ECLI:NL:RBDHA:2016:14024

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 september 2016
Publicatiedatum
18 november 2016
Zaaknummer
C/09/490675 / FA RK 15-4618
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot minderjarigen en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 september 2016 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die samen minderjarige kinderen hebben. De vrouw had op 16 juni 2015 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarbij zij ook vroeg om nevenvoorzieningen met betrekking tot de minderjarigen en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en brieven van beide partijen. Tijdens de behandeling op 23 augustus 2016 zijn beide partijen, vergezeld van hun advocaten, verschenen en zijn pleitnotities overgelegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet is bestreden en heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen. Tevens is er een ouderschapsplan ingediend, waar partijen overeenstemming over hebben bereikt, en dit is in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de door partijen getroffen onderlinge regeling met betrekking tot de minderjarigen goedgekeurd.

De rechtbank heeft echter besloten dat de behandeling van de overige verzoeken, waaronder partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, op een later moment zal worden voortgezet. De beslissing over deze zaken is aangehouden, en de rechtbank heeft een nieuwe zitting gepland op 27 september 2016. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekest- en zaaknummer: FA RK 15-4618/ C/09/490675 (scheiding)
FA RK 16-44257/ C/09/508640 (verdeling)
Datum beschikking: 9 september 2016

Scheiding

Beschikking op het op 16 juni 2015 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.Y.M. Renken te Leiden, voorheen: mr. I.C. de Jong te Leiden.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B. Kochheim-Bossink te Aerdenhout, voorheen: mr. M.A. Baeten te Amsterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • de brieven van de zijde van de vrouw van 29 juni 2015 en 13 juli 2015;
  • het verweerschrift, tevens verzoekschrift;
  • het verweer tegen het zelfstandig verzoek, tevens aanvullend verzoekschrift;
  • het faxbericht d.d. 19 november 2015 van de zijde van de man;
  • het F9-formulier d.d. 19 november 2015 van de zijde van de vrouw;
  • de brief d.d. 24 november 2015 van de zijde van de man, met als bijlage het op 20 november 2015 door partijen ondertekende ouderschapsplan;
  • het faxbericht d.d. 25 november 2015 van de zijde van de vrouw;
  • het verweer tegen het aanvullend verzoekschrift, tevens aanvullend zelfstandig verzoekschrift;
  • het formulier ‘Verdelen en verrekenen’ van de vrouw;
  • het formulier ‘Verdelen en verrekenen’ van de man;
  • het verweer tegen het aanvullend zelfstandig verzoekschrift;
  • de brief d.d. 11 augustus 2016 van de zijde van de vrouw, met bijlagen;
  • de brief d.d. 12 augustus 2016 van de zijde van de vrouw, met bijlagen;
  • de brief d.d. 12 augustus 2016 van de zijde van de man, met bijlagen;
  • de brief d.d. 23 augustus 2016 van de zijde van de man, met bijlagen.
De minderjarige, [de minderjarige 1] , heeft in raadkamer haar mening kenbaar gemaakt.
Op 23 augustus 2016 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn partijen, ieder vergezeld van hun advocaat, verschenen. Van beide zijde zijn pleitnotities overgelegd.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot echtscheiding, met opname van de door partijen getroffen onderlinge regelingen over de minderjarigen, met nevenvoorzieningen tot:
  • vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van € 2.413,00 bruto per maand, dan wel een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht, bij vooruitbetaling te voldoen;
  • vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de vrouw, met bepaling dat de verdeling dient aan te vangen met een boedelbeschrijving;
  • voortgezet gebruik van de echtelijke woning met inboedel,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Hij concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de verzoeken ter zake de verdeling. De man concludeert tot afwijzing van het verzoek tot partneralimentatie.
Tevens heeft de man zelfstandig verzocht nevenvoorzieningen te treffen tot:
  • in geval de rechtbank het verzoek tot partneralimentatie niet afwijst, vaststelling van een zodanige partneralimentatie als de rechtbank juist vindt met limitering van de duur van de onderhoudsplicht van de man tot 1 september 2017, dan wel nihilstelling van de partneralimentatie met ingang van 1 september 2017;
  • vaststelling van een met ingang van de datum van de indiening van het verzoekschrift door de vrouw te betalen gebruiksvergoeding ter compensatie van haar gebruik van het onverdeelde aandeel van de man in de echtelijke woning gelijk aan de helft van de eigenaarslasten van de woning, waaronder begrepen de netto hypotheeklasten, dan wel een bedrag van 4% van de waarde van de woning, gedeeld door twaalf, minus de door de vrouw betaalde netto hypotheeklasten, althans vaststelling van een zodanig bedrag en met ingang van een zodanig datum als de rechtbank juist acht,
  • vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de man, met bepaling dat de beschikking in de plaats komt van de verdeling, dan wel dat de beschikking in de plaats komt van de wilsverklaring van de vrouw indien zij niet meewerkt aan de verdeling, dan wel dat de vrouw ingeval zij niet binnen één week na betekening van de beschikking meewerkt aan de door de rechtbank vastgestelde wijze van verdeling een dwangsom verbeurt van € 500,00 per dag,
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De vrouw voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] .
  • Zij zijn de ouders van de nog minderjarige kinderen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
  • De minderjarigen verblijven thans bij de vrouw.
  • Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
- Deze rechtbank heeft op 28 april 2016 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover nu van belang inhoudende dat:
o de vrouw bij uitsluiting gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning;
o de man een voorlopige partneralimentatie moet voldoen van € 691,00 bruto per maand.

Beoordeling

Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan.
Echtscheiding
De gestelde duurzame ontwrichting van het huwelijk is niet bestreden en staat dus in rechte vast, zodat het daarop steunende niet weersproken verzoek tot echtscheiding als op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar is.
Ouderschapsplan
Partijen zijn in de loop van onderhavige procedure tot overeenstemming gekomen en hebben eensluidend verzocht de door hen getroffen onderlinge regelingen, vastgelegd in het door de vrouw overgelegde ouderschapsplan, in de beschikking op te nemen.
Dit verzoek kan in het belang van de minderjarigen als op de wet gegrond worden toegewezen. De rechtbank beschouwt het meer of anders verzochte ten aanzien van de minderjarigen als ingetrokken.
Partneralimentatie, verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, voortgezet gebruik van de echtelijke woning en de gebruiksvergoeding
Gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak is een voortzetting van de behandeling op een nadere terechtzitting noodzakelijk. De rechtbank houdt derhalve de behandeling als volgt aan.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de echtscheiding tussen: [de man] , en [de vrouw] , gehuwd op [datum huwelijk] in de gemeente [plaats huwelijk] ;
neemt op de door partijen getroffen onderlinge regeling van hun betrekkingen na de echtscheiding, zoals neergelegd in het (in fotokopie) aan deze beschikking gehechte ouderschapsplan, en verklaart deze beschikking, voor zover het de getroffen onderlinge regelingen omtrent kinderalimentatie, hoofdverblijfplaats, informatie en raadpleging met betrekking tot de minderjarigen en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat de behandeling van de overige verzoeken zal worden voortgezet op de terechtzitting van
27 september 2016 te 14.00 uur;
bepaalt dat deze beschikking als oproeping van partijen geldt;
bepaalt dat de raadslieden bescheiden waarop zij zich ter terechtzitting willen beroepen uiterlijk tien dagen vóór de dag der terechtzitting in afschrift aan de wederpartij en aan de rechtbank moeten doen toekomen;
houdt iedere verdere beslissing
ten aanzien van de partneralimentatie, de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, het voortgezet gebruik van de echtelijke woning en de gebruiksvergoedingaan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C. Sluymer, S.M. Westerhuis-Evers en P.M.E. Bernini, tevens kinderrechters, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2016.