ECLI:NL:RBDHA:2016:12347

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 oktober 2016
Publicatiedatum
13 oktober 2016
Zaaknummer
09/837108-15
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van drugssmokkel van hennep naar het Verenigd Koninkrijk

Op 12 oktober 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de smokkel van hennep naar het Verenigd Koninkrijk. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van hennep in twee transporten, die plaatsvonden in oktober en september 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen hennep heeft aangeleverd voor deze transporten. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting zijn de verklaringen van de officieren van justitie en de verdediging gehoord. De officieren van justitie hebben bewezenverklaring van de tenlastelegging gevorderd, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte bij de henneptransporten bewezen geacht, onderbouwd door observaties en SMS-berichten die verband hielden met de transporten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, met betrekking tot grote hoeveelheden hennep.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/837108-15
Datum uitspraak: 12 oktober 2016
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officieren van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboortedatum] ,
BRP-adres: [oude adres] , 3077PL Rotterdam .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van:
  • 20 september 2016 (inhoudelijk) en
  • 28 september 2016 (inhoudelijk en sluiting onderzoek ter terechtzitting).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie
mrs. P.P.E. van de Riviére en C. Sam-Sin en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. E.W.J.F Deen, advocaat te Den Haag, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2013 tot en met 5 oktober 2013 te Vlaardingen en/of te Delfgauw en/of te Voorburg en/of te Voorhout en/of te Den Haag en/of te Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten naar het Verenigd Koninkrijk) heeft gebracht een hoeveelheid (van naar schatting een aantal kilo's), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2013 tot en met 5 oktober 2013 te Vlaardingen en/of te Delfgauw en/of te Voorburg en/of te Voorhout en/of te Den Haag en/of te Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid (van naar schatting een aantal kilo's), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 23 september 2013 tot en met 24 september 2013 te Vlaardingen en/of te Delfgauw en/of te Voorburg en/of te Voorhout en/of te Den Haag en/of te Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten naar het Verenigd Koninkrijk) heeft gebracht een hoeveelheid (van naar schatting een aantal kilo's), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 23 september 2013 tot en met 24 september 2013 te Vlaardingen en/of te Delfgauw en/of te Voorburg en/of te Voorhout en/of te Den Haag en/of te Rijswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid (van naar schatting een aantal kilo's), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Op 4 oktober 2013 is in een vrachtwagen als gebruikt in de transport van bloemen 472 kilogram hennep getransporteerd van Vlaardingen (Nederland) naar Felixstowe (Verenigd Koninkrijk). Deze lading hennep werd door de Engelse douane onderschept. De politie had voor de onderschepping al een onderzoek lopen naar de betrokkenen bij dat transport en mogelijk eerdere transporten, waarbij gebruik werd gemaakt van observaties en taps (onderzoek 162Caen). Uit dat onderzoek kwam naar voren dat er ook op 24 september 2013 op gelijke wijze een lading hennep naar Engeland was getransporteerd. De verdachte is in het onderzoek naar de transporten naar voren gekomen als mogelijk betrokkene. De verdenking ziet er op dat hij partijen hennep heeft geleverd voor de transporten. Hij heeft zijn betrokkenheid bij beide transporten ontkend.
3.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat voor zover de verdachte aan een zogenaamde NN-telefoon wordt gekoppeld onvoldoende is gebleken dat de verdachte de gebruiker is van die telefoon. Dat de verdachte nabij een Gamma filiaal is geweest is gerelateerd aan de handel van de verdachte in diverse – niet druggerelateerde – goederen. De ontmoeting met een medeverdachte was dan ook toeval en niet gerelateerd aan enig transport van hennep. Dat er voorts daadwerkelijk hennep is overgedragen door de verdachte aan die medeverdachte is evenmin gebleken. Van medeplegen is volgens de raadsman geen sprake, terwijl de verdachte ook niet in verband kan worden gebracht met het voorhanden hebben van hennep.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.4.1
De henneptransporten van 24 september 2013 en 4 oktober 2013
De volgende feiten en omstandigheden staan in deze zaak niet ter discussie nu daar verder geen verweer op is gevoerd.
