ECLI:NL:RBDHA:2016:14018

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2016
Publicatiedatum
18 november 2016
Zaaknummer
09/827202-16
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens kinderporno en plegen van ontuchtige handelingen met 13-jarig meisje, vrijspraak van grooming

Op 18 november 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en het plegen van ontuchtige handelingen met een 13-jarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1983, in de periode van 1 maart 2016 tot en met 12 april 2016, meerdere afbeeldingen en video's heeft verworven en in bezit heeft gehad die seksuele gedragingen vertoonden van meisjes die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. De verdachte had via een chat-app contact met het slachtoffer, dat op dat moment 13 jaar oud was, en zij hebben elkaar meerdere keren ontmoet. Tijdens deze ontmoetingen heeft de verdachte ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer.

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte wettig en overtuigend bewezen verklaart voor de feiten 1 en 2, maar vrijspraak voor feit 3, wat betreft grooming. De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1 en 3, maar zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor feit 2. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en het plegen van ontuchtige handelingen, maar heeft hem vrijgesproken van grooming. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting bij een forensische polikliniek.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het advies van deskundigen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige zedendelicten, waarbij hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van een minderjarig meisje. De rechtbank heeft benadrukt dat het bezit van kinderpornografisch materiaal verwerpelijk is en dat dit soort misbruik ernstige gevolgen heeft voor de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/827202-16
Datum uitspraak: 18 november 2016
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 21 juli 2016 en 4 november 2016.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.F. Baas en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. B.C. Swier, advocaat
te Amsterdam, en door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot en
met 12 april 2016, in elk geval in 2016
te Gouda en/of Almelo, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
een (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten (een) aantal foto('s)
en/of (een) aantal video('s) en/of (een aantal film(s) -
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten onder
meer een telefoon en/of een computer Acer, heeft verworven
en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd
werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl
op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit (onder meer) het feit dat op een of meer van die afbeeldingen
een 13-jarig meisje [slachtoffer] zichtbaar was die (geheel of gedeeltelijk) naakt
in beeld was (waarbij haar blote borsten zichtbaar waren) en/of sexueel
getinte afbeeldingen van een of meer meisjes/jongens die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet hadden bereikt, onder meer:
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 10
en de 14 jaar oud. Het meisje is geheel naakt en bevind zich op een strandje
met water zichtbaar op de achtergrond. Het meisje zit gehurkt met haar benen
gesprijdt. Door de houding van het meisje en het camera standpunt richt de
aandacht van de foto zich op de blote vagina [bestandsnaam 1]
- een afbeelding van een naakt meisje met een geschatte leeftijd tussen de 4
en 6 jaar. Het meisje ligt op haar rug op een groen plastic luchtbed met haar
beentjes in de lucht waarbij haar vagina en anus duidlijk in beeld zijn.
[bestandsnaam 2]
- een afbeelding van een meisje in de geschatte leetijd tussen de 9 en 12
jaar oud. het meisje bevind zich in een slaapkamer. Op de achtergrond zijn 4
andere kinderen zichtbaar, deze kinderen zijn gekleed. Het meisje staat op de
voorgrond en draagt een roze shirt. Het meisje kijkt recht in de camera en
heeft haar shirt opgetrokken tot aan haar borsten. Het meisje is naakt en de
vagina van het meisje is zichtbaar.
[bestandsnaam 3]
- een afbeelding van een meisje met een geschatte leeftijd tussen de 6 en 10
jaar. Het meisje draagt een soort nachthemd welke tot onder haar buik
gedragen wordt. Het meisje ligt schuin in de armen van een volwassen man en
heeft haar rechterbeen omhoog waarbij haar vagina duidelijk zichtbaar in beeld
is. Het meisje heeft een grote knuffel panter op buik liggen en de volwassen
man heeft een teddybeer in zijn rechterhand.
[bestandsnaam 4]
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 11
en 16 jaar oud. Het meisje zit op een bank. Het meisje draagt een zwart
shirtje en een witte string. Het meisje heeft haar benen geheel gesprijd en in
de lucht. Het meisje kijkt recht in de camera. Door de houding van het meisje
en het camerastandpunt richt de aandacht van de foto zich op de vagina van het
meisje.
