Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. S.L.L. van den Akker, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2016.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in het beroep van een eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had de aanvraag ingewilligd, maar had de nationaliteit van de eiser als 'onbekend' aangemerkt. De eiser, die stelt staatloos Palestijn te zijn, betwistte deze beslissing en voerde aan dat hij voldoende bewijs had geleverd om zijn staatloosheid aan te tonen. De rechtbank oordeelde dat de eiser belang had bij de beoordeling van zijn beroep, omdat de vaststelling van zijn nationaliteit verschillende rechtsgevolgen met zich meebracht.
De rechtbank constateerde dat de staatssecretaris de documenten die de eiser had overgelegd, geloofwaardig had bevonden, maar dat er meer authentieke documenten nodig waren om de staatloosheid vast te stellen. De eiser gaf aan niet over andere documenten te beschikken. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op goede gronden had besloten om de staatloosheid niet vast te stellen, omdat de eiser niet in staat was om de benodigde aanvullende documenten te overleggen. De rechtbank verwierp ook het beroep van de eiser op het gelijkheidsbeginsel, omdat hij niet had aangetoond dat in vergelijkbare zaken dezelfde documenten waren overgelegd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.