Op 21 september 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een incident betreffende de vervanging van de faillissementscurator. De zaak betreft een verzoek van [gedaagde sub 1] om de curator te ontslaan en te vervangen door een andere curator, omdat de huidige curator volgens hem belangen heeft behartigd die in conflict zijn met zijn eigen belangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van [gedaagde sub 1] niet kan worden toegewezen, omdat de gevorderde voorziening niet van voorlopige aard is, maar definitief. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] de verzoekschriftprocedure moet volgen voor de door hem gewenste maatregel. De rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten in het incident aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. In de hoofdzaak is BBM Mobiel op 3 mei 2016 in staat van faillissement verklaard, waardoor de procedure tegen deze vennootschap van rechtswege is geschorst. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak op 2 november 2016 weer op de rol zal komen voor de conclusie van antwoord.