ECLI:NL:RBDHA:2016:14277
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van kinderopvangtoeslag na faillissement kinderdagverblijf
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen over de toekenning van kinderopvangtoeslag. Eiser had kinderopvangtoeslag aangevraagd voor de opvang van zijn dochter bij kinderdagverblijf [B.V.], dat op 24 oktober 2014 failliet was verklaard. Eiser had geen jaaropgaaf kunnen overleggen, wat volgens de Belastingdienst noodzakelijk was om de kosten van de opvang aan te tonen. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet kon worden aangerekend dat hij geen jaaropgaaf kon overleggen, aangezien dit het gevolg was van het faillissement van het kinderdagverblijf. De rechtbank stelde vast dat eiser voldoende bewijs had geleverd van de gemaakte kosten voor de opvang, onder andere door middel van bankafschriften en facturen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst en stelde het recht op kinderopvangtoeslag vast op € 1.951. Tevens werd de Belastingdienst opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 oktober 2016.