ECLI:NL:RBDHA:2016:12270
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- E. Rabbie
- K.M. Braun
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in een strafzaak met voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2016 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die in voorlopige hechtenis zat, had de gewraakte rechters gewraakt naar aanleiding van een pro forma zitting op 10 juni 2016. Tijdens deze zitting had de voorzitter, mr. G.P. Verbeek, een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De raadsman van verzoeker, mr. Y. Moszkowicz, had bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken en voelde zich door de rechters in zijn spreekrecht beperkt. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis een tussenvonnis is waartegen hoger beroep openstond, en dat deze beslissing niet door middel van een wrakingsverzoek ter discussie kan worden gesteld. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond, aangezien de voorzitter de raadsman niet nogmaals aan het woord heeft gelaten na de beslissing. De gewraakte rechters hebben zich op het standpunt gesteld dat hun beslissingen procesueel van aard waren en geen grond voor wraking konden zijn. De wrakingskamer concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door verzoeker zijn aangevoerd, geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechters. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.