ECLI:NL:RBDHA:2016:13534

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2016
Publicatiedatum
11 november 2016
Zaaknummer
C/09/504832 / FA RK 16-895
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige uit Bangladesh en de toepasselijkheid van de Wobka

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2016 uitspraak gedaan over het verzoek tot adoptie van een minderjarige, geboren op 25 augustus 2013 te Sylhet, Bangladesh. Verzoekers, een echtpaar met de Nederlandse nationaliteit, hebben de minderjarige geadopteerd en verzocht om vaststelling van haar geboortegegevens. De biologische ouders van de minderjarige hebben hun toestemming gegeven voor de adoptie, zoals blijkt uit een 'Statement of consent' dat zij op 29 mei 2016 hebben afgelegd voor een notaris in Bangladesh. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders geen gezag meer hebben over de minderjarige en dat de adoptie in het belang van het kind is.

De rechtbank heeft ook de toepasselijkheid van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) beoordeeld. Verzoekers hebben niet gehandeld volgens de Wobka, omdat zij geen beginseltoestemming van de Minister van Veiligheid en Justitie hebben aangevraagd. De rechtbank oordeelt dat de Wobka van toepassing is op verzoeker, die in Nederland woont en werkt, en dat hij dus toestemming had moeten aanvragen voor de adoptie. Hierdoor wordt het verzoek tot adoptie door verzoeker afgewezen.

De rechtbank heeft echter het subsidiaire verzoek tot adoptie door verzoekster toegewezen, omdat aan de wettelijke vereisten voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken, de voornaam van de minderjarige vastgesteld en de geslachtsnaam bepaald. Tevens zijn de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, ondanks het ontbreken van een voor inschrijving vatbare geboorteakte. De rechtbank heeft de zaak afgesloten door het meer of anders verzochte af te wijzen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 16-895
Zaaknummer: C/09/504832
Datum beschikking: 21 juli 2016

Adoptie en vaststelling geboortegegevens

Beschikking op het op 4 februari 2016 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker] en [verzoekster] ,

verzoekers, dan wel verzoeker en verzoekster,
verzoeker verblijvende te [plaats] en verzoekster wonende te Sylhet (Bangladesh),
advocaat: mr. V. Kidjan te Amsterdam.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam biologische vader] en [naam biologische moeder] ,

de biologische ouders van na te noemen minderjarige,
wonende te Sylhet (Bangladesh).
Als belanghebbende ten aanzien van het verzoek tot vaststelling van geboortegegevens wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
zetelend te ’s-Gravenhage,
hierna: de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • het verzoekschrift;
  • de brief met bijlagen d.d. 9 februari 2016 van de zijde van verzoekers;
  • de brief met bijlagen d.d. 29 februari 2016 van de zijde van verzoekers;
  • de brief d.d. 18 maart 2016 van de ambtenaar;
  • het faxbericht d.d. 30 maart 2016 van de zijde van verzoekers;
  • de brief met bijlagen d.d. 4 mei 2016 van de zijde van verzoekers.
Op 23 mei 2016 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • verzoeker en zijn advocaat;
  • de heer [naam] die verzoeker bijstond als tolk Bangla;
  • de ambtenaar in de persoon van mevrouw [naam] .
Na de terechtzitting is nog ingekomen een brief met bijlagen d.d. 6 juni 2016 van de zijde van verzoekers.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank:
  • primair: de adoptie door verzoekers uitspreekt van de minderjarige:
  • [namen minderjarige], geboren op 25 augustus 2013 te Sylhet (Bangladesh), als dochter van [naam biologische vader] en [naam biologische moeder] .
  • subsidiair: de adoptie door verzoekster uitspreekt van de minderjarige;
  • de voornamen van de minderjarige bevestigt dan wel vaststelt;
  • de geslachtsnaam van de minderjarige bevestigt dan wel vaststelt;
  • de ambtenaar een last geeft tot inschrijving van de geboorteakte van de minderjarige, dan wel de geboortegegevens van de minderjarige vaststelt.
De biologische ouders hebben ingestemd met het verzoek tot adoptie, zoals blijkt uit de door verzoekers als productie 26 overgelegde “Statement of consent” die de biologische ouders hebben afgelegd op 29 mei 2016 ten overstaan van een notaris te Sylhet (Bangladesh).
De ambtenaar heeft naar voren gebracht dat de oorspronkelijke geboorteakte van de minderjarige niet is gelegaliseerd. De herregistratie van de geboorteakte is wel gelegaliseerd maar komt niet in aanmerking voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand.
Volgens de ambtenaar ligt het daarom voor de hand dat de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige worden vastgesteld en wel als volgt:
Naam kind : [namen minderjarige]
Voornamen kind : -
Plaats van geboorte : Sylhet, Bangladesh
Dag van geboorte : 25 augustus 2013
Tijdstip van geboorte : 15:45
Geslacht : F (vrouwelijk)
Vader
Naam : [naam biologische vader]
Voornamen : -
Moeder
Naam : [naam biologische moeder]
Voornamen : -

Feiten

  • Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit en zijn tevens Burgers van Bangladesh. De minderjarige en haar biologische ouders zijn Burgers van Bangladesh.
  • Verzoekster woont met de minderjarige in Bangladesh. Blijkens de gegevens uit de basisregistratie personen is verzoekster op 2 juni 2014 vanuit [plaats] vertrokken naar Bangladesh.
  • Verzoeker in ingeschreven in de Basisregistratie personen te [plaats] .
  • Bij beslissing van 20 januari 2015 van Judge [naam] van The Family Court te Kanaighat, Sylhet (Bangladesh) is verzoeker benoemd tot “legal guardian” over de minderjarige.
  • Verzoeker is een broer van de biologische vader van de minderjarige.

