ECLI:NL:RBDHA:2016:13397

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 oktober 2016
Publicatiedatum
9 november 2016
Zaaknummer
C/09/501474 / FA RK 15-9560
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en wijziging van de geslachtsnaam

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2016 een beschikking gegeven inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van een minderjarige. Het verzoekschrift was op 9 december 2015 ingediend door de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.W. van de Vorle-Braat. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], werd in rechte vertegenwoordigd door mr. N.J.R.M. Elings, als bijzondere curator. De man, wiens vaderschap werd vastgesteld, was geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum] te [plaats].

De rechtbank had eerder, op 26 april 2016, de behandeling van het verzoek pro forma aangehouden om de moeder in de gelegenheid te stellen DNA-onderzoek te laten verrichten. Uit het DNA-onderzoek bleek met meer dan 99,999% zekerheid dat de man de biologische vader van de minderjarige is. De afstammelingen van de man hebben ingestemd met de toewijzing van het verzoek, en de bijzondere curator heeft verklaard dat dit in het belang van de minderjarige is. Aangezien er geen andere bezwaren waren, werd het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toegewezen.

Daarnaast werd er een wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige besproken. De moeder verklaarde dat de minderjarige de geslachtsnaam van de man zou dragen. De rechtbank vermeldde deze verklaring in het dictum van de beschikking. Het verzoek om de gewijzigde geslachtsnaam in de registers van de burgerlijke stand op te nemen, werd afgewezen wegens gebrek aan belang, aangezien dit al voortvloeit uit de wet. Tot slot werd het verzoek om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren afgewezen, omdat de aard van de zaak zich hiertegen verzet. De rechtbank besloot het vaderschap van de man over de minderjarige vast te stellen en wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 15-9560
Zaaknummer: C/09/501474
Datum beschikking: 27 oktober 2016

Gerechtelijke vaststelling ouderschap

Beschikking op het op 9 december 2015 ingekomen verzoekschrift van:

[moeder]

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. W.W. van de Vorle-Braat te Eindhoven.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

de minderjarige,
in rechte vertegenwoordigd door mr. N.J.R.M. Elings, advocaat te Den Haag,
in de hoedanigheid van bijzondere curator;
alsmede
[afstammeling 1 van de man],
wonende te [woonplaats] ;
en
[afstammeling 2 van de man],
wonende te [woonplaats] ;
de afstammelingen van de heer
[de man](hierna: de man), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum] te [plaats] .

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 26 april 2016 is de behandeling van het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap pro forma aangehouden teneinde de moeder in de gelegenheid te stellen DNA-onderzoek te laten verrichten.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
- de brief van de zijde van de moeder d.d. 14 september 2016 met als bijlage een rapport van het Forensisch Laboratorium voor DNA-onderzoek van het LUMC betreffende DNA-onderzoek.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
Gerechtelijke vaststelling vaderschap
Uit het overgelegde rapport van DNA-onderzoek blijkt dat met meer dan 99,999% zekerheid is aangetoond dat de man de biologische vader is van de minderjarige.
De afstammelingen van de man, [afstammeling 1 van de man] en [afstammeling 2 van de man] hebben ingestemd met toewijzing van het verzoek. De bijzondere curator heeft in haar verweerschrift verklaard dat toewijzing van het verzoek in het belang is van de minderjarige. Nu van overige bezwaren als bedoeld in artikel 1:207 BW niet is gebleken, ligt het verzoek tot gerechtelijke vaststelling vaderschap voor toewijzing gereed.
Wijziging geslachtsnaam
Ingevolge artikel 1:5, tweede lid, BW houdt een kind, indien het door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de man, wiens vaderschap is vastgesteld, ter gelegenheid van de vaststelling gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben. Op grond van het negende lid van voornoemd artikel kan, in het geval één van de ouders overleden is voordat er naamskeuze is gedaan, de andere ouder alleen de keuze uitbrengen.
De moeder heeft verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam van de man] zal hebben.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 1:5, tweede lid, laatste zin, BW deze verklaring van de moeder vermelden in het dictum van deze beschikking.
Opname geslachtsnaam registers burgerlijke stand
Het verzoek met betrekking tot het gelasten van de ambtenaar van de burgerlijke stand om in haar registers op te nemen de gewijzigde geslachtsnaam van de minderjarige zal wegens gebrek aan belang afgewezen, nu dit reeds uit artikel 1:20 BW voortvloeit.
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad
Nu de aard van de zaak zich verzet tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beschikking, zal de rechtbank het hiertoe strekkend verzoek afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
*
stelt vast het vaderschap van:
[de man] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum] te [plaats] ,
over:
[minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
uit:
[moeder] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
onder de vermelding van de verklaring van de moeder dat de minderjarige de geslachtsnaam
[naam van de man]zal dragen;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. C.H.M. van Toor-van Essen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2016.