ECLI:NL:RBDHA:2016:11214

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
19 september 2016
Zaaknummer
C/09/506222 / HA ZA 16-240
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.W. Vogels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging verstekvonnis in kredietovereenkomst geschil tussen Hoist Portfolio Holding Ltd en [A]

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2016 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis van 17 augustus 2005. De eiser, Hoist Portfolio Holding Ltd (HPH), is de rechtsopvolger van Finata Bank N.V. en vorderde betaling van [A] en zijn echtgenote [B] op basis van een kredietovereenkomst van 21 mei 2003. Het verstekvonnis had de vorderingen van HPH integraal toegewezen, maar [A] heeft verzet aangetekend en verzocht om vernietiging van het verstekvonnis.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig en op de juiste wijze was ingesteld. De kern van het geschil draaide om de vraag of de handtekeningen op de kredietovereenkomst authentiek waren. De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 157 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een onderhandse akte dwingend bewijs oplevert, tenzij de ondertekening stellig wordt ontkend. [A] had niet stellig ontkend dat de handtekening op de kredietovereenkomst van hem was, waardoor de rechtbank uitging van de juistheid van de overeenkomst.

De rechtbank concludeerde dat [A] niet het tegenbewijs had geleverd dat nodig was om de kredietovereenkomst te weerleggen. Daarom werd het verstekvonnis bekrachtigd en werd [A] veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure. De kosten aan de zijde van HPH werden begroot op € 579,=, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/506222 / HA ZA 16-240
Vonnis in verzet van 21 september 2016
in de zaak van
de vennootschap naar Brits recht
HOIST PORTFOLIO HOLDING LTD,
gevestigd te Jersey,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. G.C. Haulussy te Rotterdam,
tegen
[A],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat mr. L.A. Bettonvil te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna HPH en [A] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verstekvonnis van 17 augustus 2005 gewezen tussen Finata Bank N.V. (hierna: Finata) als eiseres en [A] en zijn echtgenote [B] (hierna: [B] ) als gedaagden onder nummer 246705 / HA ZA 05-2238 ;
  • de verzetdagvaarding van 22 februari 2016, met producties;
  • het tussenvonnis van 8 juni 2016, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
  • producties 1 en 2 van HPH;
  • het proces-verbaal van comparitie van 26 juli 2016.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
HPH is rechtsopvolger van Finata.
2.2.
Een kredietovereenkomst van 21 mei 2003 op briefpapier van DGA Financieel Adviseurs B.V. (hierna: de kredietovereenkomst) luidt, voor zover van belang:
[…] FINATA CONTINU CREDIET
CONTRACTNUMMER [nummer 1]
Dit contract kwam tot stand via: en door bemiddeling van
Finata Bank N.V. DGA Financieel Adviseurs
[…]
De ondergetekenden:
1.A. [A] 1.B. [B] .
[adres]
[…]
die verklaren dat onderstaande verplichtingen onder hun hoofdelijke aansprakelijkheid worden aangegaan, hierna zowel tezamen als ieder afzonderlijk te noemen: Kredietnemer;
2. Finata Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de Bank;
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
De bank verleent hierbij aan Kredietnemer een CONTINU CREDIET tot een
bedrag van maximaal ………………………………………………………………… EUR 26.500.00
[…]
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend ter respectieve woon-/vestigingsplaats de 21-05-2003.
Kredietnemer: […] De Bank:
1.A. [onleesbare handtekening] [onleesbare handtekening]
1.B. [onleesbare handtekening]
2.3.
Een nota van afrekening van 21 mei 2003 op briefpapier van DGA Financieel Adviseurs B.V. luidt, voor zover van belang:
[…] Nota van afrekening
1. [A] 1. [B]
[adres]
[…]
[plaats] , 21-05-2003
[A]
Ingesloten treft u aan de kredietovereenkomst met nummer [nummer 1] d.d. 21-05-2003.
Betaalbaarstelling van uw krediet is als volgt:
Verrekening:
Bank/financieringsmaatschappij contractnummer bruto saldo inlossaldo
FINATA BANK [nummer 2] EUR 12.500.00 EUR 12.500.00
In handen: EUR 0.00
In depot: EUR 14.000.00
[…]
Ondertekening Ondertekening
kredietnemer 1 kredietnemer 2
[onleesbare handtekening] [onleesbare handtekening]
2.4.
Een fax van op briefpapier van DGA Financieel Adviseurs B.V. aan Finata van 21 mei 2003 luidt, voor zover van belang:
[…] Svp tel. Overboeken: bedrag : EUR 14.000,-
op rekeningnummer : [rekeningnummer]
T.n.v. : [A] […]
2.5.
Een kopie van het rijbewijs van [A] alsmede een kopie van zijn salarisstrook en bankafschrift van bankrekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [A] , waarop is te zien dat zijn salaris wordt bijgeschreven, zijn als bijlagen bij de kredietovereenkomst gevoegd.
2.6.
De stichting Stichting Schulden Vrij Leven heeft in mei 2004 aan InterBank N.V., een aan Finata gelieerde vennootschap, geschreven:
[…] In aansluiting op eerder schrijven inzake de schuldbemiddeling van [A] & [B] , informeren wij u en leggen wij u een betalingsregeling voor.
Het totaal van schulden is vastgesteld op: € 59.115,99
Uw vordering maakt hiervan deel uit en bedraagt volgens uw opgave € 30.132,39 […]
2.7.
In 2005 heeft [A] zijn woning aan de [adres] verkocht. Daarna is hij naar Curaçao verhuisd. Eind 2015 is hij weer in Nederland komen wonen.

