ECLI:NL:RBDHA:2016:12208

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2016
Publicatiedatum
11 oktober 2016
Zaaknummer
AWB - 16 _ 20701
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van kennelijke ongegrondheid en geloofwaardigheid van verklaringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Afghaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 12 september 2016 als kennelijk ongegrond is afgewezen, omdat de verklaringen van eiser over de omstandigheden van zijn vlucht en de reden van zijn asielaanvraag niet geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft gesteld dat hij in Afghanistan werd bedreigd na het stelen van geld uit een auto, maar de rechtbank oordeelde dat zijn verklaringen inconsistent en tegenstrijdig waren. Tijdens de zitting op 22 september 2016 heeft eiser zijn verhaal toegelicht, maar de rechtbank vond dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat de identiteit en herkomst van eiser geloofwaardig waren, maar dat de gestelde vervolging niet aannemelijk was gemaakt. De rechtbank heeft ook de rol van de tolk tijdens het gehoor beoordeeld en geconcludeerd dat er geen onjuiste vertalingen waren die de verklaringen van eiser zouden hebben beïnvloed. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris in stand blijft.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 16/20701

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 oktober 2016 in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer [vreemdelingennummer]

(gemachtigde: mr. H. Martens),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Söylemez).

Procesverloop

Bij besluit van 12 september 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) afgewezen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 september 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens is verschenen B. Nasseri-Raveshdi, tolk.