Op 4 oktober 2013 om 22.54 uur (tijd van het Verenigd Koninkrijk) werd een zending van 472 kilogram [2] hennep [3] onderschept in de haven van Felixstowe door de douane van het Verenigd Koninkrijk. De hennep bevond zich in een vrachtwagen met het kenteken [kentekennummer 1] en was verpakt in dozen die op trolleys waren geladen met planten/bloemen. De vrachtwagen was door de douane tegengehouden nadat deze van de DFDS Seaways veerboot was gekomen die eerder was vertrokken uit Vlaardingen. Ter plaatse zijn [medeverdachte 1] (de chauffeur van de vrachtwagen) en [medeverdachte 2] (de bijrijder) aangetroffen en is [medeverdachte 1] aangehouden. [4] Twee andere verdachten, te weten A. [medeverdachte 6] [5] en [medeverdachte 5] [6] hadden dit transport (mede) georganiseerd, door onder meer het vervoer te regelen, de hennep van derden in ontvangst te nemen en de vrachtwagen te laden in Delfgauw.
Op 24 september 2013 had al eerder een geslaagd transport plaatsgevonden, van een grote, doch onbekend gebleven hoeveelheid hennep. Dit transport was op dezelfde wijze en door dezelfde voornoemde vier personen georganiseerd en uitgevoerd. [7]
3.4.2
De betrokkenheid van de verdachte
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de verdachte betrokken is geweest – als leverancier van hennep – bij de henneptransporten op 24 september 2013 en 4 oktober 2013. Zij overweegt daartoe het volgende.
3.4.2.1 Het henneptransport van 24 september 2013 en [code]
Uit het dossier volgt naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam dat [medeverdachte 5] op de dag van het henneptransport van 24 september 2013 bij zijn woning zich bezig hield met het in ontvangst nemen van hennep van diverse leveranciers. Uit observaties bij zijn woning gelegen aan de Distelweide te Voorburg volgt namelijk dat op die dag tussen 7.25 uur en 10.32 uur veel activiteit is geweest bij zijn woning [8] , en ook [medeverdachte 5] zelf heeft verklaard dat hij bij zijn woning van leveranciers toen hennep heeft ontvangen voor het transport. [9]
Uit observaties bij de loods in Delfgauw waar de zending hennep werd geladen in de vrachtwagen volgt dat het laden tussen 12.08 uur en 13.30 uur heeft plaatsgevonden, waar [medeverdachte 5] ook bij was, en dat vervolgens de vrachtwagen naar de veerboot is vertrokken. [10]
Diezelfde dag had [medeverdachte 5] – tussen het moment van de in ontvangst name van hennep bij zijn woning en het moment van het beladen van de vrachtwagen – op het terrein van een Gamma filiaal aan de Oude Middenweg te Den Haag een ontmoeting met een kale, blanke man.
Uit het dossier volgen voorts SMS-berichten van 23 en 24 september 2013 tussen [medeverdachte 5] en de gebruiker van telefoonnummer [mobielenummer] (hierna: [code] ) met de volgende inhoud:
23 september 2013 om 17.35 uur van [code] naar [medeverdachte 5] [11]
-
Lieverd hoe laat sta jij morgen bij de G. Kan dat om 9 uur in de ochtend?
23 september 2013 om, 17:44 uur van [medeverdachte 5] naar [code] [12]
-
Ok doe dan om 10 uur daar anders word t voor mij te laat lieverd […]
23 september 2013 om 09.54 van [code] naar [medeverdachte 5] [13]
-
Ik heb voor 2 verschillende Lieu
24 september 2013 om 10.42 van [code] naar [medeverdachte 5] [14]
-
Ik ben r
24 september 2013 om 10.42 van [medeverdachte 5] naar [code] [15]
-
1 min
Ten aanzien van voornoemde ontmoeting bij de Gamma is geobserveerd dat 6 minuten na het laatste SMS-bericht, om 10.48 uur [medeverdachte 5] in een Opel Combo aankwam bij het Gamma filiaal. Vervolgens maakte hij daar contact met een blanke, kale man. Hierop stapte [medeverdachte 5] uit de Opel, om als bestuurder in een Volkswagen Golf (met kenteken [kentekennummer 2] ) te stappen en weg te rijden. De blanke kale man was ondertussen in de Opel van [medeverdachte 5] gestapt. Vervolgens werd de Golf om 10.55 en 11:00 uur gezien op de Distelweide te Voorburg (de straat waar [medeverdachte 5] woont). De Golf kwam om 11.03 uur weer terug bij de Gamma en werd naast de Opel geparkeerd. [medeverdachte 5] en de blanke, kale man stapten uit de auto’s en praatten wat met elkaar. Vervolgens hadden zij afscheid genomen en was de blanke man in de Golf gestapt en weggereden. [16]
Tussenconclusie
Dat de ontmoeting van de blanke, kale man met [medeverdachte 5] en het telefoonnummer eindigend op 5275 aan elkaar gerelateerd zijn volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de omstandigheid dat [medeverdachte 5] minuten na het laatste SMS-bericht een ontmoeting had met een persoon bij het bewuste Gamma filiaal. Die omstandigheid, in samenhang bezien met de omstandigheid dat de afspraak bij “de G.” was, duidt er op dat [medeverdachte 5] met [code] had afgesproken bij de Gamma.
