ECLI:NL:RBDHA:2016:11304
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten medische rapportage en rechtsbijstand in strafzaak na niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
In deze beschikking van de rechtbank Den Haag, gedateerd 24 mei 2016, werd een verzoek behandeld tot vergoeding van kosten door een gewezen verdachte, die zijn strafzaak had verloren. De rechtbank had eerder op 4 november 2015 het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Het verzoekschrift was ingediend op 18 december 2015 en betrof een totale vergoeding van € 7.078,90 voor kosten van rechtsbijstand en medische rapportage. De rechtbank heeft het verzoek op 10 mei 2016 in raadkamer behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Drummen.
De raadsvrouw voerde aan dat de kosten van rechtsbijstand en de schade door tijdverzuim voldoende waren onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat de kosten van rechtsbijstand, die voornamelijk bestonden uit reistijd en tijd ter terechtzitting, redelijk waren. De officier van justitie steunde het verzoek voor een deel, maar betwistte de kosten van een medisch rapport, omdat dit rapport niet in de strafzaak was ingebracht. De rechtbank oordeelde echter dat de kosten van het medisch rapport niet nodeloos waren gemaakt, aangezien het rapport relevant was voor de beantwoording van vragen in de strafzaak.
Uiteindelijk kende de rechtbank een totale vergoeding van € 7.085,08 toe aan de verzoeker, waarbij de kosten van de rechtsbijstand en het medisch rapport werden erkend als noodzakelijk voor het onderzoek. De rechtbank wees de kosten van een bestuursrechtelijke procedure af, omdat deze niet onder de vergoeding vielen volgens de wet. De beslissing werd uitgesproken door rechter N.F.H. van Eijk, in aanwezigheid van griffier mr. J.M.M. van den Hoek.