november 2015 opgericht met het oog op voorgenomen productie- en handelsactiviteiten op het gebied van monumentale beglazing. Beide ondernemingen zijn indirect eigendom van de heer [B] (hierna: [B] ).
2.2.2.VRI was actief op het gebied van isolerend enkelglas. [A] was enig bestuurder van VRI.
2.2.3.Alle intellectuele eigendomsrechten van VRI, waaronder het Benelux-woordmerk Van Ruysdael, op 17 oktober 2003 ingeschreven onder nummer 0749978, (hierna ook wel: het Benelux-merk) en de handelsnaam Van Ruysdael waren ondergebracht in de stichting Stichting Octrooibehoud VR (hierna: de Stichting). De Stichting was tevens houdster van de domeinnamen vanruysdael.com en vanruysdael.fr. Op grond van een tussen de Stichting en VRI gesloten licentieovereenkomst was VRI bevoegd deze rechten te gebruiken.
2.2.4.NBG was sinds omstreeks 2010 hoofdleverancier van VRI voor glas. VRI heeft betalingsachterstanden laten ontstaan. Mede in verband met een door [A] en VRI voorgespiegelde gang van zaken en het aanbod van een samenwerking in Frankrijk heeft NBG de leveranties voortgezet en is de betalingsachterstand verder opgelopen. In de zomer van 2015 heeft NBG nog met medeweten van VRI en [A] grote nieuwe voorraden besteld, waarvoor zij alleen VRI als afnemer had. [A] , als indirect bestuurder van VRI, had [B] moeten behoeden voor deze verdere investeringen, omdat hij wist dat
VRI failliet zou gaan. Achteraf is gebleken dat [A] niet het voornemen had de betalingsverplichtingen jegens [B] na te komen.
2.2.5.Bij brief van 16 november 2015 heeft de Stichting de licentieovereenkomst met VRI opgezegd en haar gesommeerd het gebruik van de naam en het merk Van Ruysdael te staken.
2.2.6.De Stichting heeft het merkrecht en de handelsnaam overgedragen aan NBG Monuglass. NGB Monuglass heeft de overdracht van het merkrecht op 17 november 2015 doen aantekenen in het merkenregister van het BBIE, waarna dit op 29 januari 2016 is gepubliceerd. Zij heeft voorts een beeldmerk ‘Van Ruysdael’ gedeponeerd.
2.2.7.Bij vonnis van 12 januari 2016 heeft deze rechtbank VRI op verzoek van NBG in staat van faillissement verklaard.
2.2.8.Bij akte van 1 maart 2016 heeft de Stichting de domeinnamen vanruysdael.fr en vanruysdael.com overgedragen aan NBG Monuglass.
2.2.9.Bij akte van 31 maart 2016 heeft NBG haar vorderingen op VRI overgedragen aan NBG Monuglass. Van de overdracht is bij brief van 6 april 2016 mededeling gedaan aan [A] en Miro.
2.2.10.Miro en [A] zijn in het maatschappelijk verkeer de naam Van Ruysdael blijven gebruiken. Bij brieven van onder meer 22 februari en 6 april 2016 heeft NBG Monuglass Miro c.s. gesommeerd het gebruik van het merkrecht en de handelsnaam te staken. Miro c.s. heeft aan deze sommaties geen gehoor gegeven.
2.2.11.Gelet op de overdracht van het merkrecht, heeft NBG Monuglass gezien artikel 2.20 BVIEals merkhouder de bevoegdheid een ander het gebruik van een overeenstemmend merk of teken, dan wel het gebruik van een verwarring scheppende naam te (doen) verbieden.
2.2.12.Miro c.s. gebruikt het woord- en beeldmerk Van Ruysdael in het economisch verkeer voor dezelfde waren en diensten als NBG Monuglass, te weten monumentaal glas.
2.2.13.Voorts heeft Miro de domeinnaam van-ruysdael.com ingeschreven. De content van de bijbehorende website komt overeen, althans vertoont sterke gelijkenis met de merk-, handels- en domeinnamen van NBG Monuglass. Een belangrijk deel van de content (over glas, knowhow en techniek) is door [B] ter beschikking gesteld aan [A] , met behoud van het auteursrecht bij [B] c.s. NBG Monuglass heeft Miro geen toestemming gegeven deze content te gebruiken. Bij het publiek is ook verwarring te duchten in de vorm van associatiegevaar met het merk en de overige intellectuele eigendomsrechten van NBG Monuglass.
2.2.14.Miro c.s. handelt in strijd met de artikelen 5 en 5a van de Hnw. Het betreft immers het handelsnaamrecht van NBG Monuglass die de naam in het economisch verkeer eerder is gaan voeren dan Miro c.s.
2.2.15.NBG Monuglass heeft er recht op en belang bij dat aan Miro een inbreukverbod wordt opgelegd. NBG Monuglass is vanuit Nederland actief zodat het te wijzen vonnis werking moet hebben in heel Europa, althans in de Benelux en in Frankrijk.
2.2.16.Er is sprake van een onrechtmatige daad van [A] en Miro. [A] is als bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor het handelen van Miro. Hij wist dat VRI na opzegging van de licentieovereenkomst geen intellectuele eigendomsrechten rechten meer had. [A] is ook in privé aansprakelijk voor de betaling van de facturen die [B] aan VRI heeft gestuurd.