ECLI:NL:RBDHA:2016:10837
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning op grond van gezinsleven en de rechtmatigheid van het gehoor
In deze zaak heeft eiseres, een Nigeriaanse vrouw, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van gezinsleven met haar Nederlandse partner. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de relatie tussen eiseres en haar partner niet aannemelijk was gemaakt. Eiseres heeft hiertegen beroep aangetekend en betoogd dat de staatssecretaris haar en haar partner niet had mogen horen over hun relatie, aangezien er geen indicaties waren van misbruik of fraude. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris op basis van de Gezinsherenigingsrichtlijn in beginsel een gehoor mag houden om de duurzaamheid en exclusiviteit van de relatie vast te stellen, mits er geen andere passende en minder beperkende manieren zijn om de relatie aan te tonen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de overgelegde stukken onvoldoende bewijs boden voor de gezinsband. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om de uitzetting te verbieden totdat op het beroep was beslist. De uitspraak is gedaan op 9 augustus 2016.