Op 13 augustus 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 25 april 2015 in Nieuwerkerk aan den IJssel zijn partner met een mes heeft gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1961 en thans gedetineerd, zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag. Tijdens de zitting op 30 juli 2015 heeft de officier van justitie, mr. A. Rijsdorp, de verdachte beschuldigd van het opzettelijk beroven van het leven van het slachtoffer, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.D. Verwoerd, pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van het slachtoffer, omdat hij met een mes in de zij van het slachtoffer stak, wat een aanmerkelijke kans op de dood met zich meebracht. De rechtbank verwierp de argumenten van de verdediging over noodweer en psychische overmacht, en concludeerde dat de verdachte niet in een situatie verkeerde waarin hij geen wilsvrijheid had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 30 maanden op, met aftrek van de tijd in voorarrest, en verklaarde het bewezen verklaarde strafbaar.