Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 december 2016 in de zaken tussen
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
Horeca Exploitatiemaatschappij Annie’s B.V., te Leiden, vergunninghoudster
Procesverloop
De beslissing om al dan niet met toepassing van voornoemd artikel een omgevingsvergunning te verlenen behoort tot de bevoegdheid van verweerder, waarbij verweerder beleidsvrijheid heeft. Dat betekent dat de rechtbank zich in haar beoordeling moet beperken tot de vraag of verweerder in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om in dit geval een omgevingsvergunning te verlenen.
Ingevolge artikel 2.15 van de Wabo kan de omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in voornoemd artikel slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing op de aanvraag houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
a. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, indien de activiteit betrekking heeft op:
2°. het ingrijpend wijzigen van een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan, voor zover de gevolgen voor de waarde van het rijksmonument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het geval, bedoeld onder 1°.
Beslissing
- verklaart het beroep van de Historische Vereniging Oud Leiden ongegrond;
- verklaart de beroepen van het Waterambacht Leiden en eiseressen sub 2 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
- draagt verweerder op het griffierecht van € 331,- aan het Waterambacht Leiden en eiseressen sub 2 te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen sub 2 van € 3.662,07.