3.Het geschil

3.1.
HPH heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [A] en [B] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van € 30.289,40 te vermeerderen met de overeengekomen rente vanaf 28 juni 2005 tot de dag van algehele voldoening.
3.2.
Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van HPH integraal toegewezen en zijn [A] en [B] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van HPH tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 1.315,93.
3.3.
[A] vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van HPH alsnog worden afgewezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat [A] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2.
Grondslag voor de vordering van HPH is de tussen haar rechtsvoorganger Finata als geldgever en [A] en [B] als geldnemers gesloten kredietovereenkomst van 21 mei 2003. In de nota van afrekening is opgenomen dat een bedrag van € 12.500,= is aangewend ter aflossing van een eerder krediet bij Finata en dat € 14.000,= is overgemaakt op de bankrekening van [A] . [A] betwist dat hij die kredietovereenkomst en de nota van afrekening heeft ondertekend. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
4.3.
Op grond van het bepaalde in artikel 157 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) levert een onderhandse akte tussen partijen dwingend bewijs op. Een onderhandse akte waarvan de ondertekening wordt ontkend, levert geen bewijs op zolang niet bewezen is van wie de ondertekening afkomstig is.
4.4.
Ter zitting heeft [A] verklaard dat de handtekeningen op de originele stukken van 21 mei 2003 van hem en [B] zijn. Verder is gebleken dat [A] zijn woning aan de [adres] in 2005 heeft verkocht voor dezelfde prijs als waarvoor hij die woning enkele jaren eerder had gekocht; er zat geen overwaarde in. [A] heeft ter zitting verklaard dat hij in de veronderstelling was dat toen de woning was verkocht al zijn schulden waren opgelost; naast de hypothecaire schuld bij ABN Amro had hij een schuld van € 12.000,= voor de aanschaf van een auto.
4.5.
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat [A] niet stellig, dat wil zeggen met duidelijke en ondubbelzinnige woorden, heeft ontkend dat de handtekening op de kredietovereenkomst van hem is. Dat betekent dat, behoudens tegenbewijs, van de juistheid van de tussen Finata en [A] gesloten kredietovereenkomst wordt uitgegaan. Het tegenbewijs is niet geleverd. Het volgende is daartoe redengevend. [A] heeft desgevraagd geen verklaring voor het feit dat kopieën van het rijbewijs, salarisstroken en bankafschriften van [A] in bezit zijn van Finata. De rechtbank houdt het er dan ook op dat die stukken door [A] aan Finata ter hand zijn ten behoeve van Finata voor de aan [A] (en [B] ) te verstrekken lening. Volgens de nota van afrekening is een deel van de lening overgemaakt op de rekening van [A] , waarop hij ook zijn salaris ontving. De rechtbank weegt verder mee dat [A] ter zitting heeft bevestigd dat de Stichting Schulden Vrij Leven destijds heeft geholpen met de schuldsanering. Uit de hiervoor onder 2.6 aangehaalde correspondentie blijkt dat onderhavige vordering van Finata, thans HPH, in dat verband bekend was bij deze stichting.
4.6.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden bekrachtigd.
4.7.
[A] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden verwezen. De kosten worden aan de zijde van HPH begroot op € 579,= (1 punt × tarief € 579,=) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bekrachtigt het door deze rechtbank op 17 augustus 2005 onder zaaknummer / rolnummer 246705 / HA ZA 05-2238 gewezen verstekvonnis,
5.2.
veroordeelt [A] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van HPH tot op heden begroot op € 579,=,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W. Vogels en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2016. [1]

Voetnoten

1.type: 2226