[bestandsnaam 5]
- een afbeelding ( foto) van een meisje zichtbaar in de geschatte leetijd
tussen de 11 en de 16 jaar oud. Het meisje ligt met haar buik op een bed. Het
meisje leunt op haar ellebogen. Het meisje draagt een wit kort topje en een
witte string. Het meisje draagt roze schoenen met hoge hakken. De blote billen
van het meisje zijn zichtbaar.
[bestandsnaam 6]
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 10
en 14 jaar oud. Het meisje draagt een wit kort topje en een rood met witte
string. Het meisje zit op haar knieen voor een bank/bed. Met haar ellebogen
leunt het meisje op de bank/bed. Het meisje heeft haar rechter been
opgetrokken en haar been leunt op de bank/bed. De blote billen van het meisje
zijn zichtbaar. De foto van het meisje maakt onderdeel uit van een serie.
[bestandsnaam 7]
- een afbeelding ( foto) van twee meisjes in de geschatte leeftijd tussen de
12 en 16 jaar oud. Beide meisjes zijn geheel naakt. Meisje 1 staat met haar
rug tegen een boom aan geleunt. Meisje 2 staat met haar rug tegen de buik van
meisje 1 aan. Meisje 1 houdt meisje 2 vast. De meisjes poseren tegen de boom
aan. Van beide meisjes zijn de borsten en vagina/schaamhaar zichtbaar.
[bestandsnaam 8]
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot
en met 12 april 2016, in elk geval in 2016 te Gouda en/of Den Haag, in elk
geval in Nederland (telkens) met [slachtoffer] , geboren op 8 oktober 2002, die toen
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die mede bestaan uit het sexueel
binnendringen van het lichaam, (telkens) bestaande uit het (tong)zoenen
van/met die [slachtoffer] en/of het beffen en/of vingeren van die [slachtoffer] , althans
het aanraken/betasten van de vagina van die [slachtoffer] en/of het zich door die
[slachtoffer] laten pijpen en/of aftrekken, in elk geval het door die [slachtoffer] laten
betasten van zijn, verdachte's penis;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot
en met 12 april 2016, in elk geval in 2016 te Gouda en/of Den Haag, in elk
geval in Nederland (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of
met gebruikmaking van een communicatiedienst met [slachtoffer] , geboren op 8
oktober 2002, van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij
toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een of meer
ontmoetingen heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die
[slachtoffer] te plegen.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Verdachte is op 12 april 2016, na een melding bij de politie, aangehouden in het bijzijn van de 13-jarige [slachtoffer] . Verdachte en zij hebben elkaar via een chat-app leren kennen, zij hebben chatcontact gehad en elkaar driemaal ontmoet. Op telefoons van verdachte zijn afbeeldingen aangetroffen die de politie als kinderpornografisch heeft aangemerkt.
De verdenking komt er – kort en zakelijk weergegeven – op neer dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, onder meer van [slachtoffer] , het plegen van ontucht met [slachtoffer] en aan “grooming” van [slachtoffer] .
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het hem onder 3 ten laste gelegde feit.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten. Wat betreft de bewezenverklaring van feit 2 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de verdediging uitgaat van eenmalig seksueel contact op 31 maart 2016.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Ten aanzien van feit 1
Bij zijn aanhouding op 12 april 2016 heeft verdachte aan de betreffende verbalisant verteld dat er op zijn telefoon chatgesprekken stonden met “seksuele foto’s” van het meisje dat op dat moment bij hem was. De verbalisant zag op de telefoon van verdachte een foto van een meisje met ontbloot bovenlijf en blote borsten, waarin hij het meisje herkende dat bij verdachte was. [2] Een dag later verklaarde verdachte dat “het meisje van gisteren” [slachtoffer] was. [3]
Op de LG telefoon van verdachte is een Whatsapp-gesprek aangetroffen tussen hem en [slachtoffer] . Dit gesprek start op 24 maart 2016 en eindigt op 12 april 2016. [slachtoffer] was toen 13 jaar oud. [4] In dit Whatsapp gesprek is te zien dat [slachtoffer] diverse naaktfoto’s en
-video’s naar verdachte stuurt. Dit gesprek is ook op de telefoon van [slachtoffer] aangetroffen. Het betreft 25 naaktfoto’s en 5 video’s, die door de politie zijn aangemerkt als kinderpornografisch. [5] [slachtoffer] heeft verklaard dat zij degene was op de naaktfoto’s en
-video’s en die verstuurd heeft naar verdachte. Ook heeft zij verklaard dat verdachte haar heeft gevraagd om naaktfoto’s te sturen en om filmpjes te maken en op te sturen waarop zij seksuele handelingen verricht, wat zij heeft gedaan. [6] In de chatgesprekken reageert verdachte als volgt op door [slachtoffer] gestuurde foto’s en video’s: “heerlijke foto”, “filmpjes nu pas klaar met downloaden”, “nog 1 foto en ik kan mij morgen niet meer inhouden hoor haha”, “als jij nog 1 foto stuurt zie ik dat als een uitdaging haha”. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij in chatgesprekken naaktfoto’s toegestuurd heeft gekregen, onder andere van [slachtoffer] . Hij heeft een aantal foto’s bewaard, omdat hij het mooi vond om te zien. [8] Ook heeft hij verklaard dat [slachtoffer] filmpjes en foto’s van zichzelf naar hem heeft gestuurd waarop haar blote lichaam en seksuele handelingen waren te zien. [9]
De raadsman heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de foto’s op zijn LG telefoon van [slachtoffer] in zijn bezit heeft gehad. De foto’s waren verwijderd en niet meer benaderbaar en het is onduidelijk hoe lang ze op de telefoon van verdachte hebben gestaan.