3.4.2.2 Het henneptransport van 4 oktober 2013 en [code]
[medeverdachte 5] had op 25 september 2013 wederom SMS-contact met [code] , toen hij het volgende bericht stuurde naar [code] : [17]
-
Lief ik heb m’n uiterste best gedaan maar t word toch dinsdag. X
Vervolgens heeft er op maandag 30 september 2013 om 14.42 uur een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] waarin ze bespraken dat ze geen risico’s moesten lopen en dat ze “het” gewoon moesten doorschuiven. [18]
Vervolgens stuurde [medeverdachte 5] ongeveer drie uur later, om 17.36 uur, het volgende bericht naar [code] : [19]
-
Lieverd t feestje word verzet naar vrijdag ochtend
Op vrijdag 4 oktober 2013 – de dag van het onderschepte henneptransport – werden tussen [medeverdachte 5] en [code] de volgende SMS-berichten gestuurd.
Om 08.44 uur van [code] naar [medeverdachte 5] : [20]
-
15 min sht
Om 08.45 uur van [medeverdachte 5] naar [code] : [21]
-
Ok. Bij g.
Vervolgens is 15 minuten na het laatste SMS-bericht, omstreeks 08.59 uur, geobserveerd dat de eerder genoemde Volkswagen Golf met kenteken [kentekennummer 2] het parkeerterrein van wederom de Gamma aan de Oude Middenweg te Den Haag op reed. Ook [medeverdachte 5] arriveerde daar om 9.10 uur in een Volkswagen Polo en had vervolgens contact met de inzittende van de Golf. De Golf werd daarop geparkeerd aan bij Euromaster (aan dezelfde weg als de Gamma). Na uit te zijn gestapt en een gesprek te hebben gehad met een getinte NNman heeft [medeverdachte 5] een Citroen Berlingo van de Gamma naar de omgeving van zijn woning gereden, om rond 9.31 uur weer met de auto terug te keren. Daarop had hij een gesprek met de getinte NNman en een blanke man, die als bestuurder in een Volkswagen Caddy had gezeten. Vervolgens stapte [medeverdachte 5] in de Caddy en reed ook die tweede auto naar de omgeving van zijn woning. Ondertussen was de Berlingo met de blanke man en de getinte NNman naar de eerder geparkeerde Golf gereden en was de blanke man uitgestapt om een donkerkleurige, gevulde vuilniszak uit de kofferbak van de Golf te halen en in de Berlingo te leggen. Nadat [medeverdachte 5] met de Caddy weer terug was gekeerd bij de Gamma, stapten de andere twee mannen daar uit de Berlingo en werd ook de Berlingo als derde auto door [medeverdachte 5] naar de omgeving van diens woning gereden. Ondertussen was de blanke man ook nog als bestuurder gezien van de Golf, met de getinte NNman als bijrijder. Nadat [medeverdachte 5] om 10.12 uur weer met de Berlingo terug was gekeerd bij de Gamma heeft hij, na een ontmoeting met de blanke man, als vierde auto de Golf naar zijn woning gereden. Vervolgens kwam [medeverdachte 5] om 10.37 uur weer terug bij de Gamma met de Golf, waarna de blanke man in de Golf vertrok om daarna niet meer te worden waargenomen en waarna [medeverdachte 5] om 10.44 uur weer in de Polo waar hij mee was gekomen werd gesignaleerd in de buurt van zijn woning. [22]
Tussenconclusie
Dat deze ontmoeting gerelateerd is aan voornoemd contact tussen [medeverdachte 5] en [code] volgt uit de omstandigheden dat [medeverdachte 5] minuten na het laatste SMS-bericht een ontmoeting had met een persoon bij een Gamma filiaal. Die omstandigheid, in samenhang bezien met de afspraak bij “g” en het verhandelde bij de ontmoeting op 24 september 2013, duidt er op dat [medeverdachte 5] wederom met [code] had afgesproken bij de Gamma.
