ECLI:NL:RBDHA:2016:10990

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 september 2016
Publicatiedatum
12 september 2016
Zaaknummer
09-827371-15
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van vrachtwagen en bedreiging van politieambtenaren in Katwijk

Op 12 september 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een vrachtwagen en bedreiging van politieambtenaren. De verdachte, geboren in 1967 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft op 15 november 2015 in Katwijk een vrachtwagen gestolen met behulp van een gestolen sleutel. Na de diefstal heeft hij ook goederen gestolen uit de carport en schuur van twee nabijgelegen woningen. Tijdens zijn aanhouding heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan herhaalde bedreigingen richting twee politieambtenaren, waarbij hij dreigende woorden heeft geuit over het schieten van hen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal van de vrachtwagen en de bedreigingen, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 176 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar heeft geen aanleiding gezien voor een voorwaardelijke veroordeling of hulpverleningstraject.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09-827371-15
Datum uitspraak: 12 september 2016
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 15 februari 2016 (Pro Forma), 9 mei 2016 en 29 augustus 2016. De verdachte was op de eerstgenoemde datum wel aanwezig, maar is de daarop volgende data niet ter terechtzitting verschenen.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Roosma. De raadsman van verdachte, mr. R.G. van der Laan, advocaat te Leiden, was ter terechtzitting aanwezig maar was ten tijde van de inhoudelijke behandeling op 29 augustus 2016 niet uitdrukkelijk gemachtigd namens de toen afwezige verdachte het woord te voeren.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij op of omstreeks 15 november 2015 te Katwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtwagen [kenteken] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] (gevestigd te Rijnsburg) , in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen vrachtwagen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door een schuur toebehorende aan [bedrijf] binnen te treden en/of (vervolgens) zich naar de keuken van de schuur te begeven en/of (vervolgens) een keukenlade te openen en/of (vervolgens) de sleutel(s) van de vrachtwagen uit de lade te halen en/of (vervolgens) met de sleutel(s) de vrachtwagen te starten en/of (vervolgens) met die vrachtwagen weg te rijden;
2.
hij op of omstreeks 15 november 2015 te Katwijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik schiet jullie dan allebei door je kop, want jullie zijn toch maar lucht voor mij" en/of via de hulpofficier Bos die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik zoek ze thuis op. Ik schiet ze allebei door hun kop. Ik schiet ze door hun kop met mijn jachtgeweer. Ik doe wat ik zeg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 15 november 2015 te Katwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen
- een fiets merk Giant en/of
- een kinderstepje kleur rood en/of
- een skateboard en/of
- een fietsaanhanger en/of
- een kinderfiets merk Cortina en/of
- een kruiwagen kleur groen, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4.
hij op of omstreeks 15 november 2015 te Katwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen
- een houten schilderij en/of
- een wit tuinbeeldje en/of
- tuinhandschoenen en/of
- een wit keukentrapje en/of
- twee, althans een schep(pen) en/of
- een hark en/of
- een acculader en/of
- twee, althans een bandschuurmachine(s) merk Parkside en/of
- schuurpapier, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op of omstreeks 10 november 2015 te Katwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen vijftien, althans een aantal pallets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Verdachte wordt, kort samengevat, verdacht van het op 15 november 2015 te Katwijk plegen van een diefstal van een vrachtwagen met een valse sleutel (feit 1), van een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (feit 2) en van een drietal diefstallen (feiten 3, 4 en 5).
De door de rechtbank te beantwoorden vraag is of verdachte zich aan deze feiten schuldig heeft gemaakt.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.3.1
Ten aanzien van feit 1
Op 15 november 2015 heeft [aangever] namens [bedrijf] aangifte gedaan van diefstal van een vrachtwagen met kenteken [kenteken] , gepleegd in de afgelopen nacht tussen 23.30 uur en 1.26 uur vanaf het bedrijfsterrein te Rijnsburg, gemeente Katwijk, waarbij volgens de aangever gebruik is gemaakt van een uit een schuur op dat terrein gestolen sleutel. Hiervoor was volgens de aangever aan niemand toestemming verleend. [2] Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij de vrachtwagen op 15 november 2015 om 0.55 uur van het terrein heeft zien wegrijden. [3]
Kort na laatstgenoemd tijdstip is verdachte op 15 november 2015 in de nabijheid van voornoemde vrachtwagen aangehouden (01.40 uur). In de laadruimte van de vrachtwagen zijn schoenafdrukken aangetroffen die overeenkwamen met het profiel van de schoenzolen van verdachte. [4] Tevens is op de bestuurdersstoel van de vrachtwagen een trainingsjas aangetroffen, met daarin een portemonnee met documenten op naam van verdachte. [5]
Verdachte heeft verklaard dat hij de vrachtwagen vanaf het terrein van aangever heeft meegenomen. [6]
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 tenlastegelegde diefstal van een vrachtwagen met een valse sleutel.