De rechtbank overweegt als volgt.
Toen de politie de telefoon van verdachte onderzocht, waren de naaktfoto’s en -video’s van [slachtoffer] niet meer vrij benaderbaar, maar slechts met speciale forensische software terug te halen. Niettemin leidt de rechtbank uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat verdachte deze foto’s en video’s in de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Zo heeft verdachte de politie bij zijn aanhouding een naaktfoto getoond van een meisje waarvan hij zei dat het [slachtoffer] was. Daarnaast is uit verdachtes reacties in de chatgesprekken op de hem door [slachtoffer] gestuurde foto’s en video’s af te leiden dat hij de foto’s en video’s in ieder geval heeft bekeken. Bovendien heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte haar specifiek vroeg om naaktfoto’s van haar en om filmpjes te maken van seksuele handelingen, terwijl verdachte heeft verklaard dat hij naaktfoto’s te heeft bewaard omdat hij deze mooi vond om te zien. Verdachte heeft derhalve de kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] op tijdstippen in de tenlastegelegde periode in bezit gehad.
Op 13 april 2016 is in de woning van verdachte een telefoon van het merk HTC in beslag genomen. Verdachte heeft verklaard dat dit een oud toestel van hem is. [10] Op deze telefoon zijn achttien benaderbare afbeeldingen aangetroffen die als kinderpornografisch materiaal zijn aangemerkt. De beoordeling of een afbeelding al dan niet kinderpornografisch is, is verricht met de criteria die daarvoor gelden. M.E.H. Weijman en A. Koningen, bevoegd zedenrechercheurs, hebben een beschrijving gemaakt van acht van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, die in de tenlastelegging zijn opgenomen. [11]
De meeste afbeeldingen waren accessible en gedownload. Tevens stonden er op deze mobiele telefoon een aantal onbenaderbare kinderpornografische afbeeldingen, wat betekent dat ze verwijderd zijn. [12]
De raadsman heeft aangevoerd dat het de vraag is of (een deel van) de afbeeldingen die in de tenlastelegging zijn opgenomen, wel kunnen worden geclassificeerd als kinderporno in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr), omdat er afbeeldingen naturistisch zouden zijn nu er geposeerd wordt tegen een boom en in huiselijke kring.
De rechtbank overweegt als volgt.
Het bezitten van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand is betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is strafbaar. Het kan daarbij ook gaan om een afbeelding van een handeling die op zichzelf niet expliciet seksueel van aard is, maar die gelet op de wijze waarop de afbeelding tot stand is gekomen in het concrete geval onmiskenbaar strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling.
Ter terechtzitting heeft de rechtbank deze afbeeldingen bekeken en gezien dat de beschrijving daarvan in het proces-verbaal overeenkom met wat er op de afbeeldingen te zien is. Gelet op hetgeen op de afbeeldingen is te zien, hebben die afbeeldingen naar het oordeel van de rechtbank de bedoeling een seksuele prikkeling op te wekken. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat dit afbeeldingen van kinderpornografische aard betreffen.
De raadsman heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het bezit van de kinderpornografische foto’s die op de HTC telefoon zijn aangetroffen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De acht ten laste gelegde foto’s stonden op verdachtes HTC telefoon in de vorm van benaderbare bestanden. Derhalve had verdachte deze binnen de ten laste gelegde periode in zijn bezit. Dat dit bezit opzettelijk was leidt de rechtbank af uit de volgende feiten en omstandigheden. Weliswaar is van de bestanden alleen de “file created date” weergegeven, zoals de raadsman heeft aangevoerd, uit die data is wel af te leiden dat de bestanden op verschillende tijdstippen op de telefoon terecht zijn gekomen, zodat een eenmalige zogenoemde “bijvangst” bij het downloaden van andere bestanden niet aannemelijk is. Van de HTC telefoon waren voorts ook kinderpornografische bestanden verwijderd. Daaruit kan worden afgeleid dat verdachte er kennelijk bewust voor heeft gekozen om de aangetroffen foto’s níet te verwijderen. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank sprake van het in bezit hebben als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] en de, in de tenlastelegging beschreven, kinderpornografische afbeeldingen waarop andere kinderen te zien zijn, opzettelijk in zijn bezit heeft gehad in de ten laste gelegde periode.
Ten aanzien van feit 2
Nu verdachte hetgeen de rechtbank onder 2 bewezen zal verklaren heeft bekend ter zitting en door zijn raadsman hiervoor geen vrijspraak is bepleit, zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 november 2016;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] van 15 april 2016, blz. 70 – 77.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2016 tot en met 12 april 2016 in Nederland
telkens afbeeldingen, te weten foto’s en video's en/of films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten onder meer telefoon
s, heeft verworven en/of in bezit gehad, terwijl
op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (onder meer) het feit dat op een of meer van die afbeeldingen een 13-jarig meisje [slachtoffer] zichtbaar was die (geheel of gedeeltelijk) naakt in beeld was (waarbij haar blote borsten zichtbaar waren) en se
ksueel getinte afbeeldingen van een of meer meisjes die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hadden bereikt, onder meer:
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 10 en de 14 jaar oud. Het meisje is geheel naakt en bevind zich op een strandje met water zichtbaar op de achtergrond. Het meisje zit gehurkt met haar benen gespr
eid. Door de houding van het meisje en het camera standpunt richt de aandacht van de foto zich op de blote vagina
;
- een afbeelding van een naakt meisje met een geschatte leeftijd tussen de 4 en 6 jaar. Het meisje ligt op haar rug op een groen plastic luchtbed met haar beentjes in de lucht waarbij haar vagina en anus duid
elijk in beeld zijn
;
- een afbeelding van een meisje in de geschatte lee
ftijd tussen de 9 en 12 jaar oud.
Het meisje bevind
tzich in een slaapkamer. Op de achtergrond zijn 4 andere kinderen zichtbaar, deze kinderen zijn gekleed. Het meisje staat op de voorgrond en draagt een roze shirt. Het meisje kijkt recht in de camera en heeft haar shirt opgetrokken tot aan haar borsten. Het meisje is naakt en de vagina van het meisje is zichtbaar
;
- een afbeelding van een meisje met een geschatte leeftijd tussen de 6 en 10 jaar. Het meisje draagt een soort nachthemd welke tot onder haar buik gedragen wordt. Het meisje ligt schuin in de armen van een volwassen man en heeft haar rechterbeen omhoog waarbij haar vagina duidelijk zichtbaar in beeld is. Het meisje heeft een grote knuffel panter op
haarbuik liggen en de volwassen man heeft een teddybeer in zijn rechterhand
;
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 11 en 16 jaar oud. Het meisje zit op een bank. Het meisje draagt een zwart shirtje en een witte string. Het meisje heeft haar benen geheel gespr
eid en in de lucht. Het meisje kijkt recht in de camera. Door de houding van het meisje en het camerastandpunt richt de aandacht van de foto zich op de vagina van het meisje
;
- een afbeelding ( foto) van een meisje zichtbaar in de geschatte lee
ftijd tussen de 11 en de 16 jaar oud. Het meisje ligt met haar buik op een bed. Het meisje leunt op haar ellebogen. Het meisje draagt een wit kort topje en een witte string. Het meisje draagt roze schoenen met hoge hakken. De blote billen van het meisje zijn zichtbaar
;
- een afbeelding ( foto) van een meisje in de geschatte leeftijd tussen de 10 en 14 jaar oud. Het meisje draagt een wit kort topje en een rood met witte string. Het meisje zit op haar knie
ën voor een bank/bed. Met haar ellebogen leunt het meisje op de bank/bed. Het meisje heeft haar rechter been opgetrokken en haar been leunt op de bank/bed. De blote billen van het meisje zijn zichtbaar. De foto van het meisje maakt onderdeel uit van een serie
;
- een afbeelding ( foto) van twee meisjes in de geschatte leeftijd tussen de 12 en 16 jaar oud. Beide meisjes zijn geheel naakt. Meisje 1 staat met haar rug tegen een boom aan geleun
d. Meisje 2 staat met haar rug tegen de buik van meisje 1 aan. Meisje 1 houdt meisje 2 vast. De meisjes poseren tegen de boom aan. Van beide meisjes zijn de borsten en vagina/schaamhaar zichtbaar
;
2.
