ECLI:NL:RBDHA:2016:15140
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid van Tsjechië en toepassing van humanitaire clausule
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2016 een mondelinge uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiseres, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij het onderzoek ter zitting plaatsvond op dezelfde datum. De rechtbank overweegt dat Tsjechië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres, en dat het aan eiseres is om aan te tonen dat Tsjechië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Eiseres heeft echter niet kunnen aantonen dat er ernstige tekortkomingen zijn in de opvang en asielprocedure in Tsjechië, en haar beroep op een rapport van Amnesty International werd als onvoldoende beoordeeld.
De rechtbank stelt verder vast dat de staatssecretaris een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij de toepassing van de humanitaire clausule, en dat de door eiseres aangevoerde medische omstandigheden en het slachtofferschap van mensenhandel niet zodanig bijzonder zijn dat toepassing van deze clausule gerechtvaardigd is. Ook de vraag of eiseres ten onrechte geen reguliere verblijfsvergunning is verleend, wordt negatief beantwoord, aangezien de asielaanvraag niet in behandeling is genomen. Tot slot wordt opgemerkt dat in Dublinzaken geen beoordeling plaatsvindt op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet, en dat de rechtbank het beroep ongegrond verklaart. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.