ECLI:NL:RBDHA:2016:10561
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Transitievergoeding en herplaatsing in het onderwijs
In deze zaak heeft verzoekster, een voormalig werknemer van Stichting Lucas Onderwijs, verzocht om een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding na haar ontslag. Verzoekster was sinds 2001 in dienst bij de stichting en had zich op 8 juli 2013 ziek gemeld. Na een beoordeling door het UWV werd zij als 87,72% arbeidsongeschikt aangemerkt. Op 5 april 2016 ontving verzoekster een ontslagbrief, maar tegelijkertijd werd zij per 1 februari 2016 herbenoemd in een andere functie met een lagere werktijdfactor. Verzoekster stelde dat het ontslag onterecht was en dat zij recht had op een transitievergoeding op basis van artikel 7:673 lid 1 BW, omdat haar arbeidsovereenkomst was beëindigd.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er geen sprake was van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de herbenoeming in een andere functie, die paste bij de belastbaarheid van verzoekster, betekende dat het dienstverband feitelijk was voortgezet. De rechtbank concludeerde dat verzoekster geen recht had op een transitievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst niet was opgezegd. Ook de aanvraag voor de gefixeerde schadevergoeding werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De beschikking werd gegeven door kantonrechter mr. A.J. Japenga op 9 september 2016.