3.4.2.3 De verdachte is [code]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de verdachte de gebruiker is van telefoonnummer [mobielenummer] en dat hij dus [code] is.
De rechtbank overweegt daartoe dat de verdachte zichzelf heeft herkend op foto’s [23] gemaakt van de observatie bij de Gamma op 4 oktober 2013 als de in dat proces-verbaal genoemde NN2 [24] , een kale, blanke man. Voorts heeft hij bekend dat hij heeft gesproken met [medeverdachte 5] . [25]
De telefoon met het telefoonnummer [mobielenummer] straalde voorts in de periode van 1 maart 2013 t/m 18 september 2013 zendmasten aan in de directe omgeving van de Nemelaersingel te Rotterdam, terwijl de verdachte toen woonachtig was op de [oude adres] . [26]
Ook het gebruik van steeds dezelfde Volkswagen Golf op 24 september 2013 en 4 oktober 2013 door [code] wijst naar de verdachte. Deze Golf was toentertijd namelijk gehuurd door [oude adres] bij [bedrijf betrokkene] . Deze [oude adres] had al eerder een Volkswagen Polo gehuurd bij [bedrijf betrokkene] , en in de verhuurperiode van die Polo is de verdachte door de politie aangetroffen in die auto. [27]
3.4.2.4 De betrokkenheid van de verdachte bij de henneptransporten
Het gedrag van [medeverdachte 5] en van de verdachte omstreeks het henneptransport van 24 september 2013
Uit hetgeen de rechtbank reeds heeft overwogen volgt dat [medeverdachte 5] in de ochtend van 24 september 2013 hennep aannam bij zijn woning van leveranciers en dat hij zich in de vroege middag bezighield met het inladen van de hennep in de vrachtwagen, waarna deze vrachtwagen naar het Verenigd Koninkrijk vertrok.
De rechtbank is van oordeel dat, mede gelet op dit korte tijdsbestek en de verklaringen van [medeverdachte 5] over zijn eigen betrokkenheid, de gedragingen van verdachte tussen die voornoemde twee momenten gerelateerd moeten zijn aan dit henneptransport.
Voornoemde ontmoeting op 24 september 2013 van [medeverdachte 5] met de verdachte bij de Gamma aan de Oude Middenweg in Den Haag vond immers plaats tussen die momenten. Bij die ontmoeting werd de auto waarin de verdachte later wegreed door [medeverdachte 5] heen en weer naar diens woning gereden, terwijl hij in een andere auto bij de Gamma was gearriveerd. In het licht van de omstandigheid dat [medeverdachte 5] heeft verklaard toen bezig te zijn geweest met het in ontvangst nemen van hennep en het later inladen van hennep in de vrachtwagen, is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat het bewegen van de Golf door [medeverdachte 5] naar diens woning gerelateerd was aan het henneptransport van 24 september 2014. Dit past in het scenario dat er hennep aanwezig was in de Golf waarin de verdachte reed en dat [medeverdachte 5] die hennep met de Golf in de buurt van zijn woning heeft gebracht.
Het gedrag van [medeverdachte 5] en van de verdachte omstreeks het henneptransport van 4 oktober 2013
Uit observaties bij de loods in Delfgauw volgt dat [medeverdachte 5] op 4 oktober 2013 vanaf 11.17 uur tot aan 13.23 uur zich bezighield met het beladen van de hennep in de vrachtwagen, waarna de vrachtwagen omstreeks 13.30 uur vertrok richting het Verenigd Koninkrijk. [28] De ontmoeting tussen [medeverdachte 5] en de verdachte die dag bij de Gamma, vond plaats tussen 9.10 uur en 10.44 uur.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de gedragingen van [medeverdachte 5] kort voor en na het beladen van de vrachtwagen gerelateerd zijn aan dit henneptransport.
