3.3Tenslotte acht eiseres het bestreden besluit in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
4 Op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wok is het - voor zover hier van belang - verboden gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend.
Artikel 15, eerste lid, van de Wok bepaalt dat tot het organiseren van sportprijsvragen uitsluitend vergunning kan worden verleend overeenkomstig de bepalingen van titel III van de Wok. Op grond van artikel 15, tweede lid, worden onder sportprijsvragen verstaan prijsvragen, welke erop zijn gericht deelnemers uitslagen van tevoren aangekondigde sportwedstrijden, met uitzondering van harddraverijen en paardenrennen, te doen raden of voorspellen.
Op grond van artikel 16, eerste lid, van de Wok kan verweerder met het oog op de belangen van instellingen werkzaam ten algemenen nutte, in het bijzonder op het gebied van sport en lichamelijke vorming, van de cultuur, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid, aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid voor een door hem te bepalen duur vergunning verlenen tot het organiseren van sportprijsvragen.
Artikel 27b, eerste lid, van de Wok bepaalt dat verweerder met het oog op de belangen van instellingen werkzaam ten algemenen nutte, in het bijzonder op het gebied van sport en lichamelijke vorming, van de cultuur, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid, aan de krachtens artikel 16 aangewezen rechtspersoon voor een door hem te bepalen duur vergunning verlenen tot het organiseren van lotto's.
Op grond van artikel 2 van de Beleidsregel is de Beleidsregel van toepassing op de belangenafweging bij de besluitvorming omtrent aanvragen tot verlening van vergunningen op grond van artikel 15 van de Wok.
Artikel 3 van de Beleidsregel bepaalt dat verweerder in zijn belangenafweging bij de besluitvorming omtrent een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2 de volgende belangen zwaar mee zal laten wegen:
a. het belang om het bestaande loterijstelsel in Nederland intact te houden tot de introductie van nieuwe wet- en regelgeving hieromtrent;
b. het belang om een vergunning als bedoeld in artikel 2, die thans verleend is en die voor 1 januari 2017 afloopt, tot voornoemde datum aan dezelfde vergunninghouder te verlenen;
c. het belang om het huidige aantal verleende vergunningen als bedoeld in artikel 2 tot 1 januari 2017 ongewijzigd te laten.
5 Verweerder heeft betoogd dat eiseres geen procesbelang meer heeft.
Per 1 april 2016 is De Lotto gefuseerd met de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij en maakt zij deel uit van de Holding Nederlandse Loterij B.V. De Staat heeft volledige zeggenschap over deze holding. Sindsdien staat de vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen en de lotto op naam van Lotto B.V. Een eventuele vernietiging van de bestreden besluiten zou in de praktijk geen gevolg hebben omdat de vergunning aan Lotto B.V. zonder voorafgaande oproep tot mededinging kon worden verleend omdat Lotto B.V. sinds 1 april 2016 een openbare exploitant is wiens beheer onder rechtstreeks toezicht staat van de Staat. Daarnaast is het, gelet op de beperkte looptijd van de aan De Lotto verleende vergunning tot 1 januari 2017, onmogelijk om voor die datum een transparante gunningprocedure te voeren en af te ronden, laat staan dat de vergunning door een andere aanbieder kan worden geëxploiteerd.
Dit betoog slaagt niet. De rechtbank neemt in aanmerking dat in deze procedure het bestreden besluit van 14 januari 2016 ter beoordeling staat. Niet valt in te zien waarom eiseres geen belang meer zou hebben bij een oordeel over de rechtmatigheid van de in 2014 aan De Lotto verleende vergunning. Deze vergunning is immers nog niet geëxpireerd. Reeds daarom dient procesbelang te worden aangenomen. Volgens vaste jurisprudentie kan belang bij een inhoudelijke beoordeling ook bestaan indien wordt gesteld, en tot op zekere hoogte aannemelijk wordt gemaakt, dat schade is geleden ten gevolge van bestuurlijke besluitvorming. Eiseres heeft gesteld dat zij als gevolg van de besluitvorming van verweerder tot op heden geen toegang tot de kansspelmarkt heeft gekregen. Nu niet valt uit te sluiten dat eiseres hierdoor schade heeft kunnen lijden, ziet de rechtbank ook hierom aanleiding om procesbelang aan te nemen. Het beroep is ontvankelijk.