Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 december 2015 met de producties 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 6,
- het tussenvonnis van 20 april 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 24 juni 2016 en
- de brief van de zijde van [eiser] van 3 juli 2016 met daarin een inhoudelijke reactie op het proces-verbaal van de comparitie van 24 juni 2016.
2.De feiten
Ik heb mij niet schuldig gemaakt aan heling. Ik koop van particulieren en demontage bedrijven. Dit verkoop ik dan weer via internet.”
Politie neemt grote partij autoradio’s in beslag, 47 jarige Zoetermeerder aangehouden
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ2005/168 en HR 19 december 2003,
NJ2004/348).
NJ2007/432).
Met de aanhouding van een 47-jarige Zoetermeerder verwacht de politie een einde te hebben gemaakt aan heling en of diefstal van autoradio’s”, een sterke suggestie gaat dat er een verband bestaat tussen het toegenomen aantal auto-inbraken in de gemeente Zoetermeer, de in beslag genomen autoradio’s en de (sturende) rol van [eiser] bij dat alles. Gesteld noch gebleken is dat op dat moment, maar ook na afronding van het politieonderzoek, het dossier voldoende steun bood voor deze verstrekkende uiting. Verder laat de rechtbank meewegen dat de Staat der Nederlanden de urgentie en de noodzaak om het persbericht op 19 maart 2013 om 8.00 uur te publiceren onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, en in het bijzonder waarom niet kon worden gewacht tot na het moment waarop [eiser] met de inbeslaggenomen goederen is geconfronteerd en vragen heeft beantwoord over de herkomst daarvan.