In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen alle rechters in Gouda, Alphen aan den Rijn en Leiden, alsook specifiek tegen de kantonrechter mr. J. van der Windt van de rechtbank Den Haag. Het verzoek tot wraking is ingediend naar aanleiding van een rechtszaak waarin verzoeker en [belanghebbende 2] door de Vereniging van Appartementseigenaars zijn gedagvaard. Tijdens de comparitie na antwoord heeft de kantonrechter verzoeker gevraagd om toelichting op zijn wrakingsverzoek. Verzoeker heeft bevestigd dat hij een wrakingsverzoek wilde indienen, waarna de zaak naar de wrakingskamer is verwezen.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 8 augustus 2016, maar verzoeker en de belanghebbenden zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft in zijn standpunt aangegeven dat er geen sprake is van een gebrek aan objectieve of subjectieve onpartijdigheid. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de vrees voor partijdigheid kunnen onderbouwen. Daarom is het verzoek tot wraking van alle rechters niet-ontvankelijk verklaard en is het verzoek tot wraking van mr. J. van der Windt afgewezen.
De beslissing is op 22 augustus 2016 openbaar uitgesproken en houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft bepaald dat de beslissing aan de betrokken partijen zal worden toegezonden, waaronder de verzoeker, de eiseres in de hoofdzaak en de kantonrechter.