Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 februari 2016;
- de akte inbreng producties van [eiser] met producties 1 tot en met 27;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 11;
- het tussenvonnis van 25 mei 2016, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 augustus 2016;
- de brief van mr. Schirmeister van 23 augustus 2016 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
8. Wijzigingen
Wij wijzen uw schadeclaim af. Daarbij royeren wij uw verzekeringsovereenkomst met
directe ingang. De reden hiervoor lichten wij hieronder toe.
(…)
In het politierapport (..) is weergegeven welke grote hoeveelheid goederen
(Rb: op 30 augustus 2013)door de politie werden meegenomen. Dit betroffen onder andere 1350
voorgedraaide joints, 65,62 kilogram gedroogde plantdelen, waarbij is gebleken dat dit
43,86 kilogram hennep betrof, 19,16 kilogram bruine substantie, waarbij is gebleken dat dit 17,06 kilogram hasjiesj betrof. (…) Ook staat in het politierapport dat u heeft verklaard uw voorraad voor uw coffeeshops aldaar te hebben opgeslagen.
(…)
Op 7 augustus 2014 hebben wij telefonisch contact met u gehad (…) U verklaarde dat u uw woning gebruikte als opslag voor uw coffeeshops.
(…)
StandpuntUit ons onderzoek is vastgesteld dat u opzettelijk een valse voorstelling van zaken heeft
gegeven. Hierdoor zijn wij in onze belangen geschaad.(…) Na ontvangst van het
politierapport blijkt dat u uw woning voor de illegale opslag heeft gebruikt.
(…)
Uit onze administratie is niet gebleken dat u Aegon van een risicowijziging op de hoogte
heeft gebracht.
(…)
Uit het onderzoek is onomstotelijk vastgesteld dat u uw woning voor illegale doeleinden
heeft gebruikt. Met de kennis van heden hadden wij het bij ons verzekerde risico niet
voortgezet en dan waren wij niet geconfronteerd geweest met deze schade. Er is sprake van een verzwarende risico, met een verhoogde kans op brand, inbraak, repressailles, ripdeals etcetera.
(…)
Ons besluit alsmede de genomen maatregelen hebben wij genomen na een zorgvuldige
proportionaliteitsafweging. In uw geval wegen de feiten in ruime mate op tegen de
genomen maatregelen. Met de opslag van hennep en het risicoverzwarende gebruik aan uw
woning is naar ons oordeel sprake van een grove verstoring van de openbare orde en is
sprake van illegale handelingen. Voor Aegon zijn behalve de verzekeringstechnische
aspecten alsmede de maatschappelijke belangen van belang.
(…)
Door uw handelwijze is het benodigde vertrouwen van onze kant weggevallen, waardoor
wij geen prijs meer stellen op voortzetting van de overeenkomst.
(…)
Opname van persoonsgegevens in waarschuwingssystemenUw persoonsgegevens zijn hierdoor opgenomen in het incidentenregister van Aegon (…)
(…)
Door de gebleken feiten en omstandigheden hebben wij uw persoonsgegevens opgenomen
in het extern verwijzingsregister voor financiële instellingen van de Stichting CIS.
(…)
Wij hebben ook het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit van het Verbond van
Verzekeraars hiervan op de hoogte gebracht.
(…).”
3.Het geschil
- veroordeling van Aegon tot betaling van een bedrag van € 601.200,-, te vermeerderen met de over dit bedrag verschuldigde wettelijke rente vanaf 14 januari 2013;
- veroordeling van Aegon tot het ongedaan maken van de meldingen bij de Stichting CIS en het Centrum voor bestrijding verzekeringscriminaliteit, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of ieder dagdeel dat Aegon daarmee in gebreke blijft;
- veroordeling van Aegon tot vergoeding van de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke kosten van (in totaal) € 16.783,53, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
- te verklaren voor recht dat Aegon gehouden is tot herstel van dekking onder de woonhuisverzekering;
- veroordeling van Aegon in de proceskosten, de kosten van het voorlopig getuigenverhoor en het nasalaris daaronder begrepen.
4.De beoordeling
Op grond van hetgeen Aegon, als gebruiker van de algemene voorwaarden, in dit verband naar voren heeft gebracht, houdt de rechtbank het ervoor dat [eiser] destijds de mogelijkheid heeft gehad van de polisvoorwaarden kennis te nemen. Allereerst is daarbij relevant dat [eiser] heeft erkend dat hij er mee bekend is dat op verzekeringsovereenkomsten als de onderhavige standaard algemene voorwaarden van toepassing zijn, terwijl voorts onweersproken is gebleven dat ook zijn tussenpersonen daarmee allen uit hoofde van hun functie bekend moeten zijn geweest. Onder die omstandigheden is de blote stelling dat [eiser] de polisvoorwaarden nimmer heeft ontvangen onvoldoende. Immers, zo al juist zou zijn dat [eiser] zelf de polisvoorwaarden bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst niet rechtstreeks van Aegon heeft ontvangen, geldt dat [eiser] toen werd bijgestaan door een onafhankelijk assurantietussenpersoon, [A] . Nu ervan uitgegaan dient te worden dat ook [A] , als professioneel assurantietussenpersoon, wist dat Aegon standaard algemene voorwaarden hanteert bij verzekeringen als de onderhavige, moet het er voor worden gehouden dat in ieder geval [A] bekend is geweest met de algemene voorwaarden, al dan niet na het opvragen ervan. Indien die voorwaarden vervolgens al niet door hem aan [eiser] zijn doorgezonden, geldt dat de kennisneming van de algemene voorwaarden door de tussenpersoon, in de rechtsverhouding tussen [eiser] en Aegon, aan [eiser] wordt toegerekend. Reeds daarom moeten de voorwaarden worden geacht onderdeel uit te maken van de overeenkomst.
9.030,00(3,5 punten × tarief € 2.580,00)