Uitspraak
Rechtbank den haag
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie, Centrale Verwerking Openbaar Ministerie),
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
terwijl de bestuurder niet over een rijbewijs beschiktonder de reikwijdte van de recidiveregeling valt (artikel 123b lid 1 onder b). Die situatie is dus door de wetgever onder ogen gezien. De omstandigheid dat dit artikel een andere uitwerking heeft op een betrokkene die pas ná de strafrechtelijke veroordelingen alsnog een rijbewijs haalt dan op een betrokkene die ná het plegen van de feiten maar vóór de tweede veroordeling zijn rijbewijs haalt, maakt nog niet dat dit artikel op [eiser] niet van toepassing is. Overigens kan in het eerste geval van ongeldigheid op grond van artikel 123b WVW en een daaruit voortvloeiende verplichting tot het afleggen van een geschiktheidsonderzoek weliswaar geen sprake zijn, maar is de betrokkene wel gehouden om van die veroordelingen melding te maken, hetgeen in beginsel een geschiktheidsonderzoek tot gevolg heeft. Voorts kan in een dergelijk geval de weg van artikel 130 WVW worden gevolgd.