Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[B] ,
[C],
[D],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 december 2015 met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 tot en met 31;
- het tussenvonnis van 9 maart 2016, waarin een comparitie van partijen voor de meervoudige kamer van deze rechtbank is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 5 tot en met 17;
- de akte aanvullende producties met producties 32 tot en met 57 van de zijde van [D] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 2 september 2016 met de daarin genoemde producties 58 tot en met 60 van de zijde van [D] .
2.De feiten
partijen en hun rechtsrelatie
B. Legaat
Radiologisch onderzoek
Bespreking
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
mogelijk(cursivering rechtbank) sprake kan zijn van een beginnende dementie’. In de onder 2.16 aangehaalde brief van 8 oktober 2013 wordt voorts geconcludeerd: “Verwardheid en cognitieve stoornis
waarschijnlijk(cursivering rechtbank) op basis van een dementieel beeld”.
5.De beslissing
14 december 2016het medische dossier van erflater over de jaren 2012, 2013 en 2014 in het geding te brengen,
14 december 2016voor het nemen van een akte door [A] over hetgeen is vermeld onder 4.24, waarna [D] in de gelegenheid zal worden gesteld op de rol van vier weken na het nemen van deze akte een antwoordakte te nemen,