Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 15 december 2015 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift, tevens verzoekschrift;
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
€ 42,--
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2016 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij nevenvoorzieningen en de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden aan de orde zijn. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en pleitnotities van beide partijen. De man en de vrouw hebben gezamenlijk minderjarige kinderen en hebben een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarbij zij het erover eens zijn dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw vastgesteld en een zorgregeling voor de kinderen bepaald, waarbij de man ook zorg draagt voor de kinderen op bepaalde dagen en in de vakanties. De rechtbank heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld, rekening houdend met de draagkracht van beide ouders en de behoefte van de kinderen. Daarnaast is de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden besproken, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld over de verdeling van de overwaarde van de echtelijke woning, bankrekeningen, en de activa van de eenmanszaken van beide partijen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw om haar huwelijksgerelateerde behoefte vast te stellen en om wettelijke rente te vergoeden afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.