ECLI:NL:RBDHA:2016:15524
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van archiefstukken en belanghebbendheid in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft eiser op 17 maart 2014 een verzoek ingediend bij het Nationaal Archief om openbaarmaking van een gedeelte van het archief van de Ministerraad, specifiek 5999 agenda’s en 6000 notulen van de Ministeriële Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (MICIV) over de periode van 26 januari tot 27 februari 1990. Het verzoek werd door de Algemene Rijksarchivaris op 3 april 2014 afgewezen, waarna eiser bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 22 juli 2014 door de Algemene Rijksarchivaris afgewezen, en het besluit werd onherroepelijk. Eiser heeft vervolgens een ingebrekestelling verzonden en een beroep ingediend wegens het niet tijdig beslissen door verweerder, wat uiteindelijk door de rechtbank Midden-Nederland naar de rechtbank Den Haag werd doorgezonden.
De rechtbank Den Haag heeft op 9 december 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelde dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij het Besluit beperking openbaarheid 2013. Dit besluit betreft beperkingen aan de openbaarheid van archiefstukken van de ministerraad en onderraden uit de periode van 1 januari 1990 tot en met 1 januari 1991. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat het belang van eiser bij de raadpleging van de stukken niet voldoende onderscheidend is van dat van andere geïnteresseerden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van 13 november 2015 en verklaarde het bezwaarschrift van eiser niet-ontvankelijk. Tevens werd bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 167,- dient te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 december 2016, en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.