ECLI:NL:RBDHA:2016:10076

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
24 augustus 2016
Zaaknummer
C/09/494975 / HA ZA 15-972
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake aanvulling en verbetering van een eerder vonnis in een faillissementszaak

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 augustus 2016 een herstelvonnis gewezen in het kader van een faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] PLANTENSERVICE B.V. De curator, vertegenwoordigd door mr. J. Thiele, had eerder een vonnis gevraagd dat op 20 juli 2016 was gewezen. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. W.J.B. Berendsen, verzochten de rechtbank om aanvulling van dit vonnis op basis van artikel 32 Rv, omdat zij meenden dat de rechtbank niet had ingegaan op hun verzoek met betrekking tot het restitutierisico bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De rechtbank heeft de curator de gelegenheid gegeven om zich over dit verzoek uit te spreken, waarop de curator zich formeel en materieel verzette tegen het verzoek van de gedaagden.

De rechtbank heeft vervolgens de verzoeken beoordeeld. Het verzoek van de gedaagden om aanvulling werd afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat er geen sprake was van een verzuim in de beslissing. De rechtbank had immers in volle omvang beslist over de gevorderde uitvoerbaarverklaring. Wel werd het verzoek van de curator om verbetering van het vonnis toegewezen, omdat er sprake was van een kennelijke schrijffout in het eerdere vonnis. De rechtbank heeft bepaald dat het bedrag in het dictum van het vonnis van 20 juli 2016 moest worden gecorrigeerd van “€ 948.803,=” naar “€ 984.803,=”. Dit herstel werd aangetekend op de minuut van het eerdere vonnis.

De beslissing van de rechtbank omvatte de afwijzing van het aanvulingsverzoek, de toewijzing van de verbetering, en de instructie aan partijen om de ontvangen documenten te retourneren aan de griffie. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters op 24 augustus 2016.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/494975 / HA ZA 15-972
Herstelvonnis van 24 augustus 2016
in de zaak van
Mr. [de curator] ,handelend in de hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] PLANTENSERVICE B.V.,
wonende te Alphen aan den Rijn
,
eiser,
advocaat: mr. J. Thiele te Alphen aan den Rijn,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] , België,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VENTURA MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Andel, gemeente Woudrichem,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAAS HOLDING B.V.,
gevestigd te Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn,
gedaagden,
advocaat: mr. W.J.B Berendsen te ’s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna de curator en [gedaagden] genoemd.

1.De verzoeken tot aanvulling en verbetering

1.1.
Met een brief van 22 juli 2016 heeft mr. Berendsen namens [gedaagden] de rechtbank verzocht om aanvulling (op de voet van artikel 32 Rv) van het op 20 juli 2016 in deze zaak gewezen vonnis, in deze zin dat de rechtbank alsnog ingaat op het verzoek zoals verwoord in de punten 114 en 115 van de conclusie van antwoord, dat betrekking heeft op het restitutierisico bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een eventuele veroordeling van [gedaagden]
1.2.
De rechtbank heeft de curator in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te spreken. Met een brief van 1 augustus 2016 heeft mr. Thiele namens de curator aan de rechtbank bericht zich op formele en materiële gronden te verzetten tegen het verzoek.
1.3.
In deze zelfde brief heeft mr. Thiele namens de curator de rechtbank verzocht om verbetering (op de voet van artikel 31 Rv) van het vonnis van 20 juli 2016 in deze zin dat in onderdeel 5.2 van (het dictum van) dat vonnis in plaats van “€ 948.803,=” wordt gelezen:
€ 984.803,=.
1.4.
De rechtbank heeft [gedaagden] de gelegenheid gegeven te reageren op dit verzoek. [gedaagden] heeft daarop met een brief van 18 augustus 2016 van zijn advocaat een reactie op de brief van 1 augustus 2016 van mr. Thiele ingezonden.

2.De beoordeling van de verzoeken

2.1.
Het verzoek van [gedaagden] om aanvulling van het vonnis wordt afgewezen. De mogelijkheid van aanvulling van een vonnis op basis van artikel 32 Rv bestaat voor gevallen waarin de rechter heeft verzuimd te beslissen op een onderdeel van het gevorderde of verzochte. Een dergelijk geval doet zich hier niet voor. De curator heeft gevorderd dat de uit te spreken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad zouden worden verklaard, en daarop heeft de rechtbank in volle omvang – en rekening houdend met het daartegen gevoerde verweer – beslist. Hieraan doet niet af dat de rechtbank abusievelijk niet heeft
gemotiveerdwaarom zij het verweer niet heeft gehonoreerd. Zij voegt hieraan, ten overvloede, toe dat zij in hetgeen [gedaagden] op dit punt heeft aangevoerd, geen grond ziet voor afwijking van de hoofdregel over de uitvoerbaarverklaring van veroordelingen.
2.2.
Het verzoek van de curator om verbetering van het vonnis wordt toegewezen. De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 20 juli 2016 op het door de curator bedoelde punt sprake is van een kennelijke schrijffout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De toewijzing luidt als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het verzoek van [gedaagden] om aanvulling van het tussen partijen gewezen vonnis van 20 juli 2016 af;
3.2.
bepaalt dat het tussen partijen gewezen vonnis van 20 juli 2016 aldus wordt gewijzigd dat waar in onderdeel 5.2 is vermeld: “€ 948.803,=”, wordt gelezen:
“€ 984.803,=”;
3.3.
bepaalt dat de in 3.2 vermelde verbetering met vermelding van de datum
24 augustus 2016 wordt aangetekend op de minuut van het vonnis van 20 juli 2016;
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 20 juli 2016 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.M. Hofhuis, mr. H.W. Vogels en mr. A.C. Bordes en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2016.