Voornoemde ontmoeting op 4 oktober 2013 van [medeverdachte 5] met de verdachte bij wederom de Gamma vond zeer kort plaats voorafgaande aan dat moment, tussen hun laatste contact en het beladen van de vrachtwagen door [medeverdachte 5] zat slechts een half uur. De gedragingen van [medeverdachte 5] en de verdachte bij die ontmoeting zijn zeer opvallend te noemen, nu binnen 2,5 uur vier auto’s door [medeverdachte 5] van de Gamma naar diens woning werden gereden, waaronder de auto waarin de verdachte reed en waaruit hij iets had uitgehaald. Ook deze gedragingen passen – net als bij de gedragingen van 24 september 2013 – in het scenario dat er hennep heeft gezeten in de Golf waarin de verdachte reed en dat [medeverdachte 5] die hennep met die Golf in de buurt van zijn woning heeft gebracht.
Daarnaast heeft [medeverdachte 5] op 4 oktober 2013 om 14.22 uur – 20 minuten na aankomst van de vrachtwagen bij de veerdienst in Vlaardingen [29] – het volgende SMS-bericht gestuurd naar de verdachte:
-
Onderweg [30]
Ook dit past bij het scenario dat het contact tussen [medeverdachte 5] en de verdachte gerelateerd was aan het henneptransport, en dat de verdachte er dus een belang bij had om te weten dat het henneptransport onderweg was.
[betrokkene]
Bevraagd naar de leveranciers van de hennep heeft [medeverdachte 5] verklaard over een leverancier met de naam “ [betrokkene] ” van wie hij “spullen” (de rechtbank begrijpt: hennep) had aangepakt bij een Gamma filiaal. [31] Ook [medeverdachte 6] heeft in het kader van zijn ondervraging omtrent hennepleveranciers gesteld dat “ [betrokkene] ” een contact was van [medeverdachte 5] . [32]
Uit het dossier volgt naar het oordeel van de rechtbank voorts genoegzaam dat de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op 5275 door [medeverdachte 5] “ [betrokkene] ” wordt genoemd. [medeverdachte 5] had namelijk tegen [medeverdachte 6] in een telefoongesprek gezegd dat “ [betrokkene] ” zo naar de Gamma zou komen. [33] Vijftien minuten daarvoor had [medeverdachte 5] van [code] een SMS-bericht gekregen met de volgende inhoud: “
Oke, ik bel je als ik weg ry kunnen we by g afsp”. [34] Hieruit volgt dat er wederom bij “g” werd afgesproken, terwijl reeds is vastgesteld dat [medeverdachte 5] en [code] daarmee de Gamma bedoelden. Gelet op die omstandigheden concludeert de rechtbank dat “ [betrokkene] ” de gebruiker is van het telefoonnummer eindigend op 5275. Daaruit volgt ook dat de verdachte, die de gebruiker was van het telefoonnummer eindigend op 5275, “ [betrokkene] ” is. Die omstandigheid pas ook bij de bijnaam “ [betrokkene] ” die [medeverdachte 5] heeft gegeven aan [code] , nu deze bijnaam sterk lijkt op de voornaam van de verdachte, die Louis luidt.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting van 28 september 2016 verklaard dat zijn ontmoeting met [medeverdachte 5] op 4 oktober 2013 louter toeval betreft, dat hij niet meer weet waarom hij bij de Gamma was maar dat dit allerlei redenen kan hebben gehad, dat dit niets te maken had met hennep en dat hij niet betrokken is geweest bij de henneptransporten.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte daarmee geen aannemelijke verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid bij de twee ontmoetingen met [medeverdachte 5] bij de Gamma in Den Haag - terwijl hij in Rotterdam woonde - en zijn gedrag aldaar, bezien in het licht van de gedragingen van [medeverdachte 5] omtrent de transporten zoals hiervoor overwogen.
