ECLI:NL:RBDHA:2015:8846
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de actuele bedreiging voor de samenleving door het persoonlijk gedrag van een vreemdeling na een reclasseringsrapport
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een vreemdeling, eiser, die door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tot ongewenst vreemdeling was verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Eiser, van Poolse nationaliteit, had eerder een reclasseringsrapport overgelegd waaruit bleek dat de kans op recidive als 'laag gemiddeld' was ingeschat. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende objectieve en controleerbare informatie was over het gedrag van eiser na de datum van het reclasseringsrapport tot het bestreden besluit. De rechtbank concludeerde dat het persoonlijk gedrag van eiser op het moment van het bestreden besluit een actuele, werkelijke en ernstige bedreiging voor de samenleving vormde, gebaseerd op de criminogene factoren die in het rapport waren vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris het zorgvuldigheidgebrek en motiveringsgebrek in het bestreden besluit had hersteld door aanvullende motivering te geven. Eiser had weliswaar goed gedrag in detentie vertoond en berouw getoond, maar dit was onvoldoende om de criminogene factoren te weerleggen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en heeft bepaald dat het betaalde griffierecht vergoed moet worden.