3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Op 3 december 2012 doet [slachtoffer 1 ] , wonende te Oud-Alblas, aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 27 november 2012 € 25,- overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor het spel Halo 4, maar heeft het spel nooit ontvangen.
De verkoper van het spel was [verdachte] .
Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is: [emailadres] en
[emailadres].
Op 8 december 2012 doet [slachtoffer 2 ] , wonende te Ede (Gld.), aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 28 november 2012 € 20,- overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor het spel Assassins Creed 3 voor de Xbox 360, maar heeft het spel nooit ontvangen. De verkoper van het spel was [verdachte] . Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is: [emailadres]
.
Op 5 december 2012 doet [slachtoffer 3 ] , wonende te Arnhem, aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 29 november 2012 € 27,50 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor het spel Halo 4 voor de Xbox 360, maar heeft het spel nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] .
Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is:
[emailadres]
.
Er heeft een mailwisseling plaatsgevonden tussen de aangever en de verkoper en op
8 december 2012 is door de verkoper als [adres] Haarlem doorgegeven.
Op 8 december 2012 doet [slachtoffer 4 ] , wonende te Deventer, aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 3 december 2012 € 22,50 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor het spel need for speed most wanted 2, maar heeft het spel nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] . Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is: [emailadres]
.
Op 26 augustus 2014 doet [slachtoffer 5] , wonende te Zoetermeer, aangifte van oplichting via Marktplaats. Zij heeft op 13 augustus 2014 € 120,00 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor enkele blu-ray kinderfilms, maar heeft deze films nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] .
Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is: [emailadres]
.
Er heeft een emailwisseling plaatsgevonden tussen de aangeefster en de verkoper.
De verkoper had eerst een adres in Hilversum opgegeven, maar geeft later het [adres] Groningen, op de vraag van aangeefster wanneer ze kan komen en waar ze moet zijn. Dit is te ver rijden voor de aangeefster, zij vraagt de verkoper om een oplossing. De verkoper biedt aan de blu-ray’s te verzenden.
Op 10 september 2014 doet [slachtoffer 6 ] , wonende te Andijk, aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 1 september 2014 € 70,00 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor 5 kaartjes voor de Efteling, maar heeft deze kaartjes nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] .
Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is:
[emailadres] .
Er heeft een emailwisseling plaatsgevonden tussen de aangever en de verkoperen er wordt in plaats van een adres in Amsterdam, zoals bij de advertentie stond, als [adres] Groningen opgegeven.
Op 18 september 2014 doet [slachtoffer 7 ] , wonende te Zaandam, aangifte van oplichting via Marktplaats. Zij heeft op 1 september 2014 € 72,00 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor een buggy, maar heeft deze buggy nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] . Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is: [emailadres] Er heeft een emailwisseling plaatsgevonden tussen de aangeefster en de verkoper en door de verkoper wordt het [adres] Groningen opgegeven.
Op 3 september 2014 doet [slachtoffer 8 ] , wonende te Gilze, aangifte van oplichting via Marktplaats. Hij heeft op 2 september 2014 € 120,00 overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] t.n.v. [verdachte]voor een Playstation 4, maar heeft deze Playstation nooit ontvangen. De verkoper was [verdachte] .
Het emailadres van de marktplaatsadverteerder is:
[emailadres].
Er heeft een emailwisseling tussen de aangever en de verkoper plaatsgevonden. De verkoper geeft aan dat de Playstation kan worden opgehaald aan het [adres] Groningen. Aangever geeft aan dat hij dacht dat de aanbieder een adres in Eindhoven had. Hij vraagt om de Playstation op te sturen, maar ziet vervolgens af van de koop omdat hij hem graag had gehaald en eerst had gezien.
Hierna biedt de verkoper aan dat de aangever de helft van het oorspronkelijke bedrag, zijnde € 120,- zal betalen en na ontvangst van de Playstation het resterende bedrag van €127,-.Vervolgens geeft de verkoper aan dat hij toch het hele bedrag wil ontvangen.
Op 2 december 2014 doet [slachtoffer 9 ] , wonende te Leiden, aangifte van oplichting via Facebook. Hij heeft op donderdag 27 november 2014 op Facebook via de site Bollenstreek koop, ruil en verkoop een Adidas trainingspak besteld. Dit trainingspak werd op genoemde site door ene [naam ] te koop aangeboden voor een bedrag van € 22,50. Hij heeft op 27 november 2014 € 22,50 op [bankrekeningnummer ***] t.n.v.