3.4.2.5 Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op hetgeen is overwogen voldoende wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen voor beide henneptransporten hennep heeft aangeleverd dat zich ook in de vrachtwagen heeft bevonden toen deze tweemaal van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk is gegaan.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
1 primair
hij in de periode van 4 oktober 2013 tot en met 5 oktober 2013 te Vlaardingen en te Delfgauw en te Voorburg en te Den Haag tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten naar het Verenigd Koninkrijk) heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
2 primair
hij in de periode van 23 september 2013 tot en met 24 september 2013 te Vlaardingen en te Delfgauw en te Voorburg en te Den Haag tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten naar het Verenigd Koninkrijk) heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair, telkens:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feit, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van export van twee grote hoeveelheden hennep naar het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft de rol van toeleverancier van henneptransporten vervuld. De uit hennepplanten verkregen stof is bij regelmatig gebruik schadelijk voor de (vaak jeugdige) gebruikers. Bovendien is handel in hennep maatschappelijk onaanvaardbaar omdat deze direct en indirect de oorzaak is van vele vormen van vermogens- en geweldscriminaliteit. De verdachte heeft daaraan door zijn handelen bijgedragen en zich kennelijk om deze gevolgen niet bekommerd, maar uitsluitend aan zijn eigen gewin gedacht.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel Justitiële documentatie van 29 augustus 2016 ten name van de verdachte. Daaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank is zich bewust van de grote gevolgen die een vrijheidsstraf voor verdachte met zich meebrengt. Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten, twee exporten van grote hoeveelheden hennep, is zij echter van oordeel dat niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of kortere straf dan een gevangenisstraf van na te melden duur. De rechtbank heeft hierbij mede gelet op straffen die in een aantal soortgelijke zaken door andere rechtbanken zijn opgelegd en de oriëntatiepunten voor de straftoemeting van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht).

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst II.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair, telkens:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J. Milius, voorzitter,
mr. M. van Seventer, rechter,
mr. S.L.M. Staals, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Zelst, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 oktober 2016.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van de processen-verbaal inzake onderzoek “162Caen”, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche.
2.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-167, Getuigenverklaring van [getuige 2] , p. 548.
3.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-167, Getuigenverklaring van [getuige 5] , p. 543; Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-167, Getuigenverklaring van [getuige 4] , p. 570.
4.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-167, Getuigenverklaring van [getuige 1] , p. 523 en 524.
5.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht A. [medeverdachte 6] , p. 1000 en 1001.
6.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht [medeverdachte 5] , p. 1053 t/m 1061.
7.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht [medeverdachte 5] , p. 1053 t/m 1061.
8.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van observeren dinsdag 24 september 2013, p. 403 t/m 405.
9.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht [medeverdachte 5] , p. 1054.
10.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van observeren dinsdag 24 september 2013, p. 407 en 408.
11.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen, p. 357.
12.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen, p. 357.
13.Deel 1, ZD 160-230 kg hennep, Geschrift, te weten een SMS-bericht, p. 170.
14.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen, p. 357.
15.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen, p. 357.
16.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van observeren dinsdag 24 september 2013, p. 403, 405 en 406.
17.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten SMS-bericht, p. 178.
18.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten tapgesprek, p. 183.
19.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten SMS-bericht, p. 186.
20.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten SMS-bericht, p. 205 en 206.
21.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten SMS-bericht, p. 206.
22.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van observeren vrijdag 4 oktober 2013, p. 255 t/m 259.
23.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschriften, te weten foto’s, p. 351 en 352.
24.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen p. 360.
25.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 20 september 2013.
26.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-054, Proces-verbaal vaststelling identiteit, p. 350.
27.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-054, Proces-verbaal vaststelling identiteit, p. 349 en 350.
28.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-041, Proces-verbaal van bevindingen, p. 135.
29.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van observeren vrijdag 4 oktober 2013, p. 261.
30.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Geschrift, te weten SMS-bericht, p. 215.
31.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht [medeverdachte 5] , p. 1054.
32.Deel 1, ZD 472 kg hennep, Proces-verbaal van verhoor verdacht A. [medeverdachte 6] , p. 999 en 1000.
33.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen p. 361.
34.Deel 1, ZD 472 kg hennep, AMB-055, Proces-verbaal van bevindingen p. 361.