3.3.2
Ten aanzien van feit 2
De verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben in hun proces-verbaal van aanhouding gerelateerd dat verdachte na zijn aanhouding op 15 november 2015, tijdens het vervoer naar het politiebureau, de eerste in de tenlastelegging genoemde zinsnede tegen hen heeft gezegd. Zij hebben aangifte gedaan van bedreiging. [7] Aangekomen op het politiebureau heeft verdachte tijdens zijn voorgeleiding bij de hulpofficier van justitie Bos de tweede in de tenlastelegging genoemde zinsnede gezegd. [8] Verdachte heeft bekend de in de tenlastelegging genoemde woorden te hebben gezegd. [9] Naar het oordeel van de rechtbank zijn de betreffende woorden van dien aard en zijn zij onder zodanige omstandigheden geuit, dat daardoor bij de verbalisanten de redelijke vrees kon ontstaan dat zij – later – het leven zouden verliezen. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 tenlastegelegde bedreigingen met enig misdrijf tegen het leven gericht.
3.3.3
Ten aanzien van feit 3
In de nacht van 14 november 2015 op 15 november 2015 (tussen 01.00 uur en 01.45 uur) zijn in de gemeente Katwijk ( [straatnaam] 61 te Rijnsburg) goederen ontvreemd uit de carport van [slachtoffer 3] , te weten: een fiets merk Giant, een rood kinderstepje, een longboard, een fietsaanhanger, een kinderfiets merk Cortina en een groene kruiwagen. [10]
Voornoemde goederen zijn op 15 november 2015 om 01.40 uur ter hoogte van de [straatnaam] 65 te Rijnsburg aangetroffen in de door verdachte gestolen vrachtwagen (zie hiervoor onder 3.3.1). [11]
Gelet op de korte tijd tussen het moment waarop de goederen volgens de aangifte zijn weggenomen en het aantreffen van de gestolen goederen in de door verdachte gestolen vrachtwagen in de straat van aangever, terwijl verdachte daarvoor geen aannemelijke andere verklaring heeft gegeven, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 3 tenlastegelegde diefstal.
3.3.4
Ten aanzien van feit 4
In de nacht van 14 november 2015 op 15 november 2015 (tussen 01.00 uur en 01.45 uur) zijn in de gemeente Katwijk ( [straatnaam] 63 te Rijnsburg) goederen ontvreemd uit de schuur en auto van [slachtoffer 4] , te weten: een houten schilderij, een wit tuinbeeldje, tuinhandschoenen, een wit keukentrapje, twee scheppen, een hark, een acculader, twee bandschuurmachines merk Parkside en schuurpapier. [12]
Voornoemde goederen zijn op 15 november 2015 om 01.40 uur ter hoogte van de [straatnaam] 65 te Rijnsburg aangetroffen in de door verdachte gestolen vrachtwagen (zie hiervoor onder 3.3.1). [13]
Gelet op de korte tijd tussen het moment waarop de goederen volgens de aangifte zijn weggenomen en het aantreffen van de gestolen goederen in de door verdachte gestolen vrachtwagen in de straat van aangever, terwijl verdachte daarvoor geen aannemelijke andere verklaring heeft gegeven, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 4 tenlastegelegde diefstal.
3.3.5
Ten aanzien van feit 5
[slachtoffer 5] heeft aangifte gedaan van diefstal van pallets tussen 9 november 2015 en 10 november 2015. In de op 15 november 2015 aangetroffen en door verdachte gestolen vrachtwagen lagen pallets, waarvan enkele door aangever als de zijne zijn herkend. Gezien de ruime tijdsspanne tussen de diefstal en het aantreffen van de pallets in de door verdachte gestolen vrachtwagen, kan uit het voorgaande nog niet geconcludeerd worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 5 tenlastegelegde diefstal. Bij gebreke van verder steunbewijs zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1
op 15 november 2015
in de gemeenteKatwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vrachtwagen [kenteken] toebehorende aan [bedrijf] (gevestigd te Rijnsburg), waarbij verdachte die weg te nemen vrachtwagen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door een schuur toebehorende aan [bedrijf] binnen te treden en (vervolgens) zich naar de keuken van de schuur te begeven en (vervolgens) een keukenlade te openen en (vervolgens) de sleutel(s) van de vrachtwagen uit de lade te halen en (vervolgens) met de sleutel(s) de vrachtwagen te starten en (vervolgens) met die vrachtwagen weg te rijden;
ten aanzien van feit 2
hij op 15 november 2015
in de gemeenteKatwijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik schiet jullie dan allebei door je kop, want jullie zijn toch maar lucht voor mij" en via de hulpofficier Bos die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik zoek ze thuis op. Ik schiet ze allebei door hun kop. Ik schiet ze door hun kop met mijn jachtgeweer. Ik doe wat ik zeg";
ten aanzien van feit 3
hij op 15 november 2015
in de gemeenteKatwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een fiets merk Giant en
- een kinderstepje kleur rood en
- een skateboard en
- een fietsaanhanger en
- een kinderfiets merk Cortina en
- een kruiwagen kleur groen,
toebehorende aan [slachtoffer 3] ;
ten aanzien van feit 4
hij op 15 november 2015
in de gemeenteKatwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een houten schilderij en
- een wit tuinbeeldje en
- tuinhandschoenen en
- een wit keukentrapje en
- twee scheppen en
- een hark en
- een acculader en
- twee bandschuurmachines merk Parkside en
- schuurpapier,
toebehorende aan [slachtoffer 4] .