[naam ]overgemaakt, maar heeft het trainingspak nooit ontvangen.
Via de site van Opgelicht.nl. ontdekte hij dat de persoon die hem heeft opgelicht waarschijnlijk [verdachte] , woonachtig in Den Haag, [adres] , is.
Op 8 september 2014 doet [slachtoffer 10] , wonende te Sittard, aangifte van oplichting via internet. Hij zag op woensdag 20 augustus 2014 via Facebook een advertentie voorbij komen van een gereedschapskist Makita XLT. De prijs die werd overeengekomen is € 225,-exclusief verzendkosten. De verkoper was [naam ] . Op 20 augustus 2014 heeft aangever € 231,- overgemaakt naar [bankrekeningnummer ***] , maar heeft de gereedschapskist nooit ontvangen.
Er heeft een emailwisseling tussen de aangever en de verkoper plaatsgevonden waaruit blijkt dat de gereedschapskist in Delft is op te halen of anders kan worden verzonden.
Het [bankrekeningnummer ***] stond ten tijde van de overboekingen van de diverse aangevers op naam van [verdachte] .
Op 19 januari 2015 is de rekening opgeheven wegens internetoplichting.
Het [bankrekeningnummer ***] staat op naam van [verdachte] , per [adres] te Den Haag.
Uit onderzoek naar [bankrekeningnummer ***] is gebleken dat er op
13 december 2013 door [bedrijf] een bedrag van €197,20 onder vermelding van “salaris november 2013” werd gestort.
Onderzoek bij [bedrijf] wees uit dat [verdachte] gebruik heeft gemaakt van het [emailadres] .
Op woensdag 20 mei 2015 werden de gebruikersgegevens behorend bij bovengenoemd emailadres gevorderd bij Marktplaats. Uit die gegevens bleek het volgende:
Op 28 september 2012 is er met het emailadres [emailadres] een account met gebruikersnaam [naam ] op de online handelsite Marktplaats aangemaakt. Het bijbehorende [IP adres] en de woonplaats van de gebruiker was Den Haag.
De woonplaats van de adverteerder was in 13 gevallen Haarlem met [postcode] .
In 1 geval was de woonplaats Den Haag met [postcode] . Er werden van
27 november 2012 tot en met 3 december 2012 door gebruiker [naam ] verschillende advertenties geplaatst, waaronder voor Blu ray films, en diverse computerspellen zoals Need for speed most wanted 2, Halo 4 en Assassins creed 3.
De verdachte heeft zich bij de politie en de rechter-commissaris beroepen op zijn zwijgrecht.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft de verdachte ten aanzien van de zaken uit 2012 verklaard dat hij in die tijd wel eens wat spullen heeft aangeboden op Marktplaats, maar dat hij niet meer weet hoe en wat en of hij de spullen ook heeft geleverd.
Ten aanzien van de zaken uit 2014 heeft de verdachte een alternatief scenario ingebracht, te weten dat hij in die tijd door zijn vrienden (van wie hij de namen niet noemt) is misbruikt omdat zij geldbedragen lieten overmaken op zijn bankrekening, waarna hij dit geld contant moest opnemen en aan zijn vrienden af moest geven.
De rechtbank acht voornoemde verklaring van de verdachte ten aanzien van de zaken uit 2014, die hij niet eerder bij de politie of de rechter-commissaris heeft gegeven, ongeloofwaardig en niet aannemelijk. Zijn verklaring wordt ook op geen enkele manier onderbouwd. Dat het de verdachte en niet een ander was, die zoals hiervoor beschreven als verkoper is opgetreden op Marktplaats en Facebook, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de omstandigheid dat bij de verschillende advertenties steeds een bankrekening op naam van de verdachte, waarover de verdachte ook beschikte, is opgegeven, en dat bij diverse advertenties een mailadres is opgegeven dat door de verdachte werd gebruikt.
Van oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht is sprake wanneer
iemand met het oogmerk om zich (of een ander) wederrechtelijk te bevoordelen, door het
aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of
door een samenweefsel van verdichtsels, een ander beweegt tot afgifte van enig goed.
