ECLI:NL:RBDHA:2016:13810
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- T.J.P. van Os van den Abeelen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit leges kennismigrant
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin de hoogte van de leges voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘arbeid als kennismigrant’ werd vastgesteld op € 870. Eiser betoogde dat dit bedrag onevenredig hoog was en de kostprijs overstijgt, en dat er strijd is met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in de Richtlijn 2011/98/EU. Eiser voerde ook aan dat hij ten onrechte niet is gehoord door verweerder.
Verweerder verdedigde zich door te stellen dat de leges zoveel mogelijk kostendekkend zijn en dat het legestarief voor kennismigranten is vastgesteld op € 850, met jaarlijkse indexering. Verweerder betwistte dat het legestarief de legeskostprijs overstijgt en stelde dat de hoogte van de leges geen invloed heeft op het doel van de Richtlijn. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder onvoldoende inzicht heeft gegeven in de kostendekkendheid van de leges en dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht en oordeelde dat de overige beroepsgronden geen bespreking meer behoefden. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 992, en diende verweerder het betaalde griffierecht van € 168 aan eiser te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. T.J.P. van Os van den Abeelen op 10 november 2016.