Beoordeling

Adoptie
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Verzoekers hebben beiden de Nederlandse nationaliteit. Verzoekers hebben naar voren gebracht dat de minderjarige na de adoptie eveneens de Nederlandse nationaliteit zal verkrijgen. Tot slot hebben verzoekers te kennen gegeven dat zij voornemens zijn om zich in te toekomst samen met de minderjarige in Nederland te vestigen.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen.
Toepasselijk is het Nederlandse recht, met dien verstande dat de vraag welke betekenis toekomt aan de toestemming van de biologische ouders van de minderjarige, in beginsel wordt beantwoord naar de regels die het nationale recht van de minderjarige, derhalve het recht van Bangladesh, daarover bevat.
Inhoudelijke beoordeling
Toepasselijkheid Wobka
De rechtbank stelt voorop dat verzoekers niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) hebben gehandeld. Op grond van de Wobka is opneming in Nederland van een buitenlands kind met het oog op adoptie uitsluitend toegestaan, indien van de Minister van Veiligheid en Justitie een voorafgaande schriftelijke mededeling is verkregen, dat deze in beginsel voor zodanige opneming toestemming verleend (artikel 2 Wobka). Verzoekers hebben geen verzoek tot verlening van een zogenaamde beginseltoestemming ingediend.
Verzoekers stellen zich echter op het standpunt dat de Wobka niet op hun situatie van toepassing is. Voor verzoekster niet omdat zij haar gewone verblijfplaats in Bangladesh heeft en voor verzoeker niet omdat hij op dit moment niet van plan is om de minderjarige met het oog op adoptie in Nederland op te nemen.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. Ingevolge het bepaalde in artikel 14 lid 1 Wobka blijven de bepalingen van de Wobka buiten toepassing indien het buitenlandse kind, na opneming door aspirant-adoptiefouders in een periode waarin zij hun gewone verblijfplaats in het buitenland hebben, door hen gedurende ten minste een jaar aldaar is verzorgd en opgevoed en de verzorging en opvoeding van dat kind na binnenkomst in Nederland door hen zal worden voortgezet.
Vaststaat dat verzoekster haar gewone verblijfplaats in Bangladesh heeft en dat zij de minderjarige aldaar reeds meer dan een jaar heeft verzorgd en opgevoed. Derhalve komt de rechtbank tot het oordeel dat de Wobka niet van toepassing is op de situatie van verzoekster.
Met betrekking tot de toepasselijkheid van de Wobka op de situatie van verzoeker overweegt de rechtbank als volgt. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bevindt de woonplaats van een natuurlijk persoon zich te zijner woonstede. Volgens vaste jurisprudentie is de woonstede de woning waar iemand werkelijk woont, waar hij de zetel van zijn fortuin heeft, zijn zaken behartigt, zijn goederen en eigendommen beheert, kortom de plaats waar iemand niet vandaan gaat dan met een bepaald doel en tevens met het plan om, als dat doel is bereikt, terug te keren.
Vaststaat dat verzoeker sedert 1993 onafgebroken staat ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente [plaats] . Voorts staat vast dat verzoeker een huurwoning in [plaats] heeft en dat hij fulltime werkzaam is bij een in Nederland gevestigd schoonmaakbedrijf. Gelet hierop komt de rechtbank tot het oordeel dat de woonplaats ofwel de gewone verblijfplaats van verzoeker in Nederland is. Het feit dat verzoeker regelmatig voor een paar weken naar Bangladesh gaat (vijf keer in 2014 en twee keer in 2015), hij iedere dag contact heeft met verzoekster en de minderjarige via Skype en het gegeven dat verzoeker zich emotioneel sterk verbonden voelt met Bangladesh met name ook omdat verzoekster en de minderjarige daar verblijven, maken dit oordeel niet anders. De rechtbank neemt hierbij tevens in aanmerking dat verzoeker ook niet van plan is om zijn woonplaats te veranderen, gegeven de omstandigheid dat verzoekers hebben verklaard dat zij de intentie hebben om zich op termijn als gezin te vestigen in Nederland vanwege de kwaliteit van het onderwijs.
De rechtbank gaat voorts voorbij aan de stelling van verzoekers dat de Wobka niet op verzoeker van toepassing zou zijn omdat verzoeker niet van plan is om de minderjarige met het oog op adoptie in Nederland op te nemen. Verzoekers hebben immers zelf verklaard dat zij voornemens zijn zich als gezin in Nederland te vestigen op het moment dat de minderjarige de leeftijd van vier jaar zal bereiken, derhalve reeds in de zomer van 2017. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat de bepalingen van de Wobka wel van toepassing zijn op verzoeker en dat hij aldus beginseltoestemming had moeten aanvragen voor de opneming van de minderjarige in Nederland. Nu hij dit niet heeft gedaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie van de minderjarige voor zover dat betrekking heeft op verzoeker afwijzen.