Tussen de afgifte van het goed en de hiervoor genoemde middelen moet een rechtstreekse verbinding bestaan. Met andere woorden, men moet door één of meer van die middelen ook daadwerkelijk zijn overgehaald het goed (in bovengenoemde gevallen geld) af te geven.
Het is aan de rechtbank te toetsen of de verdachte door toepassing van enig hiervoor genoemd middel de in de tenlastelegging genoemde personen heeft bewogen tot afgifte.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad komt naar voren dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als een bonafide verkoper die in staat en voornemens is de gekochte goederen na betaling te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank overweegt dat het echter niet is gebleven bij het zich voordoen als bonafide verkoper. De rechtbank overweegt dat ten aanzien van de zaken uit 2012, zoals onder a) tot en met d) ten laste gelegd dat de verdachte zich op marktplaats.nl als bonafide verkoper heeft voorgedaan en dat hij zich daarnaast in de advertenties en de contacten met de verkopers steeds bediende van een valse (voor)naam, zoals hierboven weergegeven.
De omstandigheid dat [naam ] kennelijk de roepnaam van de verdachte in [geboorteplaats] is, maakt dit ten aanzien van aangever [slachtoffer 3 ] niet anders: wat er ook zij van de stelling van de verdachte over zijn roepnaam, zijn officiële naam luidt [naam ] .
Door aldus te handelen heeft de verdachte de aangevers tot afgifte van het geldbedrag bewogen. De geldbedragen werden telkens op de ING rekening ten name van de verdachte overgemaakt. De goederen heeft de verdachte nooit geleverd.
De oplichting, zoals onder a) tot en met d) ten laste gelegd, kan dan ook bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van de zaken uit 2014, zoals onder e) tot en met h) ten laste gelegd heeft de verdachte zich, naar het oordeel van de rechtbank, eveneens op marktplaats.nl als bonafide verkoper voorgedaan en daarnaast bediende hij zich in de advertenties en de contacten met de verkopers steeds van een valse (voor)naam en ook van een vals adres in Groningen, zoals hierboven weergegeven, hetgeen er toe leidde dat de aangevers de goederen wilden laten opsturen omdat Groningen te ver was om de goederen op te halen.
Door aldus te handelen heeft de verdachte de aangevers tot afgifte van het geldbedrag bewogen. De geldbedragen werden telkens op de ING rekening ten name van de verdachte overgemaakt. De goederen heeft de verdachte nooit geleverd.
Dat aangever [slachtoffer 8 ] slechts de helft van het oorspronkelijk afgesproken bedrag heeft betaald, maakt niet dat er geen overeenkomst is geweest, nu de verkoper zelf degene is geweest die heeft voorgesteld dat de aangever dan maar de helft van het bedrag zou betalen. Aangever [slachtoffer 8 ] heeft dit bedrag vervolgens ook overgemaakt.
De oplichting, zoals onder e) tot en met h) ten laste gelegd, kan - naar het oordeel van de rechtbank - dan ook bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van de zaken zoals onder i) en j) ten laste gelegd heeft de raadsvrouw betoogd dat niet is vast te stellen dat de verdachte degene is geweest die zich als [naam ] en [naam ] heeft voorgedaan. De rechtbank verwerpt dit betoog.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte achter deze namen schuil gaat, nu ook ten aanzien van deze twee zaken de bankrekening waarop het geld is overgemaakt wederom een bankrekening ten name van de verdachte betreft.
De verdachte heeft zich, naar het oordeel van de rechtbank, ook op Facebook als bonafide verkoper voorgedaan en daarnaast bediende hij zich in de advertenties en de contacten met de verkopers steeds van voornoemde valse namen.
Door aldus te handelen heeft de verdachte de aangevers tot afgifte van het geldbedrag bewogen. De geldbedragen werden op de ABN-Amro rekening (i) en ING-rekening (j) ten name van de verdachte overgemaakt. De goederen heeft de verdachte nooit geleverd.
De oplichting, zoals onder i) tot en met j) ten laste gelegd, kan - naar het oordeel van de rechtbank - dan ook bewezen worden verklaard.
De rechtbank komt op grond van het vorenstaande tot het oordeel dat verdachte zich in de periode van 26 november 2012 tot en met 2 december 2014 meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan oplichting.