Uitspraak
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Beschikking op het op 19 december 2014 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader]
drs. J.A.M. Hendriks,
Procedure
curator;
bijlagen;
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 9 november 2016, wordt een verzoek behandeld met betrekking tot de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van minderjarigen, waarbij de ouders in een complexe situatie verkeren. De moeder, vertegenwoordigd door mr. J. Bouwhuis, en de vader, vertegenwoordigd door mr. M.A. Baeten, zijn betrokken bij een langdurige juridische strijd over de zorg voor hun kinderen, die in de Verenigde Staten verblijven. De rechtbank heeft eerder een bijzondere curator benoemd en partijen verwezen naar een omgangshuis voor begeleiding van het contact tussen de vader en de kinderen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapporten, waaronder die van de bijzondere curator en Cardea Jeugdzorg, die de situatie van de kinderen en de ouders in kaart hebben gebracht.
De rechtbank oordeelt dat het contact tussen de vader en de jongste kinderen, [tweede mj] en [derde mj], op dit moment ernstig nadeel zou opleveren voor hun ontwikkeling. Dit oordeel is gebaseerd op de bevindingen van de bijzondere curator en de rapporten van Cardea, die wijzen op de negatieve invloed van de huidige situatie op de kinderen. De moeder wordt aangespoord om haar behandeling voort te zetten en te werken aan haar communicatie met de vader, zodat er in de toekomst mogelijk weer contact kan zijn tussen de vader en de kinderen.
Wat betreft de oudste dochter, [eerste mj], oordeelt de rechtbank dat het niet in haar belang is om naar de vader in Amerika te verhuizen, ondanks haar wens om bij hem te wonen. De rechtbank benadrukt het belang van continuïteit in haar behandeling en de zorg die zij momenteel in Nederland ontvangt. De vader's verzoek om eenhoofdig gezag over [eerste mj] wordt afgewezen, evenals zijn verzoek om nakoming van de zorgregeling. De rechtbank legt een dwangsom op aan de moeder voor het niet nakomen van de informatieregeling, en compenseert de proceskosten tussen de partijen.