Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primair: de Staat te bevelen een dusdanige tijdelijke voorziening te treffen die maakt dat de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde straf wordt geschorst totdat onherroepelijk zal zijn beslist in de bodemprocedure ter verkrijging van een verklaring voor recht dat hij detentieongeschikt is;
subsidiair:de Staat te bevelen een dusdanige tijdelijke voorziening te treffen die maakt dat de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde straf wordt geschorst totdat op het op 27 oktober 2016 ingediende bezwaar dan wel het (mogelijk) daarop volgende beroep zal zijn beslist;
meer subsidiair:de Staat te bevelen de tenuitvoerlegging van de resterende gevangenisstraf hangende voormelde bezwaar- en beroepsprocedure met onmiddellijke ingang op te schorten;
uiterst subsidiair:de Staat te veroordelen om bij eventuele hervatting van de detentie de door hem gedane toezeggingen gestand te doen en dienovereenkomstig te handelen en hem in de gelegenheid te stellen zijn detentie in de PI [locatie 1] te ondergaan;