hij in de periode van 1 maart 2016 tot en met 12 april 2016 te Gouda met [slachtoffer] , geboren op
18 oktober 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestaan uit het se
ksueel binnendringen van het lichaam, bestaande uit het tongzoenen van/met die [slachtoffer] en het beffen en vingeren van die [slachtoffer] , en het zich door die [slachtoffer] laten pijpen en aftrekken.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van feit 1:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

5.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met als bijzondere voorwaarden
een meldplicht bij de reclassering, een behandelverplichting bij forensische polikliniek De Tender en een behandeling voor zedendelinquenten als dat nodig is, en een contactverbod met [slachtoffer] .
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een gevangenisstraf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan de duur van het voorarrest, met bijzondere voorwaarden en daarnaast een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte, destijds 33 jaar, heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de 13-jarige [slachtoffer] . Nadat hij met haar via een chat-app in contact was gekomen, heeft hij met haar seksueel getinte gesprekken gevoerd waarin verdachte en [slachtoffer] naaktfoto’s hebben uitgewisseld. Ook is het meerdere malen tot een ontmoeting gekomen met [slachtoffer] , waarbij verdachte seksuele handelingen met haar heeft verricht, mede bestaande uit het binnendringen van haar lichaam.
Verdachte had zich moeten realiseren dat een 13-jarig meisje niet goed in staat moet worden geacht om de gevolgen hiervan te overzien en had moeten inzien dat het hebben van seks met een man van 33 jaar in de weg zou kunnen staan aan de normale (seksuele) ontwikkeling van een 13-jarige. Verdachte heeft echter misbruik gemaakt van haar vertrouwen in hem en zich enkel laten leiden door zijn eigen seksuele gevoelens. Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat het slachtoffer 13 jaar was en dat hij zich ervan bewust was dat het strafbaar was wat hij deed. Toch is verdachte ermee doorgegaan en is de ontucht pas gestopt door interventie van derden.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van kinderpornografisch materiaal. Het bezit van dergelijk materiaal is buitengewoon verwerpelijk, onder meer omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Kinderen die daar het slachtoffer van zijn ondervinden veelal hun leven lang de zwaarwegende gevolgen daarvan. Met het handelen van verdachte wordt dergelijk misbruik in stand gehouden en zelfs aangewakkerd.
De rechtbank heeft kennis genomen van een op naam van verdachte staand uittreksel justitiële documentatie van 14 april 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het Pro Justitia rapport van 19 juli 2016, opgemaakt door dr. R.A.R. Bullens, klinisch psycholoog. Bullens komt tot de conclusie dat er bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van trekken van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en heeft geadviseerd verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar aan te merken. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor een parafilie NAO, in de vorm van hebefilie, maar is de duur van het contact met [slachtoffer] onvoldoende om daadwerkelijk van een hebefiele voorkeur te spreken. Verdachte is volgens Bullens gebaat bij een behandeling gericht op het verkrijgen van (meer) assertiviteit en het aanleren dan wel versterken van adequate (taakgerichte) copingvaardigheden. Bullens beveelt voorts aan om in de behandeling aandacht te besteden aan het ontstaan van seksueel contact tussen verdachte als volwassene en een 13-jarig meisje. Deze behandeling kan plaatsvinden in een ambulant kader bij een forensische polikliniek als ‘De Tender’, als bijzondere voorwaarde gekoppeld aan een voorwaardelijk strafdeel.
