ECLI:NL:RBDHA:2016:13514
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring aanvraag verblijfsvergunning regulier
In deze zaak heeft eiseres, van Turkse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier in verband met het verdrag tussen de Europese Unie en Turkije. De aanvraag werd op 29 januari 2015 ingediend, maar eiseres is niet verschenen op een afspraak om de aanvraag in te dienen en de vereiste leges te betalen. Verweerder, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, heeft de aanvraag op 26 juni 2015 buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet aan de wettelijke vereisten voldeed. Eiseres heeft vervolgens bezwaar gemaakt, maar dit werd op 13 januari 2016 niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 21 juni 2016 uitspraak gedaan. Eiseres was niet aanwezig op de zitting, maar verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiseres niet had voldaan aan de vereiste leges voor de behandeling van haar aanvraag. De rechtbank oordeelde dat verweerder op goede gronden de aanvraag niet in behandeling heeft genomen, aangezien eiseres niet aan de wettelijke voorschriften voldeed. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiseres in beroep had kunnen gaan tegen de hoogte van de leges, maar dat zij eerst de verschuldigde leges had moeten voldoen.
De uitspraak is gedaan door rechter J.J. Penning en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2016. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.