Derhalve komt de rechtbank toe aan de beoordeling van het subsidiaire verzoek tot adoptie van de minderjarige door verzoekster.
Adoptie van de minderjarige door verzoekster
Vaststaat dat de biologische ouders van de minderjarige niet langer het gezag over de minderjarige hebben.
De biologische ouders van de minderjarige zijn niet opgeroepen, nu zij blijkens de “Statement of consent” die zij op 29 mei 2016 hebben afgelegd ten overstaan van een notaris te Sylhet (Bangladesh), hebben ingestemd met de adoptie naar Nederlands recht van de minderjarige en het vertrek van de minderjarige naar Nederland.
Verzoekers hebben over de omstandigheden waaronder de minderjarige is geboren het volgende gesteld. De minderjarige is de biologische dochter van de broer van verzoeker en zijn echtgenote (de schoonzus). De schoonzus is vanwege haar medische situatie niet in staat om voor een kind te zorgen. De broer van verzoeker kan naast zijn werkzaamheden wel voor zijn oudere zoon zorgen, maar heeft niet de mogelijkheid om daarnaast voor nog een ander kind te zorgen. Gelet hierop waren zij van plan de minderjarige na de geboorte af te staan aan een kindertehuis. Verzoekers waren ten tijde van de geboorte van de minderjarige in Bangladesh en zij hebben zich het lot van de minderjarige aangetrokken. Verzoekster heeft de minderjarige na de geboorte uit het ziekenhuis meegenomen en heeft haar sindsdien verzorgd en opgevoed. Gelet hierop acht de rechtbank de adoptie van de minderjarige door verzoekster in het kennelijk belang van de minderjarige en is voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien dat de minderjarige niets meer van haar biologische ouders in de hoedanigheid van ouders te verwachten heeft.
Verzoekers hebben te kennen gegeven dat zij de minderjarige, wanneer haar leeftijd dat toestaat, zullen informeren over de gevolgen van de adoptie.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 BW – voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie van de minderjarige door verzoekster toewijzen.
Namen
De namen van de minderjarige luiden thans: [namen minderjarige] , welke naam vaststelling dient te worden erkend in Nederland. Dit betreft een namenreeks.
Nu de rechtbank heeft overwogen dat de adoptie van de minderjarige zal worden uitgesproken, zijn op het verzoek tot vaststelling van de voornaam achtereenvolgens de artikelen 10:22 en 10:20 BW van toepassing.
Ongeacht of de minderjarige nog een andere nationaliteit heeft, meent de rechtbank dat – vooruitlopend op de verkrijging van het Nederlanderschap door de minderjarige – thans reeds op het verzoek tot vaststelling van de voornaam kan worden beslist volgens Nederlands recht. Het verzoek tot vaststelling van de voornaam kan als op de wet gegrond worden toegewezen.
De minderjarige komt door adoptie in familierechtelijke betrekking tot verzoekster te staan en zal op grond van artikel 1:5 lid 3 BW van rechtswege de geslachtsnaam
[geslachtsnaam minderjarige]krijgen.
Vaststelling geboortegegevens
Ten aanzien van de in Bangladesh geboren minderjarige is geen voor inschrijving vatbare geboorteakte opgemaakt.
De ambtenaar heeft geadviseerd omtrent de wijze van vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige.
De rechtbank overweegt als volgt. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot de minderjarige niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte geboorteakte. De overgelegde gelegaliseerde geboorteakte bevat immers de gegevens van verzoekers en geeft niet de situatie weer zoals deze gold op het moment van geboorte van de minderjarige.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank beslist, gelet op artikel 1:25c lid 3 BW, als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
*
spreekt uit de adoptie van:
[namen minderjarige],
geboren op 25 augustus 2013 te Sylhet, Bangladesh;
door: [verzoekster] ;
*
stelt als voornaam voor de minderjarige vast: [voornaam minderjarige] ;
*
verstaat dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam minderjarige] zal hebben;
*
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
KIND
naam : [namen minderjarige]
voornaam : -
plaats van geboorte : Sylhet, Bangladesh
dag van geboorte : 25 augustus 2013
tijdstip van geboorte : 15:45 uur
geslacht : F (vrouwelijk)
MOEDER
naam : [naam biologische moeder]
voornaam : -
VADER
naam : [naam biologische vader]
voornaam : -
*
wijst af het meer of anders verzochte.
*
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M. Vink, M.P. Verloop en S.M. Westerhuis-Evers, kinderrechters, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2016.