ECLI:NL:RBDHA:2016:13076
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in vuurwapen- en autodiefstalzaak na gebrek aan bewijs
Op 27 oktober 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 22-jarige Colombiaanse man, die werd verdacht van het voorhanden hebben van vuurwapens en diefstal of heling van een auto. De verdachte werd na een achtervolging door de politie aangehouden in een gestolen auto, waarin vuurwapens met munitie werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.
Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 29 juli 2016 en 13 oktober 2016. De officier van justitie, mr. W.J. de Graaf, had gevorderd tot veroordeling van de verdachte, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. H. Raza, pleitte voor integrale vrijspraak. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor zowel de diefstal van de auto als het voorhanden hebben van de vuurwapens. De rechtbank stelde vast dat de verdachte niet op de hoogte was van de wapens in de auto en dat er geen bewijs was dat hij zich bewust was van de aanwezigheid ervan.
De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.