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van feit 1
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
ten aanzien van feit 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
ten aanzien van feiten 3 en 4, telkens
diefstal

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 176 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een vrachtwagen met gebruikmaking van een door hem gestolen sleutel, waarna hij uit een carport en een schuur op het terrein van twee nabijgelegen woningen diverse goederen heeft gestolen. Na zijn aanhouding heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan herhaalde bedreiging van twee politieambtenaren.
Het plegen van diefstallen veroorzaakt veel overlast voor de gedupeerden en doet het gevoel van veiligheid bij de gedupeerden, maar ook in zijn algemeenheid, geweld aan. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de gevolgen voor de gedupeerden en heeft slechts gedacht aan zijn eigen gewin. De rechtbank weegt in het nadeel van de verdachte mee dat sprake is van een diefstal met een gestolen sleutel van een vrachtwagen, die in het algemeen een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt, en van meerdere diefstallen vanaf het terrein van woningen.
De ernstige bedreigingen, gepleegd jegens politieambtenaren die bezig zijn met hun werk, acht de rechtbank zeer kwalijk, mede gelet op de herhaling van deze bedreigingen in zijn verhoor door de hulpofficier van justitie en in zijn latere verhoren bij de politie en bij de rechter-commissaris. De vrees dat verdachte zijn dreigementen waar zou maken heeft op deze politieambtenaren grote impact gehad.
Hoewel er, gezien het reclasseringsrapport van 3 mei 2016 en de verklaringen van verdachte in het dossier, zorgen zijn over de psychische gesteldheid van verdachte, zijn er – nu verdachte niet heeft meegewerkt aan psychologisch onderzoek – geen aanknopingspunten om hem verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Dientengevolge is er ook geen aanleiding voor het opleggen van een hulpverleningstraject in het kader van een (deels) voorwaardelijke veroordeling.
Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank, ondanks de vrijspraak ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde feit, de straf zoals door de officier van justitie gevorderd passend en geboden.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 57, 63, 285, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
ten aanzien van feit 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
ten aanzien van feiten 3 en 4, telkens
diefstal
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
176 (honderdzesenzeventig) dagen;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.H.M. Royakkers, voorzitter,
mr. M.A.J. van de Kar, rechter,
mr. E.M.A. Vinken, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Heirman-Huisman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 september 2016.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2015334968 z, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden-Bollenstreek, basisteam Katwijk (doorgenummerd blz. 1 t/m 95).
2.Proces-verbaal aangifte van [aangever] d.d. 15 november 2015 met betrekking tot het incident dat heeft plaatsgevonden tussen 14 november 2015 en 15 november 2015 te Rijnsburg, gemeente Katwijk:
3.Proces-verbaal van verhoor getuige A.C. [getuige] d.d. 15 november 2015 met betrekking tot het incident dat heeft plaatsgevonden op 15 november 2015 te Rijnsburg:
4.Proces-verbaal aanhouding d.d. 15 november 2015 (blz. 19-27).
5.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 17 november 2015 (blz. 44-45).
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 november 2015 :
7.Proces-verbaal aanhouding d.d. 15 november 2015 met betrekking tot de aanhouding van verdachte op 15 november 2015 te Rijnsburg, gemeente Katwijk door verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] teneinde hem in Leiden voor te geleiden:
8.Proces-verbaal van voorgeleiding i.v.m. aanhouding van hulpofficier van justitie Bos d.d. 15 november 2015 over de aanhouding op 15 november 2015 door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] :
9.Proces-verbaal van verhoor meerderjarige verdachte d.d. 15 november 2015 op de vraag:
10.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] d.d. 15 november 2015 met betrekking tot het incident op 15 november 2015 tussen 01:00 en 01:45 uur te Rijnsburg, gemeente Katwijk:
11.Proces-verbaal aanhouding d.d.15 november 2015 met betrekking tot de aanhouding van verdachte op 15 november 2015 om 01:40 uur ter hoogte van de [straatnaam] 65 te Rijnsburg:
12.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 4] d.d. 15 november 2015 met betrekking tot het incident op 15 november 2015 te Rijnsburg, gemeente Katwijk (blz. 74-78).
13.Proces-verbaal aanhouding d.d.15 november 2015 met betrekking tot de aanhouding van verdachte op 15 november 2015 om 01:40 uur ter hoogte van de [straatnaam] 65 te Rijnsburg: