3.2.3Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde bepleit en zich, zoals reeds besproken, daarbij op het standpunt gesteld dat de tas, die in de auto die de verdachte heeft gehuurd op de grond stond, onrechtmatig in beslag is genomen en derhalve het bewijsmateriaal dat in de tas is aangetroffen niet aan het bewijs van het ten laste gelegde feit kan bijdragen.
Het overige bewijs is, aldus de raadsman, onvoldoende om tot een wettige en overtuigende bewezenverklaring te komen. Dit bewijs bestaat uit de aangifte van [benadeelde] , een verklaring over ene [betrokkene 2] , vage camerabeelden van twee jongens, die naar de voorkant van de woning aan de [adres 2] lopen en waarvan er één misschien op de verdachte lijkt, terwijl absoluut niet duidelijk is op welke tijdstip er in de woning is ingebroken. Daar komt bij, aldus de raadsman, dat blijkens de aangifte aan de achterkant van de woning is ingebroken. Verder zijn er ook geen sporen in of om de woning aangetroffen en komt ook het aangetroffen schoenspoor niet overeen met het schoenprofiel van de schoenen van de verdachte.
Subsidiair, als rechtbank de tas wel voor het bewijs meeweegt, heeft de verdachte - aldus de raadsman - geen beschikkingsmacht gehad over de tas. De tas stond voorin de auto, aan de voeten van de bijrijder, terwijl de verdachte achterin de auto zat.
3.2.4De beoordeling van de tenlastelegging
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Op 15 oktober 2015 om 9.10 uur verlaat [benadeelde] (verder: de aangever) zijn woning aan de [adres 2] te Den Haag. De aangever heeft de woning deugdelijk afgesloten.
Als de aangever om 20.20 uur weer in zijn woning terugkeert, ziet hij dat aan de achterzijde van de woning de cilinder van het slot van de achterdeur weg is. De woning is overhoop gehaald. Laden, kasten en koffers zijn doorzocht. Uit de woning is onder meer een geldbedrag van € 10.000,- weggenomen, een Nikon fotocamera met bijbehorende flitser en 2 lenzen, meerdere spelcomputers, cosmetica/parfum, een tablet (Asus), een mobiele telefoon (Nokia), een kompas, een notebook (Dell), diverse sieraden.
De aangever doet mede aangifte namens zijn moeder [benadeelde] , die iedere week een paar dagen bij hem logeert. Het weggenomen geldbedrag, de sieraden en de cosmetica/parfum zijn eigendom van de moeder van de aangever.Ook zijn er nog gouden sieraden, een zwarte leren heren schoudertas, 4 OV-chipkaarten en een SD-card weggenomen.
Op 15 oktober 2015 om 19.10 uur heeft de verdachte bij Go Fast Autoverhuur te Den Haag een zwarte Volkswagen Polo gehuurd, met het kenteken [kenteken] . Bij de huur heeft de verdachte € 1.000,-- contant betaald.
Op 15 oktober 2015, op enig moment na 22.51 uur, het tijdstip waarop de verdachte
[betrokkene 1] is aangehouden omdat hij zonder rijbewijs in de door de verdachte gehuurde Volkswagen Polo reed, is de verdachte als inzittende van deze auto door verbalisanten gecontroleerd. Hij zat rechts achterin de auto, naast [betrokkene 1] en rechts voorin zat [betrokkene 1]
In de auto, in het voetencompartiment van de bijrijder, stond een rode tas, die open stond en waarin een spiegelreflexcamera zat. Na de inzittenden de cautie te hebben gegeven, gaf geen van de jongens antwoord op de vraag aan wie de spullen in de tas toebehoren.
Hierop hebben de verbalisanten de tas ter waarheidsvinding in beslag genomen.
Na nader onderzoek van de goederen in de tas, te weten een spiegelreflexcamera van het merk Nikon met twee extra lenzen en een laptop Packard Bell blijkt dat deze goederen eerder op de dag bij de woninginbraak aan de [adres 2] zijn weggenomen.