Tevens heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsadvies van 2 september 2016 van Reclassering Nederland, RN Adviesunit 3 Oost. De reclassering adviseert oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf met een proeftijd van drie jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandelverplichting bij Transfore, De Tender of soortgelijke ambulante forensische zorg.
De rechtbank kan zich vinden in de conclusies van de psycholoog en de reclassering en zal overeenkomstig beslissen. In aanvulling daarop overweegt de rechtbank het volgende. Ten tijde van het opmaken van zijn rapportage had Bullens niet de beschikking over het gehele strafdossier. Zo heeft hij niet bij zijn rapportage kunnen betrekken dat verdachte ook andere kinderpornografische afbeeldingen dan van [slachtoffer] in zijn bezit heeft gehad en beschikte hij niet over de verklaring van [slachtoffer] (en verdachte) dat ook seksuele handelingen bestaande uit het seksueel binnendringen hebben plaatsgevonden. Op basis van het (volledige) dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat naast de door Bullens geadviseerde behandeling ook een behandeling gericht op zedendaders nodig zou kunnen zijn. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard daarvoor open te staan. De rechtbank zal daarom ook het volgen van een dergelijke behandeling als voorwaarde opleggen, indien de reclassering en/of verdachtes behandelaars dat nodig vinden.
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat – gezien de ernst van de feiten – niet kan worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, en daaraan een proeftijd van drie jaren verbinden, teneinde verdachte ervan te weerhouden wederom strafbare feiten te begaan en om voormelde bijzondere voorwaarden aan te verbinden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf, te weten het onder 2 bewezen-verklaarde feit, dat is gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam. Gelet op de aard van het feit, de over verdachte uitgebrachte rapportage en de omstandigheid dat verdachte ter terechtzitting weinig zelfinzicht heeft getoond met betrekking tot de vraag hoe hij tot het plegen van dit misdrijf is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hierna op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht) onder 6, 9 en 10 genummerde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer en dat de onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 genummerde voorwerpen zullen worden teruggegeven aan verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle voorwerpen waarop kinderporno is aangetroffen dienen te worden onttrokken aan het verkeer en dat de overige voorwerpen terug kunnen worden gegeven aan verdachte.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 6, 9 en 10 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien
met betrekking tot deze voorwerpen het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan dan wel
met behulp van deze voorwerpen het onder 2 bewezenverklaarde feit is voorbereid en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van de overige voorwerpen.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14e, 36b, 36c, 57, 240b, 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
24(
VIERENTWINTIG)
MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
8(
ACHT)
MAANDEN,
niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op
driejaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich op uiterlijk vijf werkdagen na dit vonnis meldt bij de Reclassering Nederland op het adres Molenstraat 50 te (7514 DK) Enschede, en zich daarna gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van Transfore, De Tender of soortgelijke ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven;
- indien genoemde reclasseringsinstelling en/of behandelinstelling dat nodig vindt, zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van een deskundige of zorginstelling voor een behandeling gericht op zedendaders;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het - op grond van artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht - uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 6, 9 en 10 genummerde voorwerpen, te weten: een telefoon HTC grijs met wit hoesje, een computer Acer zwart notebook en een telefoon LG D3201;
gelast de teruggave aan verdachte van de op de beslaglijst onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 genummerde voorwerpen, te weten: een fotocamera, een Samsung usb stick, een Kingston usb stick, een mediaspeler, een telefoon HTC bruin, een telefoon Sony Experia en een computer notebook Medion.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.J. Visser, voorzitter,
mr. C. Fetter, rechter,
mr. B.W. Mulder, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.F. Tromp, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 november 2016.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2016102918, van de politie eenheid Den Haag, district regionale recherche (DH), afdeling thematische opsporing (DH), team zeden (DH), met bijlagen (doorgenummerd blz. 2 t/m 196).
2.Proces-verbaal van aanhouding, blz. 9 – 10.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 53.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] , blz. 70.
5.Proces-verbaal van bevindingen Whatsapp gesprek op LG telefoon d.d. 3 november 2016.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] , blz. 189.
7.Processen-verbaal van bevindingen, blz. 146-154, 165 – 171.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 53-54.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 64.
10.Verklaring verdachte ter terechtzitting.
11.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, met bijlagen blz. 84 – 101.
12.Aanvullend proces-verbaal bevindingen inbeslagname en digitaal onderzoek d.d. 3 november 2016.