Overwegingen

1. Eiser heeft gesteld te zijn geboren op [geboortedatum] 1996 en de Afghaanse nationaliteit te hebben.
2 Eiser heeft aan zijn asielaanvraag – samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd. Eiser werkte in een autogarage als monteur. Op een dag moest eiser een auto repareren, hij is hierbij geholpen door zijn collega [persoon] . [persoon] zag iets vreemds onder de stoelen van de auto en het vakje naast de stoel van de chauffeur liggen, wat bundels met geld bleken te zijn. Eiser en [persoon] hebben vervolgens allebei een bundel met geld gepakt. Eiser heeft zijn bundel in de autobanden in de garage verstopt. In de avond, vlak voordat eiser naar huis ging, heeft hij de bundel met geld uit de autobanden gehaald en meegenomen naar huis. In de ochtend is eiser weer naar de garage gegaan waar de eigenaar van de auto weer kwam. Hij vertelde dat hij een tweede auto te repareren had. Eiser werd gevraagd met de man mee te gaan in zijn auto, hetgeen eiser deed. Na een tijdje vroeg eiser waar ze heen gingen, maar in plaats van een antwoord, kreeg eiser iets over zijn mond en raakte hij bewusteloos. Toen hij bij bewustzijn kwam, lag hij op een stoffige, lege vloer in een smerige ruimte. Eiser werd mishandeld en gemarteld totdat eiser bekende dat hij en [persoon] het geld hadden gepakt. Ook heeft eiser de naam en gegevens van [persoon] genoemd. Tegen de avond werd [persoon] binnengebracht. De volgende ochtend werd [persoon] ondervraagd en gemarteld. [persoon] heeft uiteindelijk verteld dat het geld bij hem thuis in een kast opgeborgen lag en dat de sleutel van die kast in zijn zak zat. Eiser werd gedwongen mee te gaan om het geld op te halen. Ze zijn eerst het geld van [persoon] op gaan halen. Nadat eiser het geld had gepakt en weer terug in de auto stapte, hoorde hij de mannen met hun baas praten en zeggen dat eiser en [persoon] na het ophalen van het tweede deel van geld om het leven gebracht zouden worden. Eiser bedacht een plan, heeft de mannen naar een huis toe geleid waar niemand woont en gezegd dat hij daar het geld had opgeborgen in de tuin. Eiser is naar die tuin toegegaan en is via een muurtje ontsnapt en de bossen ingevlucht. Vervolgens is eiser naar Kabul gevlucht en zijn ouders en broertjes naar Kunduz. Omdat Kunduz was ingenomen door de Taliban, is de familie van eiser uiteindelijk ook naar Kabul gevlucht. Eiser hoorde toen dat zijn vader is vermoord door de mannen die achter eiser aanzaten. Daarop is eiser gevlucht uit Afghanistan.
3 Verweerder heeft onder verwijzing naar artikel 31, in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 de aanvraag als kennelijk ongegrond afgewezen. Daarbij heeft verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. Hetgeen eiser heeft gesteld met betrekking tot het stelen van het geld uit de auto en de daaruit voortvloeiende problemen heeft verweerder niet geloofwaardig geacht.
4 In beroep heeft eiser – samengevat weergegeven – het volgende aangevoerd. Eiser mag niet tegengeworpen worden dat hij tijdens het asielrelaas op een aantal punten tegenstrijdig zou hebben verklaard. Het was lastig om de technische begrippen die eiser gebruikte naar het Nederlands te vertalen. Uit de hoeveelheid correcties op het nader gehoor blijkt dat hetgeen eiser heeft verklaard op meerdere momenten gewijzigd moest worden. Eiser heeft tijdens het nader gehoor aangegeven de tolk niet te begrijpen en een andere tolk te wensen, dit blijkt echter niet uit het rapport van het nader gehoor. Er is duidelijk sprake geweest van miscommunicatie tussen eiser en de tolk en de tolk heeft hetgeen eiser heeft verklaard niet juist vertaald. Eiser wordt ten onrechte tegengeworpen dat hij middels de correcties en aanvullingen grove wijzigingen in zijn asielrelaas heeft aangebracht. Eiser heeft het geld in een opwelling gestolen. Zijn prioriteit was er niet op gericht erachter te komen hoeveel geld er in de auto lag, zodat hij ook geen indicatie van het geldbedrag kon noemen. Eiser heeft voldoende gedetailleerd verklaard over hoe hij het geld heeft gevonden, verstopt en wanneer hij het mee naar huis heeft genomen. Eiser is bij [persoon] direct naar het gastenverblijf gegaan en de familie van [persoon] niet gesproken, anders dan verweerder stelt. Dat eiser relatief eenvoudig heeft kunnen ontsnappen betekent niet dat het niet is gebeurd. Eiser weet niet op welke datum zijn vader is overleden, maar in Afghanistan zijn data en tijdstippen van ondergeschikt belang eiser weet data dan ook slechts bij benadering te benoemen. Verweerder heeft ten onrechte geen rekening gehouden met de psychische problemen van eiser. Blijkens het advies van FMMU kampt eiser met concentratieproblemen en kon hij zich bepaalde gebeurtenissen en data met moeite herinneren. Eiser heeft zowel bij zijn gemachtigde als verweerder aangegeven liever nog niet gehoord te willen worden naar aanleiding van zijn psychische problemen. Uit het bestreden besluit blijkt niet in hoeverre verweerder rekening heeft gehouden met deze problemen, wat volgens de Werkinstructie 2010/13 wel had gemoeten.
5.1
De rechtbank stelt vast dat de gemachtigde van eiser ter zitting heeft bevestigd dat de grond, zoals in de zienswijze naar voren gebracht, over de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan en in het bijzonder in de provincie waaruit eiser afkomstig is, in beroep niet wordt gehandhaafd.
5.2
Met betrekking tot het standpunt dat eiser problemen heeft ondervonden met de tolk tijdens het nader gehoor, overweegt de rechtbank als volgt. Voorafgaand aan het nader gehoor is aan eiser gevraagd of hij de tolk goed kan verstaan en begrijpen in het Dari, hierop heeft eiser bevestigend geantwoord. Tijdens het nader gehoor heeft eiser weliswaar zijn zorgen geuit over de vertaling van zijn verhaal door de tolk, omdat hij bijvoorbeeld vaktermen heeft gebruikt, maar desgevraagd hebben zowel de tolk als eiser aangegeven elkaar goed te begrijpen. Na afloop van het nader gehoor heeft eiser desgevraagd aangegeven dat hij de tolk wel heeft kunnen verstaan, maar dat de tolk sinds lange tijd in Nederland woont en daarom wellicht sommige van de door eiser gebruikte woorden niet heeft begrepen. Die woorden heeft eiser, zoals hij zelf aangeeft, echter nader uitgelegd. Dit geldt ook voor de door eiser gebruikte vaktermen. Eiser geeft te kennen dat hij en de tolk elkaar uiteindelijk goed hebben kunnen verstaan. Daarnaast is eiser in de gelegenheid gesteld correcties en aanvullingen na het nader gehoor in te dienen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken van dusdanige problemen tussen eiser en de tolk dat sprake is van een onjuiste weergave van hetgeen eiser heeft verklaard. Deze grond kan aldus niet slagen.