De verdachte, de reeds aangehouden [betrokkene 1] worden allen aangehouden op verdenking van opzetheling. De verdachte wordt aangehouden op
16 oktober 2015 om 00.16 uur, waarbij hij als bijrijder in de door hem gehuurde Volkswagen Polo zit.
Op 17 oktober 2015 worden de beelden van de camera die op het adres [adres 3] hangt en op het trottoir is gericht, uitgekeken. Te zien is dat op 15 oktober 2015, blijkens de op de beelden weergegeven tijd, omstreeks 12.56 uur twee personen (NN1 en NN2) aan de overzijde in de [adres 2] lopen. Vervolgens steekt NN1 over en loopt hij in de richting van de percelen aan de linkerzijde van het perceel [adres 3] . NN1 blijft vermoedelijk bij een woning staan, met zijn gezicht naar de woning toe. De schoenen van NN1 wijzen naar de woning. NN1 doet vervolgens een paar stappen naar achteren, zijn voeten wijzen nog naar de woning. NN1 blijft ongeveer 1 minuut bij de woning staan, waarna hij wegloopt in de richting van de La Reyweg. Terwijl NN1 voor de woning staat, lopen er ondertussen nog twee andere personen aan de overzijde van de straat langs.
NN1 is een getinte man, 20 à 25 jaar, zijn haar is aan beide kanten opgeschoren. Hij draagt een donkere broek, een blauw trainingsjack met een witte streep op de mouw, vermoedelijk Adidas, met een grijze capuchon, een bodywarmer en donkere schoenen met een opvallend witte zool.
Op 16 oktober 2015 te 10.30 uur is de kleding van de verdachte fotografisch vastgelegd.
De verdachte draagt zwarte Adidas schoenen met een witte zool, ook heeft hij onder zijn jas en bodywarmer nog een blauw trainingsjack van Adidas aan met witte strepen op de mouw.
Op 16 oktober 2015 is er een geldbedrag van € 450,- bij de verdachte in beslag genomen. Het betrof 7 briefjes van € 50,- en 5 briefjes van € 20,-.
De verdachte heeft zich bij de politie en bij de rechter-commissaris beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft de verdachte wederom aangegeven niets te willen verklaren, omdat hij niets met de inbraak te maken heeft. De verdachte heeft wel verklaard dat hij de huur en de borg van de Volkswagen Polo contant heeft betaald met geld dat hij heeft verdiend met werken. Hij heeft de auto gehuurd voor de bruiloft van zijn oom, die op zaterdag 17 oktober 2015 ging trouwen. Door zijn aanhouding heeft hij de bruiloft gemist. Ook de bij hem aangetroffen € 450,- heeft hij verdiend met werken. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij zichzelf niet op de hem getoonde camerabeelden herkent.
De rechtbank overweegt het volgende.
De woningbraak aan de [adres 2] heeft plaatsgevonden op dezelfde dag als waarop een deel van de gestolen goederen zijn aangetroffen in de door de verdachte gehuurde auto, waarin de verdachte samen met drie anderen zat. De verdachte heeft hiervoor geen enkele verklaring gegeven, terwijl dit, zeker gelet op de tijdspanne waarbinnen de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, zonder meer om een verklaring vraagt.
Daar komt nog bij dat de verdachte bij zijn aanhouding precies dezelfde kleding en de schoenen droeg die NN1, zijnde een van de jongens die op de camerabeelden in de buurt van de woning aan de [adres 2] te zien is, die dag ook aan heeft.
Ook de omstandigheid dat de verdachte op 15 oktober 2015 in totaal € 1.450,- aan contant geld bij zich heeft, terwijl er die dag bij de inbraak een groot geldbedrag in dezelfde coupures is weggenomen, ondersteunt de rechtbank in haar oordeel dat de verdachte een van de daders van de woninginbraak is.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat hij het geld zelf heeft verdiend en gespaard, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk, gezien de aard en de duur van de werkzaamheden die de verdachte verricht.
Gelet op al het vorengaande, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte de inbraak samen met een of meer anderen heeft gepleegd. Het primair ten laste gelegde kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.