ECLI:NL:RBDHA:2016:12168
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder bestuursdwang tot verwijdering van fiets wegens overtreding van de Algemene plaatselijke verordening voor Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had een last onder bestuursdwang opgelegd gekregen tot verwijdering van haar fiets, omdat deze was geparkeerd in strijd met artikel 5:12, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Den Haag (APV). De rechtbank oordeelde dat de last onder bestuursdwang rechtmatig was opgelegd. Eiseres had op 28 oktober 2015 een label aan haar fiets gekregen, waarop stond dat zij de fiets binnen 30 minuten moest verwijderen, omdat deze buiten de daarvoor bestemde parkeervoorzieningen stond. De rechtbank overwoog dat de gemeente bevoegd was om bestuursdwang toe te passen en dat de APV niet in strijd was met hogere wetgeving, zoals de Wegenverkeerswet en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Eiseres voerde aan dat de APV onverbindend was, maar de rechtbank oordeelde dat de regeling in de APV de WvW niet doorkruiste en dat de gemeente aanvullende regels mocht stellen om overlast te voorkomen. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was om de APV onverbindend te verklaren en dat de fiets van eiseres terecht was verwijderd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.