ECLI:NL:RBDHA:2016:11453

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
C/09/510866 / HA ZA 16-563
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot vervanging van faillissementscurator in het kader van voorlopige voorziening

Op 21 september 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een incident betreffende de vervanging van de faillissementscurator. De zaak betreft een verzoek van [gedaagde sub 1] om de curator te ontslaan en te vervangen door een andere curator, omdat de huidige curator volgens hem belangen heeft behartigd die in conflict zijn met zijn eigen belangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van [gedaagde sub 1] niet kan worden toegewezen, omdat de gevorderde voorziening niet van voorlopige aard is, maar definitief. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] de verzoekschriftprocedure moet volgen voor de door hem gewenste maatregel. De rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten in het incident aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak. In de hoofdzaak is BBM Mobiel op 3 mei 2016 in staat van faillissement verklaard, waardoor de procedure tegen deze vennootschap van rechtswege is geschorst. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak op 2 november 2016 weer op de rol zal komen voor de conclusie van antwoord.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/510866 / HA ZA 16-563
Vonnis in incident van 21 september 2016
in de zaak van
mr. [de curator]
in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[de failliet],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. J.C. Dorrepaal te Alphen aan den Rijn,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
eiser in het incident,
advocaat mr. M.A. Hupkes te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BBM MOBIEL B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
gedaagde,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BBM TECHNOGLAS B.V.,
gevestigd te Bodegraven,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna de curator, [gedaagde sub 1] , BBM Mobiel en BBM Technoglas genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 april 2016, met 16 producties;
  • het overzicht beslagstukken van de curator, met 10 producties;
  • de incidentele vordering ex art. 223 Rv van [gedaagde sub 1] , met 4 producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident ex art. 223 Rv, met 2 producties.
1.2.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling

in het incident

2.1.
In de hoofdzaak is, voor zover thans van belang, aan de orde of [gedaagde sub 1] als (indirect) bestuurder van [de failliet] jegens de curator aansprakelijk is voor het tekort in het faillissement van deze vennootschap.
2.2.
[gedaagde sub 1] vordert dat de rechtbank bij voorlopige voorziening ingevolge artikel 73 Faillissementswet (Fw) overgaat tot ontslag van de curator en tot vervanging door een andere faillissementscurator wiens of wier kantoor niet in het verleden werkzaamheden heeft verricht of de belangen heeft behartigd van [gedaagde sub 1] en/of een onderneming waarin hij een belang heeft, althans om naast de curator een tweede curator te benoemen, die niet belangen heeft behartigd van [gedaagde sub 1] en/of bedrijven of ondernemingen waarin hij een belang heeft.
2.3.
De curator voert gemotiveerd verweer.
2.4.
Toewijzing van een gevorderde voorlopige voorziening is alleen mogelijk wanneer zij gericht is op een voorziening die voor de duur van de bodemprocedure kan worden gegeven. De gevorderde voorziening - ontslag van de curator en vervanging door een andere curator - is naar zijn aard niet voorlopig maar definitief. Reeds hierom dient de vordering in het incident te worden afgewezen.
2.5.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde sub 1] voor de door hem op grond van artikel 73 Fw gewenste maatregel de verzoekschriftprocedure dient te volgen.
2.6.
De rechtbank houdt de beslissing over de proceskosten in het incident aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak.
in de hoofdzaak
2.7.
Op 3 mei 2016 is BBM Mobiel, zoals [gedaagde sub 1] terecht heeft aangevoerd, in staat van faillissement verklaard. De vordering jegens BBM Mobiel beoogt voldoening van een verbintenis uit de boedel (artikel 29 Fw). Daarom is de procedure voor zover de vordering is gericht tegen BBM Mobiel van rechtswege geschorst.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
3.3.
verstaat dat de procedure van rechtswege is geschorst voor zover de vordering is gerecht tegen BBM Mobiel;
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 2 november 2016 voor de conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.R. Glass en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2016. [1]

Voetnoten

1.type: 1554