5.3
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser het stelen van het geld uit de auto en de daaruit voortvloeiende problemen niet aannemelijk heeft gemaakt. Verweerder heeft zich daarbij terecht op het standpunt gesteld dat de in dit kader door eiser afgelegde verklaringen wisselend en tegenstrijdig zijn. Zo heeft eiser eerst verklaard dat er op een dag een auto met vier personen kwam aangereden en dat hij werd geroepen om naar de auto te kijken, terwijl hij later verklaart dat hij op de derde dag van het offerfeest werd gebeld door zijn meester met de vraag of hij naar de garage wilde komen omdat er een klus voor hem was. Hetgeen eiser als verklaring heeft gegeven voor deze tegenstrijdigheid, namelijk dat de tolk en hij elkaar niet goed begrepen, kan hier niet aan af doen, zoals volgt uit rechtsoverweging 5.1.
Daarnaast heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard over de wijze waarop het geld in de auto is ontdekt. Eerst heeft eiser immers verklaard dat hij bezig was met het vervangen van de banden toen zijn baas een onherkenbaar geluid hoorde en dat dit duidde op een probleem met de motor. Daarop heeft eiser de motorkap opengemaakt en werd duidelijk dat het de aandrijving van de motor betrof. Eiser heeft [persoon] erbij geroepen om hem te helpen en [persoon] heeft vervolgens het geld ontdekt, aldus eiser. Later heeft eiser echter verklaard dat hij naar het kantoor van zijn meester was gelopen om te zeggen dat hij klaar was met het vervangen van een onderdeel behorende bij de remmen (‘haydar’) en gevraagd of hij de wielen weer aan de auto moest bevestigen. Daarop heeft zijn meester gezegd dat er een gebrek was met de wielaandrijving en dat eiser de versnellingsbak moest openen. Ook heeft verweerder het niet ten onrechte bevreemdend geacht dat eiser geen indicatie kan geven van de hoeveelheid bundels geld die in de auto lag. Dit geldt te meer, nu aan eiser is gevraagd of er tien of honderd bundels lagen en eiser ook daarvan geen indicatie kon geven. Voorts heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over de gebeurtenissen bij [persoon] thuis op het moment dat hij daar het geld op ging halen. Eerst heeft eiser verklaard dat hij het huis van [persoon] binnen is gegaan en de familie van [persoon] heeft ingelicht, terwijl hij later verklaart dat hij de familie niet heeft gesproken en niet het huis is binnengegaan, maar naar het gastenverblijf is gegaan. Ook heeft verweerder de gestelde ontsnapping onwaarschijnlijk kunnen achten en kunnen stellen dat niet valt in te zien dat eiser zonder enige begeleiding van zijn gijzelnemers naar het leegstaande huis mag lopen en daar vervolgens over een muur kan klimmen en kan verdwijnen, zonder dat de gijzelnemers optreden.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verweerder het asielrelaas van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.
5.4
Met betrekking tot de gestelde psychische problematiek en het standpunt dat verweerder hier geen rekening mee heeft gehouden, overweegt de rechtbank als volgt. Uit het FMMU-advies, ondertekend op 14 juli 2016 en 18 juli 2016, blijkt dat weliswaar sprake is van medische problematiek waarmee verweerder rekening diende te houden bij het horen van eiser, maar niet dat eiser door deze problematiek niet kon worden gehoord. Volgens FMMU dient verweerder rekening te houden met een onvermogen om bepaalde gebeurtenissen en data terug te kunnen halen en met een mogelijk concentratieverlies. Geadviseerd wordt om eiser tijd te geven de gevraagde informatie terug te halen en om een korte, enkelvoudige en gerichte vraagstelling te hanteren en bij oplopend concentratieverlies zonodig extra pauze in te lassen. Op 6 september 2016, voorafgaand aan het eerste gehoor, is nogmaals door het FMMU een advies opgesteld. Dit advies stemt overeen met het eerdere FMMU-advies, concentratieproblemen en het met moeite herinneren van bepaalde gebeurtenissen en data en geadviseerd wordt om de tijd te geven gevraagde informatie terug te halen en zonodig extra pauzes in te lassen. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende rekening gehouden met de door de artsen van FMMU geconstateerde beperkingen. De rechtbank betrekt daarbij de gang van zaken tijdens het nader gehoor zoals volgt uit het rapport nader gehoor van 8 september 2016. De gehoorambtenaar heeft voorafgaand aan het gehoor aangegeven dat uit het medisch advies is gebleken dat eiser een aantal medische klachten heeft en dat daarom korte en duidelijke vragen zullen worden gesteld en dat eiser de tijd kan nemen om over data na te denken en dat eiser het aan moet geven als hij wil pauzeren of als het niet meer gaat. Eiser heeft aangegeven zich lichamelijk en geestelijk in staat te voelen om het gehoor te laten plaatsvinden. Er is gepauzeerd en eiser is er op gewezen dat hij ook zelf aan kan geven als hij behoefte heeft aan een pauze. Eiser heeft verklaard geen klachten te hebben over de manier waarop het gesprek is verlopen. Gelet op de hiervoor beschreven handelwijze tijdens het nader gehoor heeft verweerder voldoende zorgvuldig gehandeld en bestaat er geen grond voor het oordeel dat verweerder in strijd zou hebben gehandeld met Werkinstructie 2010/13.
5.5
Gelet op het voorgaande heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat er een rechtsgrond is voor verlening van een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Vw 2000. Verweerder heeft de aanvraag van eiser op goede gronden met toepassing van artikel 31, in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 kennelijk ongegrond verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Tijsma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2016.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen één week na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.