Op 7 september 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van woninginbraak en bedreiging van politieagenten. De inbraak vond plaats op 18 december 2015 in Wassenaar, waar de verdachte samen met een medeverdachte een grote hoeveelheid sieraden heeft gestolen uit de woning van slachtoffers. Na de inbraak volgde een hogesnelheidsachtervolging door de politie, waarbij de verdachte met een auto op twee agenten inreed. Tijdens de rechtszitting heeft de verdachte bekend de inbraak te hebben gepleegd, maar ontkende hij de bedreiging van de agenten, omdat hij niet de bestuurder van de auto was. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zeven maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een straf gelijk aan de duur van het voorarrest. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de woninginbraak en verklaarde de verdachte schuldig aan diefstal door twee of meer verenigde personen. De bedreiging van de agenten werd niet bewezen verklaard, en de verdachte werd vrijgesproken van dat feit. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zeven maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte vrijgesproken werd van de bedreiging.