Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 17 februari 2016 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
Beoordeling
- aan de huidige, bij beschikking van het Gerechtshof Den Haag (hierna: het Hof) van 9 maart 2016, vastgestelde zorgregeling een dwangsom te verbinden van € 2.000,-- per keer dat de moeder nalaat hieraan te voldoen;
- te bepalen dat naast de bestaande zorgregeling zal gelden dat de vakanties en feestdagen bij helfte worden gedeeld, met als minimale verdeling:
- zomervakantie: in de oneven jaren de eerste drie weken bij de vader en de laatste drie weken bij de moeder en in de even jaren andersom;
- herfstvakantie: in de even jaren bij de vader en in de oneven jaren bij de moeder;
- kerstvakantie: in de even jaren de eerste week inclusief 1e kerstdag bij de vader en de tweede week inclusief Oud & Nieuw bij de moeder en in de oneven jaren andersom.
- voorjaarsvakantie: in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder;
- meivakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en in de even jaren andersom
- de minderjarige de hoofdverblijfplaats bij de vader heeft;
- dat de huidige zorgregeling tussen de vader en de minderjarige gaat gelden voor de moeder en de minderjarige met verdeling van de vakanties en feestdagen bij helfte, althans een regeling door de rechtbank in goede justitie te bepalen, indien de moeder zonder de minderjarige naar Spanje verhuist om bij haar nieuwe partner te zijn;
- vervangende toestemming te verlenen die de toestemming van de moeder vervangt om de minderjarige in te schrijven op de [naam basisschool] te [plaats] en de moeder te bevelen de minderjarige dagelijks naar school te laten gaan op straffe van een dwangsom van € 2.000,-- voor iedere keer dat zij hem niet naar school laat gaan.
- de verzoeken van de moeder niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren indien de rechtbank de verzoeken van de moeder zou toewijzen;
- aan de bestaande huidige zorgregeling een dwangsom te verbinden van € 2.000,-- per keer dat de moeder nalaat aan de beschikking van het Hof van 9 maart 2016 te voldoen;
- te bepalen dat naast de bestaande zorgregeling zal gelden dat de vakanties en feestdagen bij helfte worden gedeeld, met als minimale verdeling:
- zomervakantie: in de oneven jaren de eerste drie weken bij de vader en de laatste drie weken bij de moeder en in de even jaren andersom;
- herfstvakantie: in de even jaren bij de vader en in de oneven jaren bij de moeder;
- kerstvakantie: in de even jaren de eerste week inclusief 1e kerstdag bij de vader en de tweede week inclusief Oud & Nieuw bij de moeder en in de oneven jaren andersom.
- voorjaarsvakantie: in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder;
- meivakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en in de even jaren andersom
Beslissingen
- zomervakantie: in de oneven jaren de eerste drie weken bij de vader en de laatste drie weken bij de moeder, en in de even jaren de eerste drie weken bij de moeder en de laatste drie weken bij de vader;
- herfstvakantie: in de even jaren bij de vader en in de oneven jaren bij de moeder;
- kerstvakantie: in de even jaren de eerste week inclusief 1e kerstdag bij de vader en de tweede week inclusief Oud & Nieuw bij de moeder, en in de oneven jaren de eerste week inclusief 1e kerstdag bij de moeder en de tweede week inclusief Oud & Nieuw bij de vader;
- voorjaarsvakantie: in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder;
- meivakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder, en in de even jaren de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader;