Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De verdere beoordeling in de hoofdzaak
exceptio plurium litis consortiumen hebben zij verzocht om oproeping van de andere geadresseerden van de Beschikking, die geen partij zijn in deze zaak (hierna: de andere geadresseerden) op de voet van artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarnaast hebben alle gedaagden een exhibitie-incident opgeworpen.
De beschikking legt echter niet de voorwaarden vast voor hun eventuele – in voorkomend geval hoofdelijke – civiele aansprakelijkheid, die door het nationale recht van iedere lidstaat wordt bepaald.”
overchargeis geconstateerd. Deze vordering wordt in het te zijner tijd te wijzen eindvonnis afgewezen. Het door CDC gestelde onrechtmatig handelen van Shell Schmierstoff behoeft niet te worden beoordeeld.
bedragen die anders voor de interne draagplicht van Sasol zouden komen”.Uit de door CDC gegeven toelichting blijkt dat zij met Sasol doelt op de door haar in deze zaak betrokken Sasol Wax en Sasol International en daarnaast ook op de in de Beschikking genoemde Sasol International, Sasol Holding en Sasol Limited. Deze vijf Sasol-entiteiten worden hierna tezamen aangeduid als ‘Sasol’.
“het deel van de door CDC gevorderde schade waarvoor Sasol in haar rechtsverhouding tot de overige karteldeelnemers naar het oordeel van de rechter in de hoofdzaak op enige rechtsgrond draagplichtig is.”Met “
de overige karteldeelnemers”doelt CDC op alle geadresseerden van de Beschikking, naast Sasol. Daartoe rekent CDC naast gedaagden ook de niet door CDC in rechte betrokken en wel in de Beschikking genoemde andere geadresseerden, te weten: ENI, H&R/Tudapetrol, MOL en Repsol.
allein de Beschikking genoemde karteldeelnemers. Als gevolg van de eisvermindering dient in deze procedure het bedrag te worden vastgesteld waarvoor Sasol draagplichtig is in deze interne draagplichtverhouding. Daarmee is niet gezegd dat de eiswijziging vergt dat de interne draagplicht van alle in de Beschikking genoemde karteldeelnemers wordt beoordeeld; het gaat alleen om het bedrag waarvoor Sasol in die verhouding intern draagplichtig is.
Meervoudige aansprakelijkheid” dat, in het geval dat een schuldeiser een vordering heeft op verscheidene voor dezelfde vordering aansprakelijke schuldenaren, van wie er één de schuld reeds geheel of gedeeltelijk heeft voldaan, het recht van deze schuldenaar om van de andere schuldenaren vergoeding te eisen, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de niet-contractuele verbintenis van deze schuldenaar jegens de schuldeiser.
exceptio plurium litis consortium, het verweer van een ondeelbare rechtsverhouding, en verzoeken te worden toegestaan de andere geadresseerden op de voet van artikel 118 Rv als derden in deze procedure te mogen betrekken.
exceptio plurium litis consortiumis vereist dat het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten opzichte van alle bij de rechtsverhouding betrokkenen hetzelfde luidt. Dit mag slechts worden aangenomen indien aard en inhoud van de rechtsverhouding daartoe nopen, hetgeen meebrengt dat de vraag of van zodanige ondeelbaarheid kan worden gesproken, zich niet altijd leent voor beantwoording in algemene zin, aangezien de bijzonderheden van het gegeven geval van doorslaggevende betekenis kunnen zijn.
exceptio plurium litis consortium.
exceptio plurium litis consortium.Dit artikel kan worden toegepast wanneer oproeping van een derde in het geding noodzakelijk of zinvol is. Daarbij geldt dat het zinvol is om een derde op te roepen indien de uitkomst van het geschil rechtsgevolgen heeft voor de derde in kwestie en het belang van de derde vergt dat deze partij wordt in de procedure.
exceptio plurium litus consortium– en aan het daarmee samenhangende verzoek als bedoeld in artikel 118 Rv – is komen te ontvallen. Het hiervoor gegeven oordeel houdt in dat het onderhavige geval buiten de (beperkte) reikwijdte van de
exceptio plurium litus consortiumvalt en dat de door gedaagden verlangde oproeping van de andere geadresseerden niet noodzakelijk of zinvol is.
3.Het geschil en de beoordeling daarvan in de exhibitie incidenten
- i) bescheiden die per transactie laten zien hoeveel gereed product (kaarsen en/of waspapier) iedere afzonderlijke kaarsenfabrikant in de periode van september 1992 tot en met het jaar 2008 heeft verkocht en tegen welke prijs, zoveel mogelijk onderbouwd met contemporaine stukken zoals facturen;
- ii) de balansen en winst- en verliesrekeningen over de periode 1992 tot en met 2008, zoals deze zijn goedgekeurd door de accountant;
- iii) de
- i) bescheiden die inzage bieden in de volumes en prijzen van de door deze cedenten verkochte kaarsen en/of waspapier over de jaren 1992-2008;
- ii)
- iii) de winst- en verliesrekeningen over de jaren 1992-2011.
- i) de schikkingsovereenkomst tussen CDC en Sasol, te weten: de schikkingsovereenkomst en alle bijlagen of andere addenda;
- ii) bescheiden met betrekking tot de paraffinewas transacties, te weten:
overchargein het [X] rapport, en de gedetailleerde informatie met betrekking tot de bewerking van ruwe data;
overcharge.
fishing expeditions” is de toewijsbaarheid van een op artikel 843a Rv gebaseerde vordering in dat wetsartikel aan meerdere beperkende voorwaarden gebonden. Ten eerste dient de eiser tot exhibitie een rechtmatig belang te stellen en te hebben, waarbij rechtmatig belang moet worden uitgelegd als bewijsbelang. Bewijsbelang bestaat indien een bewijsstuk kan bijdragen aan het onderbouwen en/of aantonen van een voor de te beoordelen vorderingen relevante, mogelijk doorslaggevende stelling, die voldoende concreet is onderbouwd en voldoende concreet is betwist. Ten tweede moeten de vorderingen “bepaalde bescheiden” betreffen waarover ten derde de gedaagde daadwerkelijk de Beschikking heeft of kan krijgen. Ten vierde dient de eiser tot exhibitie partij te zijn bij de rechtsbetrekking waarop de gevorderde specifieke bescheiden zien. Hieronder valt ook de rechtsbetrekking die uit onrechtmatige daad is ontstaan. Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, bestaat desondanks géén gehoudenheid tot overlegging indien ten vijfde daarvoor gewichtige redenen zijn of indien ten zesde redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder die gegevensverschaffing is gewaarborgd.
overchargehebben doorberekend.
fishing expeditions’ (zie Kamerstukken II 1999-2000, 26 855, nr. 3, p. 188 en Kamerstukken II 2005-2006, 30 392, nr. 3. p. 20).
audited financial accounts);
management accounts);
equality of armsvoor zorg te dragen dat deze bescheiden beschikbaar en toegankelijk zijn voor gedaagden. Het moet gedaagden niet onmogelijk of uiterst moeilijk worden gemaakt om verweer te voeren tegen de vorderingen van CDC.
management accounts) werden opgesteld. CDC heeft ook toegelicht dat in een aantal gevallen bescheiden niet beschikbaar zijn vanwege het verlopen zijn van de toepasselijke bewaringstermijnen. CDC hoeft deze niet beschikbare stukken niet te verstrekken.
audited financial accounts) over de jaren 1992 tot en met 2011;
audited financial accounts) over het jaar 2005;
management accounts) over het jaar 2006.
audited financial accounts) over de jaren 1996 tot en met 2005;
audited financial accounts) over de jaren 2005 tot en met 2011;
management accounts) over de jaren 2006 tot en met 2011;
audited financial accounts) over de jaren 1992 tot en met 2011;
management accounts) over de jaren 1992 tot en met 2011;
overcharge.
4.De verdere beoordeling in de hoofdzaak
umbrella effectszullen worden beoordeeld en (ii) de maatstaven en relevante omstandigheden voor het vaststellen van de interne draagplicht van Sasol naar het daarop toepasselijk recht. Daarbij gaat het voorgaande niet alleen om de uitgangspunten, maar (ook) om de daadwerkelijk spelende geschilpunten tussen partijen. Deze onderwerpen zullen aan de orde komen tijdens een in deze zaak te bepalen pleidooi. De rechtbank streeft ernaar dit pleidooi gelijktijdig te laten plaatsvinden met een zitting in de gevoegde zaken, waarin dan ook deze onderwerpen worden behandeld.
5.De beslissing
- i) bescheiden die per transactie laten zien hoeveel gereed product (kaarsen en/of waspapier) iedere afzonderlijke kaarsenfabrikant in de periode van september 1992 tot en met het jaar 2008 heeft verkocht en tegen welke prijs, zoveel mogelijk onderbouwd met contemporaine stukken zoals facturen;
- ii) de balansen en winst- en verliesrekeningen over de periode 1992 tot en met 2008, zoals deze zijn goedgekeurd door de accountant;
- iii) de
- i) bescheiden die inzage bieden in de volumes en prijzen van de door deze cedenten verkochte kaarsen en/of waspapier over de jaren 1992-2008;
- ii)
- iii) de winst- en verliesrekeningen over de jaren 1992-2011.
overchargein het [X] rapport, en de gedetailleerde informatie met betrekking tot de bewerking van ruwe data;
umbrella effectszullen worden beoordeeld en (ii) de maatstaven en relevante omstandigheden voor het vaststellen van de interne draagplicht van Sasol naar het daarop toepasselijk recht;