Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 november 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
De Raad voor Rechtsbijstand, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Zowel uit artikel 34a, eerste lid van de Wrb als uit de totstandkomingsgeschiedenis van deze bepaling (Kamerstukken II, 2003/04, 29 685, nr. 3, blz. 6 en 17) blijkt dat het ambtshalve te nemen besluit na hercontrole in de plaats treedt van het besluit waarin is beslist op de aanvraag om een toevoeging. De rechtsgevolgen van het eerdere genomen besluit worden vervangen door die van het besluit na hercontrole. De rechtbank volgt verweerder dan ook niet in zijn standpunt dat de twee besluiten in zoverre naast elkaar blijven bestaan. Nu het besluit na hercontrole in de plaats treedt van het besluit waarin is beslist op de aanvraag om een toevoeging, als bedoeld in artikel 34c, derde lid, van de Wrb, bestaat opnieuw de mogelijkheid binnen zes weken na bekendmaking van dat besluit een aanvraag om peiljaarverlegging in te dienen. De rechtbank vindt in de wet noch in de totstandkomingsgeschiedenis van de betreffende bepalingen steun voor verweerders standpunt dat de wetgever deze mogelijkheid heeft beoogd uit te sluiten. Verweerder betoogt dat de mogelijkheid om na bekendmaking van het besluit na hercontrole een aanvraag om peiljaarverlegging in te dienen, strijdig is met op het systeem van de wet, onder meer gelet op de in artikel 34c, derde lid, opgenomen fatale termijn en de rechtszekerheid voor verweerder. De rechtbank volgt verweerder niet zijn betoog. Uit de wetsgeschiedenis valt op te maken dat met de termijn van zes weken voor het aanvragen van een peiljaarverlegging uit efficiëntie- en rechtszekerheidsoverwegingen is aangesloten bij de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. De aanvraag om peiljaarverlegging dient gelijktijdig met het bezwaarschrift te worden behandeld. Door de mogelijkheid een aanvraag om peiljaarverlegging in te dienen na de bekendmaking van het besluit na hercontrole, wordt dit systeem niet doorbroken. Ook tegen dit besluit staat immers bezwaar en beroep open. Gelet daarop treft het beroep van verweerder op de rechtszekerheid ook geen doel.