ECLI:NL:RBDHA:2016:13285
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van artikel 18 van de Dublinverordening zonder formele asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 november 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 27 februari 2016 een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, heeft deze aanvraag op 10 oktober 2016 niet in behandeling genomen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht, waarbij eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in Duitsland asiel heeft aangevraagd en dat de Duitse autoriteiten op 19 april 2016 een terugnameverzoek hebben ontvangen, dat aanvankelijk werd afgewezen maar later op 17 augustus 2016 werd erkend.
Eiser heeft betoogd dat hij in Duitsland geen formeel asielverzoek heeft ingediend en dat zijn vingerafdrukken enkel zijn afgenomen voor veiligheidsonderzoek. Hij heeft aangevoerd dat de omstandigheden in Duitsland, waaronder het ontbreken van gefinancierde rechtsbijstand en de slechte opvangomstandigheden, maken dat hij niet naar Duitsland kan worden teruggestuurd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de registratie van eiser in Eurodac en het claimakkoord van de Duitse autoriteiten voldoende bewijs vormen dat eiser zijn asielwens heeft kenbaar gemaakt, ondanks het ontbreken van een formeel verzoek.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser, waaronder het beroep op het gelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur, verworpen. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser en dat er geen reden is om aan te nemen dat de asielprocedure in Duitsland niet voldoet aan de vereisten van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de beslissing van verweerder bevestigd.