ECLI:NL:RBDHA:2016:14398

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
AWB 16/16380
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in vreemdelingenzaak

Op 28 november 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetprocedure (zaaknummer AWB 16/16380) tegen een eerdere uitspraak van 15 september 2016. In die eerdere uitspraak was het beroep van de opposante, mede namens haar minderjarige zoon, kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet de benodigde gronden bevatte en dit verzuim niet tijdig was hersteld. De opposante heeft op 27 september 2016 verzet aangetekend tegen deze uitspraak en verzocht om mondelinge toelichting.

Tijdens de zitting op 28 november 2016 is het onderzoek gesloten en heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank heeft overwogen dat het beroep van de opposante terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Dit was gebaseerd op het feit dat op de laatste dag van de herstelverzuimtermijn een uitstelverzoek was ingediend, maar de rechtbank niet meer tijdig kon beslissen. De rechtbank had in de herstelverzuimbrief een termijn gesteld voor het indienen van een uitstelverzoek, die niet in acht was genomen.

De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 16/16380
V-nummer: [nummer]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 28 november 2016 in de zaak tussen
[naam 1], opposante, mede namens haar minderjarige zoon
[naam 2],
gemachtigde: mr. [naam advocaat] .

Procesverloop

Bij uitspraak van deze rechtbank van 15 september 2016 is het beroep van opposante met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet de gronden van het beroep bevatte en dit verzuim niet binnen de daartoe gestelde termijn is hersteld.
Op 27 september 2016 heeft opposante verzet gedaan tegen deze uitspraak. Daarbij heeft zij medegedeeld dat zij bereid is om het verzet desgewenst mondeling toe te lichten.
De behandeling ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 november 2016. Opposante is verschenen bij gemachtigde. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank doet na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak en overweegt daartoe als volgt.
2. In dit geding dient te worden beoordeeld of de rechtbank het beroep van opposante terecht met toepassing van artikel 8:54 van de Awb kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard.
3. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. In dit geval is op de laatste dag van de herstelverzuimtermijn van vier weken kort voor middernacht een uitstelverzoek ingediend. Daarop kon de rechtbank niet meer op tijd beslissen. In de herstelverzuimbrief is een termijn gesteld voor het indienen van een uitstelverzoek van uiterlijk een week vóór afloop van de herstelverzuimtermijn. Die termijn is er juist voor bedoeld dat de rechtbank binnen de herstelverzuimtermijn kan beslissen op een uitstelverzoek. Deze termijn is niet in acht genomen.
4. Het verzet is ongegrond, zodat de uitspraak in stand blijft.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2016.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.