ECLI:NL:RBDHA:2015:8862

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2015
Publicatiedatum
29 juli 2015
Zaaknummer
AWB 15/1194
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod na eerdere beoordeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, op 16 juni 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, een Egyptische nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod van 30 december 2014. Dit beroep was eerder al door de rechtbank Amsterdam beoordeeld en niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 15 januari 2015 vastgesteld dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod reeds in twee rechterlijke instanties waren beoordeeld, en dat het niet mogelijk is om opnieuw beroep in te stellen tegen een besluit dat al eerder is behandeld. Eiser was zich niet bewust van het eerdere beroep dat door zijn advocaat was ingesteld, maar deze omstandigheid leidde niet tot een ander oordeel. De rechtbank verklaarde het onderhavige beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 15/1194
mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 12 juni 2015
in het openbaar uitgesproken door mr. N.O.P. Roché, rechter, in tegenwoordigheid van mr. drs. R. Mattemaker, griffier.
in de zaak tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum] , van Egyptische nationaliteit,
eiser,
(gemachtigde: mr. A. El Kadi, rechtshulpverlener te Amsterdam),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,

(gemachtigde: mr. W. Vrooman, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst).
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 juni 2015. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Het beroep is gericht tegen de schriftelijke mededeling van verweerder van 30 december 2014, aangeduid met “Terugkeerbesluit en inreisverbod”.
2. Gebleken is dat deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, bij uitspraak van 15 januari 2015 (zaaknummers AWB 14/26815, AWB 14/29199 en AWB 14/29249) het beroep tegen het terugkeerbesluit van 30 december 2014 niet-ontvankelijk heeft verklaard en het beroep tegen het inreisverbod van dezelfde datum ongegrond heeft verklaard. Die uitspraak is in hoger beroep door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 16 maart 2015 (nummer 201501258/1/V3) bevestigd. Dit betekent dat het terugkeer-besluit en het inreisverbod reeds in twee rechterlijke instanties zijn beoordeeld.
3. Bij het onderhavige beroep van 20 januari 2015 heeft eiser opnieuw een rechtsmiddel ingesteld tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod van 30 december 2014. Aangezien het Nederlandse rechtssysteem het niet mogelijk maakt tegen een besluit beroep in te stellen wanneer dat besluit reeds door middel van een eerder beroep en hoger beroep door de rechter is beoordeeld, luidt de conclusie dat het onderhavige beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De stelling dat eiser zich er niet van bewust is geweest dat de advocaat eerder ook beroep had ingesteld tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod van 30 december 2014 (en niet alleen tegen de maatregel van bewaring), kan - wat daar ook van zij - niet tot een ander oordeel leiden.
4. In verband met het voorgaande is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
5.
RechtsmiddelTegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:
Coll: